Sprechen Sie Deutsch?

of Hoogduitsch-Nederduitsche winkelgesprekken; benevens eene verzameling der meest gebruikelijke spreekwijzen en uitdrukkingen in den handel. Een handboek voor allen, die bij den in- en verkoop, juiste en gepaste bewoordingen willen bezigen

In einem Tuchladen. In eenen lakenwinkel.

Womit kann man Ihnen dienen, mein Herr?	Wat is er van uwe dienst, mijnheer?
Wollen Sie mir Tuch zu einem Frack zeigen.	Wees zo goed, mij laken voor eenen rok te laten zien.

[p. 97]

Sie wünschen also feines Tuch; hier.	Mijnheer zal zeker fijn laken willen hebben; zie daar.
Nein, ich will kein schwarzes, jede andere Farbe stände mir besser, als diese.	Neen, zwart wil ik niet hebben; elke andere kleur zou mij beter staan dan deze.
Hier ist russisch Grün, in der Wolle gefärbt, dunkelblau; dann hier dieser Rest braunes Tuch, von sehr schöner Beschaffenheit; es ist eine sehr gesuchte Nüance; man nennt diese Farbe rußbraun. – Sehen Sie es auf der Hand gegen das Licht, es schimmert wie Gold.	Hier is russisch groen (flesschengroen) in de wol geverwd; donkerblaauw; hier heeft mijnheer een lap bruin laken van uitmuntende kwaliteit; die kleur is zeer gezocht; men noemt die kleur roetbruin. Zie het eens op de hand tegen het licht, het schemert als goud.
Aber ist da nicht eine Stelle, welche zu kurz geschoren ist?	Maar is daar niet eene plek, die te kort geschoren is?
Man sieht den Faden	Men ziet den draad.
Verzeihen Sie, mein Herr, das macht die Apretur	Vraag excuus, mijnheer, dat schijnt zoo door het opmaken.
Wie viel Ellenmaß hat dieser Rest?	Hoe veel el is aan dezen lap?
Es sind drei und eine halbe Elle.	Er is drie en een half el (twee el, vijf palm nederl.) aan.
Das ist zu viel für einen Frackrock, und für einen Ueberrock ist diese Farbe zu hell.	Dat is te veel voor eenen rok, en voor eenen jas is de kleur te licht.

[p. 98]

Verzeihen Sie, diese Nüance wird viel zu Ueberröcken getragen.	Vraag wel excuus, het is eene kleur die veel tot jassen wordt gedragen.
Und zu wie viel ist das die Elle?	En hoe hoog komt de el?
Das ist …. die hiesige Elle?	Die komt …. de nederlandsche el.
Das wäre gut bezahlt; ich biete Ihnen ….	Dat zou goed betaald zijn; ik bied u ….
Nein, mein Herr, ich überfordere nicht; Sie werden sehen, wenn Sie uns mit Ihrer Kundschaft beehren wollen, daß wir nur einen Preis haben. Ich fordere Ihnen als Fremden nicht mehr, als einer Person aus der Stadt, welche gewöhnlich bei mir kauft.	Neen, mijnheer, ik overvraag niet; zo ge ons met uwe klandizie gelieve te begunstigen, zult ge ondervinden, dat wij slechts één prijs hebben. Ik vraag u als vreemdeling niet meer, dan aan iemand hier in de stad die doorgaans bij mij koopt.
Allein, das ist mir sehr nachtheilig, ich verliere eine halbe Elle, mit der ich nichts anzufangen weiß.	Maar dat komt mij zeer schadelijk uit, ik verlies eene halve el, waarmede ik niets weet te doen.
Nun, ich werde Ihnen diese halbe Elle abschneiden, das findet immer seinen Ort; man macht Kappen daraus. – Brauchen Sie keinen schönen Buxkin, ich habe eine große Auswahl davon. – Hier sind die Muster. Dies sind Sommerbuxkin, hier	Welnu, ik zal die halve el afsnijden, die zal haren man wel vinden; er worden petten van gemaakt. – Moet mijnheer niet mooije bukskin hebben? Ik ben er ruim van gesorteerd. – Hier zijn de stalen. Dit zijn zomerbukskins, hier heb ik

[p. 99]

sind welche von mittlerer Qualität, und diese hier sind Winterbuxkin. – Sehen sie, welch schönes Gewebe, welche Dicke; das ist unverschleißlich. Die Kehrseite ist sehr rauh, man sollte nicht glauben, daß es auf der rechten Seite so schön ist.	eenige middelsoorten, en deze zijn winterbukskins. – Zie eens, welk eene fraaije stof, en hoe zwaar; dat goed is onslijtbaar. Naar het ruwe der keerzijde zou men niet gelooven, dat het op de regterzijde zoo fraai is.
Man hat seit einigen Jahren die Fabrikation der Tücher und Wollengewebe sehr vervollkommnet. – Das Weben dieser Stoffe ist sehr schwierig; es gehören besondere Webstühle dazu, und es ist eine Arbeit, welche nur sehr langsam fortschreitet.	Sinds eenige jaren heeft men de vervaardiging van lakens en wollen stoffen zeer tot volmaaktheid gebragt. – Het weven dezer stoffen valt zeer moeijelijk; daartoe zijn afzonderlijke weefstoelen noodig, en het is een arbeid, die slechts langzaam voorwaarts gaat.
Sind die leichten Buxkin, welche Sie mir gezeigt haben, nach dem letzten Muster?	Zijn de dunne bukskins, die gij mij hebt laten zien, naar de laatste patronen?
Ja, mein Herr, es ist die neueste Mode; man trägt keine Rauten meht, man sieht nur noch Rippen.	Ja, mijnheer, naar den laatsten smaak; ruiten worden niet meer gedragen, men ziet niets dan geribd goed.
Sehen Sie, alle diese Stücke vom vorigen Jahre muß ich viel wohlfeiler verkaufen, um sie nur los zu werden, weil	Ziedaar, al deze stukken van het vorige jaar moet ik veel goedkooper loslaten, om ze maar kwijt te raken, want ze zijn

[p. 100]

sie nicht mehr nach der Mode sind.	uit de mode.
Ja, allein Sie erholen sich wohl an den Neuigkeiten.	Ja, maar gij haalt uwe schade weêr in aan de nieuwigheden.
Man muß schon suchen, nicht zu verlieren. – Wie gefällt Ihnen dieses, mein Herr?	Men moet wel zijn best doen, om niet te verliezen. – Hoe bevalt u dit mijnheer?
Das ist sehr grell, wie mir scheint: eine blaue und rothe Rippe zu Hosen, das ist zu schreiend.	Dat is zeer bont, naar het mij voorkomt; blaauwe en roode ribbetjes tot een pantalon, dat schreeuwt te veel.
Es wird jedoch viel getragen.	Het wordt evenwel sterk gedragen.
Nein, ich möchte lieber etwas in dieser Art, von minder lebhaften Farben.	Neen, ik had meer zin in iets van deze soort, minder hard van kleur.
Hier, mein Herr, das wird wol Ihr Geschmack sein.	Ziedaar, mijnheer, dat zal wel in uwen smaak vallen.
Ist dieser Stoff elastisch?	Is deze stof rekbaar?
Ja mein Herr, sehen Sie, wie das nachgiebt.	Ja, mijnheer, zie maar eens hoe dat meêgeeft.
Und wie geht es zu, daß das Tuch nicht diese Eigenschaft hat?	Maar hoe komt het, dat het laken niet die eigenschap bezit?
Weil es eine ganz andere Art Gewebe ist.	Omdat het eene gansch andere soort van weefsel is.
Zeigen Sie mir festes Tuch zum Winterüberrock.	Laat me eens een zwaar laken voor eenen winterjas zien.
Hier mein Herr, das ist Keppertuch, welches viel	Ziedaar, mijnheer, dat is gekeperd laken, dat wordt

[p. 101]

zu Paletots und Ueberröcken getragen wird.	veel tot paletots en overjassen gebruikt.
Es ist nicht sonderlich schön, die Schur sträubt sich, sehen Sie, wie rauh es ist.	Dat is zoo bijzonder mooi niet; het is niet glad van wol; zie eens, hoe ruw dat is.
Weil Sie es gegen die Schur streichen.	Omdat gij het tegen de wol opstrijkt.
Nein, dieses Tuch ist nicht gut apretirt. Wenn es eine Schur mehr hätte, würde es viel feiner scheinen.	Neen, dat laken is niet goed opgemaakt. Zoo het nog eens overgeschoren was, zou het veel fijner uitzien.
Wenn Sie es wollen, so kann man ihm eine Schur geben lassen.	Als ge er op gesteld zijt, kan men het wel nog een scheersel geven.
Nein, sehen wir, ob Sie etwas anderes haben.	Neen, laat ons zien, of gij iets anders hebt.
Hier ist eine Art melirtes (mischfarbiges) Tuch, welches auch viel zu Winterröcken getragen wird.	Hier is eene soort van gemengde kleur, die ook veel tot winterkleeden wordt gedragen.
Es ist ein gekepperter Stoff, sehr modern, allein viel theuer, als der, welchen Sie so eben gesehen haben.	Het is eene gekeperde stof, zeer moderne, maar veel duurder dan die welke gij zoo even hebt gezien.
Das hat nicht die Breite des gewöhnlichen Tuches, wie ich sehe.	Dat heeft de breedte niet van gewoon laken, zoo als ik zie.
Nein, dieses hat nur die Breite des Buxkin; allein ich habe dasselbe in großer Breite.	Neen, het heeft slechts de breedte van bukskin; maar ik heb van hetzelfde dat zeer breed is.
Dieses ist neun Viertel	Dit is negen kwart breed;

[p. 102]

breit; zu einem großen Ueberrock brauchen Sie vier Ellen.	tot een wijden overjas hebt ge vier ellen noodig.
Nach welcher Elle messen Sie denn hier?	Naar welke el wordt hier dan gemeten?
Wir messen nach der amsterdammer Elle, welches ungefähr drei Viertel der niederländische ausmacht.	Wij meten naar de amsterdamsche el, die te naastenbij zoo veel is als zeven palmen nederlandsch.
Also sagen Sie, daß ich nach diesem Maaße vier Ellen zum Ueberrock nöthig habe.	Dus zegt ge, dat ik volgens die maat vier el tot eenen overjas noodig heb.
Ja, mein Herr, ich bin meiner Sache gewiß; ich habe eben dasselbe Ellenmaaß für einen meiner Kunden abgeschnitten, dessen Schneider den Zeug abgeholt hat.	Ja mijnheer, ik ben zeker van mijne zaak; ik heb daar juist evenveel ellemaat er van afgesneden voor een mijner kalanten, wiens kleermaker het goed is komen afhalen.
Nun wohl, schicken Sie mir alles das mit der Rechnung.	Nu dan, zend mij maar alles met de rekening er bij.