leden plaats kunnen gehad hebben. Toen reeds had hij den mensch gezien, buiten alle
‘omstandigheden’ om, als den dolende aan de poort der eeuwigheid. Voor mij was dit in Dop Bles het aantrekkelijke: het steeds en overal richten van zijn aandacht en zijn oordeel, dwars door alle omstandigheden en toevalligheden heen, op de kern van den mensch of de zaak. Hij liet zich door geen schijn, entourage of omstandigheden verblinden of verleiden; hij greep onmiddellijk naar den mensch en richtte over hem. Sprak hij over litteratuur, tooneel, politiek, dan vermeed hij alle abstracties en algemeenheden; dan sprak hij over mènschen. Alle vlakke banaliteit, alle kleinburgerlijkheid, alle schoolmeesterachtigheid was hem volmaakt vreemd.
Hij verraste en fascineerde door zijn persoonlijke visie, zijn scherpe karakteristiek, die niet redeneerde van de peripherie naar het middelpunt - een weg waarop de meesten blijven steken! - maar onmiddellijk, dóór de peripherie, het middelpunt trof; voor de peripherie had hij geen of weinig aandacht. Dit is op zichzelf, geloof ik, zeldzaam, en zeker zeldzaam in ons land, waar de Duitsche manier van ‘gründlich’ redeneeren helaas zoo in zwang is, tot schade m.i. van den denkstijl. Bles had veeleer een Fransch gerichten geest, die in enkele markante punten den geheelen mensch of de geheele situatie vermag weer te geven. Misschien heeft dit hem belet den droom te zien waaruit wij leven en die in ons werk vaak onvolkomen wordt gerealiseerd. Maar het heeft hem, Goddank, eveneens belet zich voort te laten drijven op fantasieën en theorieën, die haar belangrijkheid moeten ontleenen aan het geheim, dat zij listig laten vermoeden, maar dat in werkelijkheid niet aanwezig is. Daarom was een gesprek met Dop Bles - moeilijk soms te volgen door verrassende wendingen en de sprankeling van een speelsch vernuft - een ware verfrissching; ook wanneer men de uitkomsten van zijn redeneering niet kon aanvaarden, werd men toch geboeid door de redeneering zelve. Een goed voorbeeld van die gespannen, grillige en niet zelden geestige wijze van redeneeren vindt men in zijn rake en in hun vorm unieke tooneelbeschouwingen, welke hij in dit tijdschrift heeft gepubliceerd.
Bles, overigens, was allerminst een intellectualist, een spotter of afbreker uit lust tot spotten en afbreken, een brillant niets.