| |
Bei einem Juwelier. Bij eenen juwelier.
Mein Herr, diese Damen wünschten einige Einkäufe zu machen. | Mijnheer, deze dames wenschen eenige zaken te koopen. |
Meine Damen wollen Sie sich nicht setzen? | Believen de dames niet te gaan zitten? |
Ich danke Ihnen, stehend sehen wir besser. – Zeigen Sie uns einmal die Broschen dort im Glaskasten. | Ik dank u, wij kunnen staande beter zien. – Laat ons die broches eens zien, die ginds in de kast liggen. |
Dies sind Broschen nach dem neuesten Geschmacke; diese mit Türkisen und die andern mit Granaten. | Dit zijn broches naar den laatsten smaak; deze zijn met turkooizen en de andere met granaten. |
Da ist noch etwas ganz Neues. | Hier is nog iets geheel nieuw. |
Ah! die hübschen Armbänder. | O, wat zijn dat heerlijke armbanden. |
Diese mit feinen Perlen eingefaßten Rubinen nehmen sich allerliebst aus. | Deze robijnen met echte pareltjes bezet, geven magtig veel uit. |
Und diese alterthümliche Form, das ist von sehr edlem Geschmacke. | En dat antieke fatsoen is van zeer verheven smaak. |
| |
| |
Aber mein Herr ist es auch feines Gold? | Maar, mijnheer, is het wel fijn goud? |
Dieses ist achtzehnkarätiges. Ich habe auch andere in vierzehnkarätigem Golde. | Deze is achttien karaats. Ik heb er ook van veertien karaats goud. |
Sehen wir ob dieses Armband mir paßt. – Schade! es ist ein wenig zu weit. | Laat eens zien of deze armband mij past. – Jammer hij is een weinig te wijd. |
Verzeihen Sie, Fräulein; man trägt die Armbänder jetzt am Vorderarm. | Neem me niet kwalijk, jonge jufvrouw; tegenwoordig draagt men de braceletten op den voorarm. |
Ah so, dann ist es gerade recht. | Zoo, dan is het juist goed. |
Hätten Sie es am Armgelenke tragen wollen; so hätte ich es Ihnen enger machen können. | Zoo de bracelet bij de greep van de hand moest gedragen worden, dan had ik ze u naauwer kunnen maken. |
Nein, es ist besser es zu lassen wie es ist. | Neen, het is beter ze te laten zoo als zij is. |
Ist sonst nichts zu Diensten dieser Damen? | Is er anders niets dat de dames kan dienen? |
Sie haben da einen ziemlich hübschen Ring; wenn er nicht gar zu theuer ist, stände er mir wol an. | Gij hebt daar nog al een fraaijen handring; wanneer hij niet al te duur is, zou ik er wel zin in hebben. |
Ah, das ist der mit Diamantsamen eingefaßte Smaragd den das Fräulein meint. | O, mevrouw bedoelt dien smaragd met roosjes omzet. |
Ja; aber was nennen Sie Samen? | Ja; maar wat noemt ge roosjes? |
| |
| |
Das sind die ganz kleinen Diamanten welche man nur dazu braucht, um andere Steine einzufassen. Ich kann Ihnen den Ring zu 100 Gulden lassen. | Dat zijn van die kleine diamanten, die slechts gebruikt worden, om rondom andere steenen te zetten. Ik kan u dien ring voor f 100 laten. |
Allein dann ist es kein Smaragd mein Herr. | Maar, mijnheer, dan is het geen smaragd. |
Nein es ist nur eine Dublette, allein dieser (falsche) Stein ist so gut nachgemacht, daß man ihn fast nicht von einem ächten Edelsteine unterscheiden kann. – Die obere Seite ist von Bergkrystall, so daß Sie ein Wappen oder einen Namenszug darauf können stechen lassen. | Neen, het is slechts een doublet, maar die (valsche) steen is zoo goed nagemaakt, dat men hem van eenen echten naauwelijks kan onderscheiden. – Het bovenste is van rotskristal, zoodat mevrouw een wapen of een naamcijfer er op kan laten graveren. |
Ganz wohl, aber mit 175 Gulden wäre er gut bezahlt. | Dat is alles wel, maar met f 75 zou hij goed betaald wezen. |
Wir wollen gleich sehen, meine Damen; Sie wollten sonst noch etwas auswählen. | Wij zullen straks zien; de dames wilden nog iets anders uitzoeken. |
Mein Bruder trug mir auf, ihm drei Hemdknöpfe zu kaufen. | Mijn broeder heeft me verzocht drie hemdknoopjes voor hem te koopen. |
Hier ist eine große Auswahl; Sie haben hier welche vom einfachen goldenen Knopfe, bis zum | Hier heeft mevrouw eene ruime keuze; van het eenvoudige gouden knoopje af, tot de brillanten |
| |
| |
Brillanten in einer Kralle gefaßt. | knoopen met klaauwtjes gezet. |
Diese mit Schmelz überzogenen Knöpfe mit einer ächten Perle in der Mitte sind niedlich. | Deze geëmailleerde knoopjes met eene echte parel in het midden zijn allerliefst. |
Hier sind welche in Mosaik. Ich habe auch Cameen (Bildsteine) als Knöpfe gefaßt. | Hier zijn er ook eenige in mozaïk. Ik heb ook kamees (steenen met gesneden beeldwerk) als knoopjes gezet. |
Haben Sie keine die durch ein Kettchen zusammenhängen, denn so einzeln verliert man sie leicht. | Hebt gij er geene die met een kettingje aan elkander vasthangen? want zoo enkel kan men ze ligt verliezen. |
Hier ist was Sie wünschen; dies sind ächte mit Brillanten besetzte Steine. – Ich kann Ihnen diese drei Knöpfe sehr billig lassen. – Ich habe sie gelegentlich gekauft, und werde mich mit einem kleinen Gewinne begnügen. Sie haben .... Werth an wirklichem Gehalte und ich werde nur 10 Gulden für die Arbeit rechnen. | Hier is hetgeen mevrouw verlangt; dit zijn echte steenen met brillanten omzet. Ik kan u deze drie knoopjes zeer goedkoop geven. Ik heb ze uit de hand gekocht, en met eene kleinigheid winst ben ik tevreden. Aan innerlijke waarde bedragen ze ......, en voor fatsoen zal ik niet meer dan 10 gulden rekenen. |
Sie haben wol ein Schächtelchen, sie hineinzuthun? | Hebt ge ook een doosje, om ze er in te doen? |
Ich habe keins für diese hier; allein da ist ein Kästchen | Ik heb er geen dat er toe past, maar hier is een |
| |
| |
von einem Diamantenschmucke, ich kann immer ein anderes machen lassen – Wenn Madame Ohrringe zu sehen wünscht, ich habe prachtvolle; dieß sind Ohrgehänge von holländischen Rosen. | kastje van een diamanten versiersel; ik kan altijd een ander laten maken. – Wil mevrouw geene oorringen (oorhangers) zien? Ik heb ze allerprachtigst. Hier zijn een paar hangers van hollandsche rozen. |
Allein sie kommen mir sehr schwer vor. | Die komen me zoo zwaar voor. |
Das ist der jetzige Geschmack, Madame; übrigens befestigt man sie mittelst eines Häkchens um das Ohr. | Dat is tegenwoordig zoo de smaak, mevrouw; men maakt ze eigentlijk door middel van een haakje om het oor vast. |
Haben Sie etwas minder schwerfälliges? | Hebt ge iets dat minder zwaar is? |
Es ist für eine junge Person. | Het is voor eene jonge dame. |
Da habe ich einen ganzen Schmuck von kleinen Brillanten in wunderschöner Fassung; da ist das Halsband, das Stirnband, die Armbänder, die Brosche und zwei Spangen. | Hier heb ik een geheel tooisel van kleine brillanten, overheerlijke gezet: daar is het collier (halssieraad), de ferronière (haar- of voorhoofdband), de armbanden, de broche en twee haken (gespen). |
Die Fassung ist sehr schön, aber es sind einige Steine dabei, welche Fehler haben; dieser spielt in's Gelbliche, jener ist | Het is fraai gezet, maar er zijn eenige steenen onder die gebreken hebben; deze trekt naar den gelen kant, die an- |
| |
| |
schwärzlich, und hier ist einer der eine Scharte hat. | deze is zwartachtig, en deze heeft een schrap. |
Die Steine sind in der That nicht von den ausgesuchtesten, allein der Preis ist auch darnach (verhältnißmäßig). – Uebrigens ist es unmöglich, daß man diese kleinen Fehler bei Licht bemerke. | Het is waar, mevrouw, de steenen zijn juist niet van de uitgezochtste, maar de prijs is er ook naar (in evenredigheid). – Overigens is het onmogelijk, dat men deze geringe gebreken bij het licht bespeurt. |
Diese Steine strahlen ein noch weit-lebhafteres Feuer als Steine von ganz reinem Wasser. | Die soort van steenen zijn nog veel vuriger dan die van het allereerste water. |
Wie hoch kommt dieser Schmuck? | Hoe hoog komt deze parure (dit tooisel)? |
Um es Ihnen ganz genau zu sagen werde ich eben die Berechnung machen. – Es sind für dreitausend Gulden Diamanten; drei Unzen achtzehnkarätiges Gold zu 40 Gulden, macht 120 Gulden, die Fassung 180 Gulden, das macht auf's Genaueste 3310 Gulden. | Om u het alleruiterste te kunnen zeggen, zal ik het even berekenen. – Aan diamanten zit er voor drie duizend gulden in; drie ons (60 engels) achttien karaats goud tegen 40 gulden, maakt 120 gulden; het fatsoen (het zetten, de invatting) 180 gulden, dus alles te zamen bedraagt zeer naauwkeurig 3310 gulden. |
Ich habe einen Nachtohrring wovon ich das Gegenstück verloren habe. | Ik heb een nacht-oorknop, waarvan ik de weêrga heb verloren. |
| |
| |
Wünschen Sie einen gleichen dazu gemacht zu haben? | Wenscht mevrouw er een bij gemaakt te hebben? |
Nein mein Herr, ich wollte diesen Solitair als Nadel fassen lassen. | Neen, mijnheer, ik wilde dien enkelen steen tot eene speld laten zetten. |
Es müßte eine doppelte Nadel sein mit einem Kettchen wie man sie jetzt trägt. – In diesem Falle gehörte für die zweite Nadel noch ein Brillant von geringerm Umfange dazu. | Het moest eene dubbele speld worden met een kettingje, zoo als men ze tegenwoordig draagt. – Er diende alsdan voor de tweede speld nog een brillant van mindere grootte te wezen. |
Ja, zeigen Sie mir welche. | Ja, laat mij eenige zien, als het u belieft. |
Hier ist ungefähr die Größe, welche passend wäre. | Een van deze grootte zal wel er toe geschikt wezen. |
Aber dieser Stein ist nich von derselben Farbe wie der meinige. | Maar die steen is niet gelijk in kleur met den mijnen. |
Das thut nichts Madame, es ist nicht nöthig, daß die beiden Steine ganz dasselbe Wasser haben. | Dat komt er niet op aan, mevrouw, het is geene noodzakelijkheid, dat beide volmaakt gelijk van water zijn. |
Und auf welche Weise wünscht Madame die Nadel gefaßt zu haben? | En hoe wenscht mevrouw de speld gezet te hebben? |
Sie werden sie mir durchbrochen (durchsichtig) fassen, in diesser Art, in einer beschmelzten Kralle. | Laat ze me à jour (opengewerkt) zetten, zoo als deze daar, met geëmailleerde klaauwtjes. |
Madame hat einen sehr gu- | Mevrouw heeft een zeer |
| |
| |
ten Geschmack; auf diese Weise nimmt sich der Stein am besten aus. | goeden smaak; op deze wijze zal de steen het meest uitgeven. |
Was den Schmuck betrifft, werden Sie mir einen Ihrer Gehülfen mitgeben, der ihn mir nach Hause tragen wird. Ich will ihn erst meinem Manne zeigen, ehe ich mich entschließe. | Wat de parure betreft, laat een uwer bedienden met mij gaan, om ze naar huis te dragen. Ik wil ze eerst mijnen man laten zien, eer ik er toe besluit. |
Sehr wohl, Madame, ich will gleich jemand rufen oder wenn Madame es erlaubt, so werde ich die Ehre haben, ihn Ihnen selbst zu bringen. | Zeer wel, mevrouw; ik zal dadelijk iemand roepen, of zoo mevrouw het toestaat, zal ik de eer hebben, zelf er mede te komen. |
Wie Sie wollen. | Zoo als gij wilt. |
|
|