Sprechen Sie Deutsch?

Dieser Wagen ist nicht mehr neu.	Dit rijtuig is niet meer nieuw.
Er ist fast gar nich gebraucht worden.	Het is bijkans niet gebruikt.
Das Gestell taugt nichts. Ich habe diese Farbe nicht gern.	Het stel deugt niets. Ik houd niet van deze kleur.
Welche Farbe wünschen Sie?	Welke kleur zou dan uwe keuze zijn?
Braun, schwarz, brandgelb, himmelblau, grün, Isabellfarbe, piestaziengrün, Goldfarbe, nebst einem Namenszuge, einer Ein-	Bruin, zwart, goudgeel, lichtblaauw, groen, kamoeskleur, pistachegroen, gouden grond, met een naamcijfer, met mijn

fassung mit meinem Wappen.	wapen, omringd van loofwerk.
Ich werde Ihnen die Zeichnung davon schicken.	Ik zal u de teekening er van zenden.
Die Wagentritte sind slecht gelegt.	De treên zijn slecht gelegd.
Hat dieser Wagen einen Kasten?	Is er eene kist aan dit rijtuig?
Kann man einen Koffersack hinten aufschnallen.	Kan men achterop eenen reiskoffer vastmaken?
Die Räder sind nicht in gutem Stande.	De wielen zijn niet in goeden staat.
Die Wagnerarbeit taugt nichts.	Het gansche zamenstel deugt niets.
Wie viel wird die Malerei und das Ausbessern der Räder und des Gestelles kosten?	Hoeveel zal het schilderwerk, het verbeteren van de wielen en van het stel wel kosten?
Das ist zu theuer.	Dat is te duur.
Wollen Sie mir diesen Wagen gegen einen andern umtauschen?	Wilt ge dit rijtuig met mij ruilen tegen een ander?
Wie viel soll ich Ihnen herausgeben?	Hoeveel moet ik u toegeven?
Das ist nicht genug (Das ist viel zu viel.)	Dat is te min (Dat is veel te veel).
Ich gebe Ihnen ...	Ik geef u ....
Ich werde Ihnen nicht mehr geben.	Ik zal er niet meer voor geven.
Das ist mein letztes Wort.	Dat is mijn laatst woord (mijn uiterst bod).
Zeigen Sie mir einen neuen Wagen.	Laat me een nieuw rijtuig zien.
Er muß dauerhaft, aber	Ik wil het duurzaam, maar

einfach und schön gebaut sein.	van een eenvoudig, fraai maaksel hebben.
Diese Form ist altfränkisch.	Dit fatsoen is te ouderwetsch.
Es ist nicht mehr Mode.	Het is geheel uit den smaak.
Dies ist die neueste Mode.	Dit is de laatste smaak.
Sind diese eisernen Axen geschmiedet?	Zijn die assen van gesmeed ijzer?
Stehen Sie mir für die Räder? Ich habe eine große Reise vor.	Staat gij in voor de wielen? Ik heb eene verre reis te doen.
Ich will auf den Kutschhimmel eine Trommel und eine Harfe schnallen.	Op het verhemelte van de koets moet ik eene lederen reiskist (doos) en eene harp kunnen plaatsen.
Hat der Wagen ein Netz und Taschen?	Is er een net en zijn er ook tasschen in het rijtuig?
Ich wünschte, daß er Vorhänge und Fensterschirme hätte.	Voor de ruiten zou ik gordijntjes en schermpjes willen hebben.
Statt der feinen Glasscheiben, will ich böhmisches Glas haben; denn bei einem Unfalle sind feine zerbrochene Gläser zu gefährlich.	In de plaats van gewone ruiten, wil ik boheemsch glas hebben; want, als er iets gebeurt zijn de scherven van gewoon glas te gevaarlijk.
Dieses Cabriolet ist sehr schwerfällig. Schließt es gut?	Deze kabriolet is zeer lomp (zwaar) bewerkt. Is de sluiting goed?
Stehen Sie mir für seine Dauerhaftigkeit?	Kunt ge mij voor de duurzaamheid instaan?
Ich möchte einen englischen Wagen haben, eine Postchaise, einen guten Post-	Ik had gaarne een engelsch rijtuig, eene postsjees, een goeden postwagen

wagen, eine Calesche, einen Schwimmer, eine Berline, einen Eilwagen.	(postkar), eene kales, eene koetswagen (faeton), eene openslaande reiskoets, eene diligence.
Lassen Sie uns die Wagengeschirre ansehen. Die Schnallen müssen vergoldet oder übersilbert sein.	Laat ons nu de tuigen eens zien. De gespen moeten van goud- of zilverpleet zijn.
Die Beschläge habe ich gern von Tombak.	Het beslag had ik het liefst van spinsbek (geelkoper).