Sprechen Sie Deutsch?

of Hoogduitsch-Nederduitsche winkelgesprekken; benevens eene verzameling der meest gebruikelijke spreekwijzen en uitdrukkingen in den handel. Een handboek voor allen, die bij den in- en verkoop, juiste en gepaste bewoordingen willen bezigen

Mit einem Schuhmacher. Met eenen schoenmaker.

Haben Sie fertige Schuhe? Bringen Sie mir einige Paare von verschiedener Größe.	Hebt gij gemaakte schoenen? Breng mij eenige paren van verschillende grootte.
Wie theuer sind diese hier?	Wat is de prijs van deze?
Ich will sie anprobiren.	Ik zal ze aanpassen.
Ich wünschte, daß Sie mir Halbstiefel, englische Stiefel, Schuhe machten.	Ik zou gaarne halve laarzen, engelsche laarzen, schoenen van u gemaakt hebben.
Von was befehlen Sie sie?	Van wat belieft gij ze te hebben?
Von schwarzen Leder, Corduan (Saffian), von Zwillich, von Drognet, von Leder, von Taffet.	Van zwart leder, van marokijn, van zwilg (tijk), van droget, van leêr, van zijde.
Von welcher Farbe?	Van welke kleur?
Roth, rosenroth, fleischfarbig, apfelgrün, dunkel-	Rood, rozenrood, vleeschkleurig, appelgroen, don-

[p. 134]

grün, blau, weiß, violett, lilla, gelb, aurora, grau, feuerfarben, strohgelb.	kergroen, blaauw, wit, violet, paarsch, geel, goudgeel, grijs, hoogrood, stroogeel.
Wollen Sie Absätze?	Wilt gij hakken, pollevijen?
Flache Absätze.	Platte hakken.
Wollen Sie mir das Maß nehmen? Ich will meine Schuhe anprobiren. Sie drücken mich. Sie sind zu tief ausgeschnitten. Sie gehen zu hoch herauf.	Wilt gij mij de maat nemen? Ik zal mijne schoenen aanpassen. Ze knellen (wringen) me. Ze zijn te laag uitgesneden. Zij zijn te hoog op den voet.
Machen Sie mir auch Pantoffeln.	Maak mij ook een paar pantoffels (muilen).
Sie können mir ein Paar Schnürstiefel machen, aber mit recht starken Kappen, die sich nicht niedertreten. Wenn diese gut werden, will ich mir auch ein Paar Schnürschuhe bei Ihnen machen lassen.	Gij kunt mij ook een paar rijglaarzen maken, maar vooral met stevige schaften, dat ze niet neêrgaan. Zoo die goed worden, zal ik mij ook een paar hooge schoenen bij u laten maken.
Machen Sie mir so bald als möglich ein Paar Ueberschuhe.	Maak mij zoo spoedig mogelijk een paar overschoenen.
Ich möchte gerne gefütterte Schuhe. Machen Sie sie weit genug, damit ich sie über die gewöhnliche Fußbekleidung anziehen kann.	Ik had gaarne een paar gevoerde schoenen. Maak ze dat zij wijd genoeg zijn, over de kousen, die ik gewoonlijk draag, heen te gaan.
Machen Sie mir recht dicke	Maak mij goede, dikke zo-

[p. 135]

Sohlen, und das Band, womit die Schuhe eingefaßt sind, muß gut genäht sein.

len, en het lint waarmede de schoenen geboord worden, moet goed genaaid wezen.

Stiefel, laarzen; Halbstiefel, halve laarzen; lederne Gamaschen, weiche Stiefel, zacht lederen laarsjes; Reit- oder Stulpenstiefel, rijdlaarzen of stevels; Kappen- oder Umschlagstiefel etc., laarzen met kappen; Juchtenstiefel, juchtlederen laarzen; Jagdstiefel, jagtlaarzen enz.