Sprechen Sie Deutsch?

of Hoogduitsch-Nederduitsche winkelgesprekken; benevens eene verzameling der meest gebruikelijke spreekwijzen en uitdrukkingen in den handel. Een handboek voor allen, die bij den in- en verkoop, juiste en gepaste bewoordingen willen bezigen

In einem Seidenwaarenladen. In eenen winkel van zijden stoffen.

Haben Sie schöne neue Sachen erhalten, Fräulein?

Hebt gij fraaije nieuwigheden ontvangen, jufvrouw?

[p. 13]

Ja, Madame, wir haben diesen Morgen zwei Ballen geöffnet.	Ja, mevrouw, wij hebben dezen morgen twee balen uitgepakt.
Hier ist eine Glanzseide mit schillernden Streifen, wovon ich heute morgen schon zwei Kleider verkauft habe.	Hier heeft mevrouw geglansde zijden stof met eene weêrschijnende streep; hiervan heb ik dezen morgen reeds voor twee kleeden verkocht.
Diese Schattirung gefällt mir nicht besonders.	Die schakering bevalt me niet bijzonder.
Wir haben dunklere und hellere. ‒ Diese grünlichen Streifen auf rosa Grund stehen ausgezeichnet gut.	We hebben ze ook donkerder en lichter. ‒ Deze groenachtige strepen op rooskleurigen grond staan overheerlijk.
Sie haben da Mohrseide, lassen Sie gefälligst sehen.	Gij hebt hier moiré stoffen. Laat me die eens zien, als het u belieft.
Hier, Madame; wir haben auch dieselbe Qualität mit einem breiten Atlasstreifen und einem Mohrstreifen. ‒ Man kann nichts Schöneres sehen. ‒ Hier ist dasselbe in Dunkelbraun.	Zie daar, mevrouw; wij hebben ook dezelfde soort met eene breede satijnen streep en eene moiré streep. ‒ Het is al wat men schoons kan zien. ‒ Hier is hetzelfde in donkerbruin.
Ist es lyoner Seide?	Is het lyonsche zijde?
Gewiß, Madame, es wäre unmöglich ähnliche Waare unter den deutschen Producten zu finden. ‒ Obgleich schwer, ist die Seide doch geschmeidig	Zeker, mevrouw; het zou onmogelijk zijn uit duitsche fabrieken dergelijke goederen te kunnen bekomen. ‒ Het is eene zware stof, en toch is ze zoo

[p. 14]

(weich) wie Tuch. Die deutsche Seide ist weit rauher (störriger).	zacht en los als laken. De duitsche zijde is altijd ruwer (harder).
Zeigen Sie mir doch Ihre pouts de soie.	Laat me toch eens uwe pouts de soie ^1 zien.
Wünscht Madame kohlschwarz oder blauschwarz zu sehen?	Wil mevrouw koolzwarte of blaauwzwarte zien?
Haben Sie kein glänzendes Blauschwarz?	Hebt ge geen glanzig blaauwzwart?
Das wohl, Madame; hier, das ist gekochte Seide, große Breite, neun Viertel. ‒ Wenn Sie etwas Billigeres in Seidenwaaren zu sehen wünschen, hier ist lyoner Taffet. ‒ Er hat selbst mehr Glanz als der pout de soie, welcher ein wenig schwer für Sommerkleider ist.	O ja, mevrouw: zie daar, dat is gekookte zijde ^2, buitengewoon breed, negen kwarts. ‒ Zoo mevrouw goedkooper zijden stoffen wil zien, dan heb ik hier lyonsche taf; ze heeft zelfs meer glans dan de pout de soie, die voor zomerkleeden een weinig zwaar valt.
Sie führen auch Sammet, nicht wahr?	Gij verkoopt ook fluweel, niet waar?
Ja, Madame, Sammt von jeder Sorte: lyoner Sammt, italienischen Sammt und deutschen Sammt.	Ja, mevrouw, fluweel in alle soorten; lyonsch fluweel, italiaansch fluweel en duitsch fluweel.
Zu einer Mantille braucht man, glaube ich, sieben Ellen?	Voor een mantilje heeft men, geloof ik, zeven el noodig?

1 Zekere sterke zijden stof.

2 In de verf gekookt.

[p. 15]

Wenn Madame sie mit breiten Garnirungen will machen lassen, wie man sie jetzt trägt, so gehören wohl neun dazu.	Als mevrouw ze met breede belegsels wil laten maken, zoo als men ze tegenwoordig draagt, dan zijn er wel negen el toe noodig.
Und wenn man breitern Sammt nähme?	En als men breeder fluweel neemt?
So brauchen Sie ohne Zweifel weniger.	Dan heeft mevrouw natuurlijk minder noodig.
Dieser genueser Sammt ist ^2/4 breit.	Dit italiaansch fluweel is ^2/4 breed.
Und was nimmt man zum Futter?	En wat neemt men tot voering?
Man nimmt weißen oder rosa Atlas. ‒ Man kann sie auch mit Marselline ausfüttern. Es ist eine leichte und glänzende Seide, die sehr dauerhaft ist.	Daartoe neemt men wit of rosé satijn. ‒ Men kan ze ook met marselline voeren. Dat is eene ligte, glanzige zijde, die zeer duurzaam is.
Sie führen auch Schals, Madame?	Hebt gij ook shawls, jufvrouw?
Zu dienen, meine Damen, wünschten Sie welche zu sehen?	Om u te dienen; willen de dames ook eenige zien?
Ja, man hat mir gesagt, daß Sie sehr schöne erhalten hätten?	Ja, jufvrouw, men heeft me gezegd, dat gij zeer fraaije hebt ontvangen.
Sehen Sie, Madame, das sind Schals die man für Caschemire halten sollte.	Zie hier shawls, mevrouw, die men voor cachemiren zou aanzien.
Mir gefällt dieser gelbe Grund nicht.	Mij bevalt die gele grond niet.
Hier sind welche mit hell-	Hier heb ik ze met licht-

[p. 16]

blauem Grunde; das steht den Blonden besonders gut.	blaauwen grond; bij blond haar staat dit zeer goed.
Habe ich nicht einen Schal mit grünem Grunde in Ihrem Kasten gesehen?	Heb ik niet eene shawl met groenen grond in uwe kast gezien?
Hier ist er, Madame.	Hier is zij, mevrouw.
Es ist schade, daß diese Palmen ein wenig groß sind.	Jammer, dat die palmen wat groot zijn.
Hier ist einer mit kleinern Palmen.	Hier is eene met kleinere palmen.
Aber die Galerie (der Rand) ist sehr niedrig.	Maar die is zeer laag van rand.
Die hohen Ränder sind nicht mehr Mode.	De hooge randen zijn geene mode meer.
Oh, das ist doch weit schöner.	O, het is evenwel veel schooner.
Aber man trägt sie nicht mehr. ‒ Es ist damit wie mit den Schals mit Laubzeichnungen, sie sind ganz aus der Mode.	Maar men draagt ze niet meer. ‒ Het is daarmede als met de shawls met rankwerken, die zijn geheel en al uit de mode.
Nun wohl, wie viel fordern Sie für diesen hellgrünen?	Welnu, hoeveel vraagt ge voor die lichtgroene?
Das Aeußerste wäre …	De uiterste prijs is ….
Oh, wo denken Sie hin?	Wel, dat meent ge niet.
Ich versichere Ihnen, Madame, daß Sie ihn nicht einmal zu diesem Preise bei irgend einem unserer Concurrenten finden würden.	Ik verzeker u, dat mevrouw ze niet eens tot dien prijs in een anderen winkel zou vinden.
Ich will sehen, ob ich mich	Ik zal er mij nog op be-

[p. 17]

entschließe; man darf sich schon bedenken, ehe man einen solchen Preis an einen Luxusartikel verwendet.	denken, alvorens er toe over te gaan; men mag het wel goed wikken, eer men voor eene zaak van weelde zulk eenen prijs besteedt.
Wie es Ihnen beliebt, Madame.	Geheel naar uw welgevallen, mevrouw.
Soll der Sammt und die Seide zu Ihnen geschickt werden?	Wil mevrouw het fluweel en de zijde aan huis bezorgd hebben?
Nein, ich werde die Sachen welche ich gekauft, abholen lassen, und halten Sie die Rechnung gefälligst bereit.	Neen, ik zal het gekochte wel laten halen; maak de rekening maar er van op.
Madame, ich empfehle mich Ihnen.	Mevrouw, ik verzoek verder om de gunst.