Spiegel der Letteren. Jaargang 10

[p. 281]

Bibliografisch overzicht 1965

Dit overzicht heeft betrekking op de in 1965 verschenen boeken en tijdschriftartikelen op het gebied van de literatuurwetenschap en van de Nederlandse letterkunde. Opzet en indeling zijn geheel gelijk aan die van de Overzichten die vroeger in Spiegel der letteren zijn verschenen. Enkele aanvullingen op vorige jaren werden mee opgenomen: in dit geval is het jaar van uitgave vermeld.

Naslagwerk

A. Aarnes, Litteraert leksikon: begreper, og betegnelser; teori - kritikk - historie. Oslo, Tanum, 197 pp.

I. Braak, Poetik in Stichworten; Literaturwissenschaftliche Grundbegriffe; eine Einführung. Kiel, Hirt. 172 pp.

The Columbia dictionary of modern European literature; general editor Horatio Smith. London, New York, Columbia U.P., 1963. 899 pp.

Moderne encyclopedie van de wereldliteratuur; o. red. van J. Aerts, A.G.H. Bachrach, G. Stuiveling, A. Mussche, P.B. Wessels. III. F - H. Gent, Story-Scientia. 656 pp.

Kindlers Literaturlexikon. I. Werke, A - Cn. Zürich, Kindler. XXXII + 2709 kol.; register 45 pp.

Personalia

breyne - S.C. Hatting, Prof. Dr. M.R. Breyne 75 jaar. TVL, NR, 3e j., 2, mei.1-3.

closset - RLV, 31e j., 1. Bevat: M. Lemaire, In memoriam François Closset. 3-7; K. Jonckheere, Frans Closset, minnaar van het Nederlands. 8-11; R. Galderoux, L. Gillet, M. Lemaire, J. Quenon, Publications de François Closset. 12-23. M. Rutten, François Closset (Herstal 4 feb. 1900 - Etterbeek 15 dec. 1964). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 1282-93. J. van der Schaar, In memoriam Professor François Closset. LT, 228, feb., 25-26.

van dun - P. Julius, Pater Maximilianus (P.J.M. van Dun) O.F.M. Cap. (Moerdijk 12 okt. 1884 - Oosterhout 28 okt. 1963). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 96-101.

gerritsen - B. van Eysselsteijn, Tiemen J.C. Gerritsen (Hoogeveen 17 sept. 1893 - 's-Gravenhage 24 maart 1960). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 63-65.

de groot - P.A. Verburg, Albert Willem de Groot (Groningen 13 jan. 1892 - Laren 14 dec. 1963). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 66-74.

[p. 282]

van heugten - E. Schoenmaeckers, J. van Heugten S.J. (Asten 7 maart 1890 - Amsterdam 31 jan. 1963). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 75-78.

knippenberg - W.H. Beuken, Herman Hubert Knippenberg (Maastricht 12 sept. 1879 - Helmond 17 dec. 1964). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 79-84.

ter laan - P.J. Meertens, Kornelis ter Laan (Slochteren 8 juli 1871 - Utrecht 6 maart 1963). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 85-95.

meertens - J. Daan, Bij het afscheid van Dr. P.J. Meertens. Mededelingen van de Centrale Commissie voor Onderzoek van het Nederlandse Volkseigen, 17, dec., 2-4.

van der meulen - F. Veenstra, Paul van der Meulen (Leeuwarden 2 maart 1900 - 's-Gravenhage 15 nov. 1963). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 102-06.

ramondt - J. Kamerbeek jr., Marie Ramondt (Soekowono 22 maart 1878 - Utrecht 3 aug. 1963). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterk. 1964/65, 111-16.

stuiveling - A. van Elslander, Prof. Dr. Garmt Stuiveling eredoctor van de Universiteit te Gent. WT, 24e j., 1964/65, 10, dec. 65, kol. 503-06.

de vos - J. Schoon, In memoriam Dr. H.J. de Vos. LT, 231, okt., 453-57.

willems - P. de Keyser, Ter nagedachtenis van een Vlaams Reinardist, Dr. Mr. Leonard Willems (1864-1938). Jaarboek Kon. Vl. Academie 1965, 336-46.

Lektuurvraagstuk

P. Koch, De lezer maakt de literatuur; poging tot verzachting van het vreemde, door de druk versteende woord. Streven, 8e j., deel 2, 10, juli, 1002-9.

Jeugdlektuur

R. Buyle, Gesprek over jeugdliteratuur. Het vrije woord, 10 dec., 378-80.

M. Diekman, Het kinderboek en de massamedia. Nieuwsblad voor de boekhandel, 132e j., 40, 7 okt., 1861-68.

Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur. OKW-mededelingen, 29e j., 14, 5 april, 128-31.

Auteursrecht

A.H. van de Nadort, Een Barabbas was... een uitgever! Schrijvershonoraria vroeger en nu. Nieuwsblad voor de boekhandel, 132e j., 53, 2 sept., 1591-93.

A. Nuis, De schrijver en zijn werkgevers. Tirade, 99, 9e j., maart, 162-71.

J.J. Oversteegen, Helpt nu U zelf zo helpt U Bot; een wild betoog. Merlyn, 3e j., 5, sept., 362-76.

[p. 283]

Vertalen

H. Friedrich, Zur Frage der Übersetzungskunst. Heidelberg, C. Winter. 21 pp. = Sitzungsberichte der Heidelberger Akademie der Wissenschaften, Phil.- hist. Klasse, Jg 65, Abh. 3.

P. Jacobs, Hoeveel tijd vergt vertalen? Kroniek van kunst en kultuur, 24e j., 8, aug., 25-32.

Literatuurwetenschap

D. Daiches, Critical approaches to literature. New York, Norton. 404 pp.

N.A. Donkersloot, Wij noemen het literatuur. Amsterdam, J.M. Meulenhoff.

V. Ehrlich, Russischer Formalismus; mit einem Geleitwort von R. Wellek; aus dem Engl. übers. von Marlene Lohner. München, Hanser, 1964. 407 pp. = Literatur als Kunst.

R. Escarpit, La définition du terme ‘littérature’; projet d'article pour un dictionnaire international des termes littéraires. In: Actes 3me Congrès de l'Association Internationale de Littérature Comparée. 's-Gravenhage, Mouton, 1962. 77-89.

A. Estermann, Die Verfilmung literarischer Werke. Bonn, Bouvier. 480 pp. = Abhandlungen zur Kunst-, Musik- und Literaturwissenschaft, 33.

W. Flemming, Bausteine zur systematischen Literaturwissenschaft. Meisenheim, Anton Hain K.G. 176 pp. = Deutsche Studien, 1.

W. Gs Hellinga en P.J.H. Vermeeren, Codicologie en filologie. XIII: Collatie. SpL, 8e j., 1, 31-37. Id., XIV: Filologie en paleografie, 1. Ibid., 2, 122-25. Id., Filologie en paleografie, 2. Ibid., 9e j., 1965/66, 1, 59-62.

J. Hermand, Literaturwissenschaft und Kunstwissenschaft. Stuttgart, J.B. Metzler. VIII + 75 pp. = Sammlung Metzler, 41.

R. Ingarden, Das literarische Kunstwerk. 3. verbesserte und erweiterte Aufl. Tübingen, M. Niemeyer. 450 pp.

E. von Kahler, Form und Entformung in der modernen Literatur. Merkur, 19e j., 4, april, 318-335.

R. Lievens, Verbijsterend tekstbederf. TNTL, deel 81, 3, 209-11.

F. Lockemann, Literaturwissenschaft und literarische Wertung. München, M. Hüber. 132 pp.

W. Lockemann, Die Entstehung des Erzählproblems. Meisenheim, Anton Hain, 1964. = Deutsche Studien, 3.

F.C. Maatje, Literaire-ruimtebenadering; over lyrische, epische en dramatische ruimte. Forum der letteren, 6e j., 1, feb., 1-16.

K. Maurer, Der gefesselte Prometheus; Tradition und Schöpfung im Urteil der modernen Literaturwissenschaft. Archiv für das Studium der neueren Sprachen und Literaturen, Bd. 101, 116e j., 5.

W. Müller-Seidel, Probleme der literarischen Wertung; über die Wissenschaftlichkeit eines unwissenschaftlichen Themas. Stuttgart, J.B. Metzler. XII + 194 pp.

[p. 284]

J.J. Oversteegen, Analyse en oordeel. 3. Merlyn, 3e j., 6, nov., 476-502.

H. Petri, Literatur und Musik; Form- und Strukturparallelen. Göttingen, Sachse und Pohl, 1964. 94 pp. = Schriften zur Literatur, 5.

A Prague School reader on esthetics, literary structure and style; selected and translated from the original Czech by Paul L. Garvin. 3rd printing. Washington D.C., Georgetown U.P., 1964. XI + 163 pp.

H.M. Ruitenbeek, The literary imagination; psychoanalysis and the genius of the writer. Chicago, Quadrangle. 443 pp.

V. Santoli, Alle origine della storia letteraria nazionale. RLMC, vol. 18, 1, maart, 5-19.

V.A. Schmitz, Gundolf; eine Einführung in sein Werk. Düsseldorf, V. Helmut Küpper. 235 pp.

J.F. Vanderheyden, De boekdrukkunst en de opkomst van de neo-filologie. VMA NR, 174, 5-30.

Literatologie

J. van Ham, In vacuo. SpL, 8e j., 4, 271-75.

H. Heissenbüttel, Literat und Wissenschaft. Akzente, 12e j., 2, 171-91.

G. van Hoof, Journalistiek en literatuur. WV, 14e j., 83, sept.-okt., 311-12.

G.W. Huygens, Succesboeken en bestsellers in onze literatuur. Nieuwsblad voor de boekhandel, 132e j., 25, donderdag 24 juni, 49-63.

K. Meeuwesse, Over de interpretatie van het literaire kunstwerk. Raam, 21, 30-48.

T.C. Pollock, The nature of literature; its relation to science, language and human experience. New York, Gordian. XXIV + 218 pp.

M. Quercu, Falsch aus der Feder geflossen; Lug, Trug und Versteckspiel in der Literatur. München, Ehrenwirth. 268 pp.

F. Sarneel, Over creativiteit. Jeugd en cultuur, 11e j., 2, nov., 81-88.

G. Walschap, Letterkunde en leven. DWB, 110e j., 7, sept., 470-74.

M. Wehrli, Wert und Unwert in der Dichtung. Köln, J. Heyner. 48 pp.

G. Wolandt, Philosophie der Dichtung; Weltstellung und Gegenständlichkeit des poetischen Gedankens. Berlin, W. De Gruyter. X + 210 pp.

Esthetische categorieen

G. Durnez, De klasse der schuine letteren; ernst en humor in cursief proza. WV, 14e j., 83, sept./okt, 317-23.

H. Vandemoere, Kant en de pre-Hegeliaanse opvattingen van het tragische. SpL, 8e j., 2, 103-21.

Strekkingen, stromingen

J. Hermand, Jugendstil; ein Forschungsbericht 1918-1964. Stuttgart, J.B. Metzler. 95 pp.

[p. 285]

H. Raes, Struisvogeltje spelen: de evolutie van de erotische literatuur. VlG, 49e j., 11, nov., 698-

W. Ruyslinck, Drek-en-drift-literatuur. DWB, 110e j., 6, juli/aug., 432-39.

Genres

allegorie - M. Buning, Allegory; the debate reopened. LT, 229, apr., 203-06.

autobiografie - R. Pascal, Die Autobiografie; Gehalt und Gestalt [Design and truth in autobiography]. Aus dem Engl. übers. von Marlene Schaible, überarb. von K. Wölfel. Stuttgart, W. Kohlhammer. 244 pp. = Sprache und Literatur, 19.

dagboek - A. Girard, Le journal intime, un nouveau genre littéraire? Cahiers de l'Association internationale des études françaises, 17, maart. M.L. Kaschnitz, Das Tagebuch; Aufzeichnung und literarische Kunstform. Universitas, 20e j., 10, okt. 1071-76.

drama - R. Champigny, Le genre dramatique. Monte Carlo, Ed. Regain. K. Hamburger, Von Sophokles zu Sartre; Griechische Dramenfiguren antik und modern. 3. Aufl. Stuttgart, W. Kohlhammer. 221 pp. = Sprache und Literatur, 1.

emblemata - K.L. Selig, Some problems of European emblem literature. In: Actes 3me Congres de l'Association internationale de littérature comparée. 347.

essay - Akzente, 12e j., 4, aug. [bijdragen van M. Hamburger, L. Rohner, G. Lukàcs].

fabel - H. Tiemann, Wort und Bild in der Fabeltradition bis zu La Fontaine. In: Bucli und Welt; Festschrift für Gustav Hofmann zum 65. Geburtstag dargebracht. Wiesbaden, O. Harrassowitz. 237-60.

novelle - A. Demedts, De novelle en het korte verhaal in de Vlaamse literatuur Perisc., 15e j., 8, juni. 1. K.K. Polheim, Novellentheorie und Novellenforschung, 1945-1964; ein Forschungsbericht. Stuttgart, J.B. Metzler. VI + 122 pp. = Referate aus der DVjs.

reportage - F. Germonprez, Reportage en literatuur. WV, 14e j., 83, sept./okt., 314-15.

roman - G. Bien, Abenteuer und verborgene Wahrheit; gibt es den literarischen Detektivroman? Hochland, 57e j., 5, 456-66. A. Demedts, Is de roman veroordeeld? TVL, NR, 3e j., 1, feb., 66-71. P. Dimitriu, Die Transmoderne; zur Situation des Romans. Frankfurt, S. Fischer. 266 pp. = Fischer Doppelpunkt, 18. S. Dresden, Wereld in woorden; beschouwingen over romankunst. Den Haag, Bert Bakker, Daamen N.V. 174 pp. = Faculteitenreeks, 2. (Bespr. F.C. Maatje, NTg, 58e j., 6, 419-22). H.F. Foltin, Die minderwertige Prosaliteratur; Einteilung und Bezeichnungen. DVjs, 39e j., 2, juni, 288-323.

[p. 286]

N.F. Monroe, The novel and society; a critical study of the modern novel. Port Washington, New York, Kennikat. VI + 282 pp. A. Reniers, Gezegende omwegen in de romankunst. Dialoog, 6e j., 2, winter, 106-09. Romananfänge; Versuch einer Poetik des Romans; herausgegeben von Norbert Miller. Berlin, Literarisches Colloquium. 377 pp. J. Souvage, An introduction to the study of the novel, with special reference to the English novel; foreword by W. Schrickx. Gent, Story-Scientia. IX +254 pp.

sagen - Resultaten van het sagenonderzoek in het Nederlands taalgebied. Volkskunde, 66e j., (NR, 24e j., 3/4), 106-91. Bevat: K.C. Peeters, Inleiding, 106-25; A. Roeck, Het Hageland, 126-38; R. Geens-Aertsen, Het Noorden van de Provincie Antwerpen, 139-50; R. Celis, Bree en omgeving, 151-68; M. Van den Berg, De polders ten noorden van Antwerpen, 169-91).

satire - R.C. Elliot, The definition of satire; a note on method. In: Actes du 3me Congrès l'Association internationale de littérature comparée. 348.

Thema's en motieven

P. Arents, Antwerpen in dicht en lied. XXIV. [1840-43]. Antwerpen, 11e j., 1, apr., 45-48. Id., XXV. [1843-50]. Ibid., 2, juli. Id., XXVI. [1851-52]. Ibid., 3, sept., 128-32. Id., XXVII. [1852-54]. Ibid., 4, dec., 167-72.

J. Elemans, Landbouw en letterkunde. Jeugd en cultuur, 10e j., 6, maart, 259-66. Id., Ibid., 7, apr., 308-15. Id., Ibid., 8 mei/juni, 366-71.

W. James, The cruellest month; spring, nature and love in classical and medieval lyrics. New Haven, Londen, Yale U.P. XX + 310 pp.

R. van de Moortel, Onze schrijvende kunstenaars tegenover de menselijke nood. WV, 14e j., 80, maart/apr., 98-101.

P.M. Palmer, The sources of the Faust-tradition; from Simon Magnus to Lessing. New York, Haskell House. VI + 300 pp. [reprint of first edition 1936].

K. Reichert, Utopie und Staatsroman; ein Forschungsbericht. DVjs, 39e j., 2, juni, 259-87.

S. Vestdijk, De zieke mens in de romanliteratuur. Baarn, Het Wereldvenster. 112 pp.

B.W.E. Veurman, Er was een kind, zo klein een kind... Rekenschap, 12e j., 2, juli, 82-94.

Poetiek

H.M. Block, Allegory and symbol: a reappraisal. In: Actes du 3me Congrès de l'Association internationale de littérature comparée, 346.

J.G. Bomhoff, Essai de description phénoménologique du principe lyrique. In: Actes du 3me Congrès de l'Association internationale de littérature comparée, 352-53.

[p. 287]

J.B. Charles, Kort en goed: poëzie. M, 13e j., 7/8, 540-84.

S. Dresden, Witte poëzie, M, 13e j., 7/8, 584-604.

I. Fónagy, Le langage poétique: forme et fonction. Diogène, 51, juli/sept., 72-113.

W. Höllerer, Theorie der modernen Lyrik; Dokumente zur Poetik, I. Hamburg, Rowohlt. 446 pp. = rde, 231-33.

- -, Thesen zum langen Gedicht. Akzente, 12e j., 2, 128-30.

K. Jonckheere, Hoe men in Vlaanderen dicht. Standpunte, 19e j., 1, okt, 5-16.

M.J.G. de Jong, Verzen en vragen; een inleiding tot het lezen van gedichten. 10e dr. Terneuzen, Littooij. 96 pp.

G. Kazemier, In de voorhof der poëzie; inleiding tot het Nederlandse vers. Den Haag, Servire. 220 pp.

J. Maritain, La poésie, l'homme et les choses. La table ronde, 215, dec., 7-30.

R. Skelton, Poetry. London, English U.P. = Teach yourself books.

J.H. Wheelock, What is poetry? New York, Scribners. 128 pp.

J. Wit, De sprong van de kikvors; over het korte gedicht naar uitheems voorbeeld. M, 13e j., 7/8, 605-16.

H.J.M.F. Lodewick, Literaire kunst. 23e herz. druk. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 184 pp. Id., Ibid., 24e en 25e druk.

M. Riffaterre, The stylistic function. Proceedings of the 9th International Congres of linguistics, Cambridge, Mass., August 27th - 31st 1962; ed. by Hor. G. Lunt. 316-23. The Hague, Mouton, 1964.

Kritiek

N. Frye, The well-tempered critic. Bloomington, Indiana U.P. 160 pp.

H. van Galen Last, ‘New criticism’ en ‘nouvelle critique’. Hollands maandblad, 7e j., 221, dec., 17-21.

M. Janssens, De objectiviteit van de literaire criticus. DWB, 110e jg., 2, feb., 102-14.

M.J.G. de Jong, ‘Kritische’ aantekeningen. DWB, 110e j., 5, juni, 344-53.

Kritiker unserer Zeit; Texte und Dokumente, herausgegeben von Hans Mayer. I. Von Oxford bis Harvard; Methoden und Ergebnisse angelsächsicher Literaturkritik. Pfullingen, Neske, [1964]. 95 pp.

H. Lampo, Voorlichting over literatuur in de krant. WV, 14e j., 83, sept./okt., 337-39.

J.J. Oversteegen, Analyse en oordeel. Merlyn, 3e j., 3, mei, 161-80. Id., Ibid., 4, juli, 268-76.

J.P. Pritchett, Interest and principle in literary criticism. Trenton, N.J., MacCrellish & Quingley. 55 pp.

R. Wellek, The term and concept of ‘literary criticism’. In: Actes du 3me Congrès de l'Association internationale de littérature comparée, 36-48.

- -, A history of modern criticism. 3. The age of transition. 4. The later 19th century. New Haven, Yale U.P. 389, 671 pp.

[p. 288]

- -, Grundbegriffe der Literaturkritik; aus dem Engl. Übers. von Edgar Lohner. Stuttgart, W. Kohlhammer. 292 pp. = Sprache und Literatur, 24.

Comparatisme

Actes du 3me Congres de l'Association internationale de littérature comparée / Proceedings of the 3rd congress of the International Comparative literature association. Utrecht, 21-26. 8 1961. 's-Gravenhage, Mouton, 1962. 367 pp.

P. van Bever, Réflexions sur le comparatisme. RLV, 31e j., 6, 613-23.

J.C. Brandt Corstius, Willem de Clercq, a dutch comparatist in the early twenties of the 19th century. In: Actes de 3me Congres de l'Association internationale de littératur comparée, 322-23.

H. Roddier, Principes d'une histoire comparée des littératures européennes. RLC, 39e j., 2, apr./juni, 178-225.

E. Schwarz, Fragen und Gedanken zur vergleichenden Literaturwissenschaft vom Standpunkt eines Germanisten. The german quarterly, vol. 38, 3, 318-24.

R. Trousson, Un problème de littérature comparée: les études de thèmies; essai de méthodologie. Paris, Lettres modernes. 110 pp. = Situation, 7.

Invloed, spreiding

F.J. Billeskov Jansen, L'influence de la littérature néerlandaise dans les pays scandinaves au XVIIe siècle. In: Actes du 3me Congres de l'Association internationale de littérature comparée, 49-58.

H.L. Brugmans, Diderot et la Hollande. In: Actes du 3me Congres de l'Association internationale de littérature comparée, 324.

K. de Clerck, Noordnederlandse auteurs in Zuidnederlandse schoolbloemlezingen (1830-1900). WT, 24e j., 10, dec., kol. 489-96.

J. Dagens, Influences néerlandaises sur la littérature française du XVIe siècle; Hadewych, Le miroir des simples et Marguerite de Navarre. In: Actes de 3me Congres de l'Association internationale de littérature comparée, 325-26.

P. Delsenne, Découverte des lettres néerlandaises par les français à la fin du XIXe siècle. In: Actes du 3me Congres de l'Association internationale de littérature comparée, 320-21.

L. Picard, Balzac en de sociale achtergrond van onze Vlaamse literatuur. NVT, 18e j., 4, 389-400.

W.C. Slattery, Samuel Richardson and the Netherlands: early reception of his work. Papers on English language and literature, 1. 200-30.

W.A.P. Smit, Relations franco-néerlandaises au XVIe et au XVIIe siècle. In: Actes du 3me Congres de l'Association internationale de littérature comparée, 132-42.

Ih. Weevers, H. Roland Holst and William Morris. In: Actes de 3me Congres de l'Association internationale de littérature comparée, 318-19.

[p. 289]

Didactiek

A. Beinlich, Über die literarische Entwicklung der Heranwachsenden; zum Stand der Forschung. Wirkendes Wort, 15e j., 2, 110-121. Id., Ibid., 3, 187-200.

A. Bergstedt, Zur Stellung und Funktion des Gedichts im Literaturunterricht der Überschule. Weimarer Beiträge, 6, 900-19.

H. Marnette, Zur Rolle der ethischen und ästhetischen Erziehung im Literaturunterricht. Weimarer Beiträge, 6, 835-45.

J. Onimus, L'enseignement des lettres et la vie; métamorphose d'un métier. Paris, Desclée de Brouwer. 144 pp.

R. Roels, De literatuurkring; een methode van vorming door middel van de letterkunde. Volksopvoeding, 14e j., 5/6, 294-317.

Nederlandse letterkunde
overzichten

J.J. Gielen en J.G.W. Gielen, Belangrijke letterkundige werken; leidraad bij de studie der Nederlandse literatuur, met bloemlezing. 3. De nieuwe tijd. Purmerend, J. Muusses. 276 pp.

Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’ te Gent; Jaarboek 1964/65. XIV/XV, 2e Reeks, 6/7. Oudenaarde, Drukkerij Sanderus. 209 pp.

W.L.M.E. van Leeuwen en A. Stemvers, Meesterwerken der Nederlandse letterkunde. 5e dr. Groningen, J.B. Wolters. 384 pp.

C.J. Kelk en J.A. Meijers, Geschiedenis der Nederlandse letterkunde in vogelvlucht. 3e dr. 's-Gravenhage, J.B. Van Goor Zonen. 144 pp.

G. Knuvelder, Nederlandse letterkunde; schets van de geschiedenis. 29e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 208 pp.

- -, Nederlandse letterkunde; schets van de geschiedenis. 30e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 208 pp.

- -, Nederlandse letterkunde; bloemlezing. 19e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 336 pp.

- -, Beknopt handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. 2e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. XIII + 803 pp.

- -, Literatuur; geschiedenis en bloemlezing. 1. Aanvang tot omstreeks 1880. 16e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 348 pp.

H.J.M.F. Lodewick, Literatuur; geschiedenis en bloemlezing. 2. Omstreeks 1880 tot heden. 14e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 448 pp.

Lokaal

J. Daisne [M. Thiery], Gent, schoonschrift van de Leie. Kultureel jaarboek van de Provincie Oostvlaanderen, 1963, 1. Gent, [Provinciebestuur], 1964. 177-99.

[p. 290]

G. van Keirsbilck, Letterkundig leven te Kaprijke in de vijftiende en zestiende eeuw. In: Kon. Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’, Jaarboek 1964/65, XIV-XV, 2e R. 6/7, 3-45.

M.H. Koyen, De rederijkerskamers van Geel: De Brembloem en De Heide Bloem. Noordgouw, 5e j., 2, 61-88.

M. van Lauwe, Historiek van de Kon. Toneel- en Letterkundige Maatschappij ‘Leren vereert’ uit Oudenaarde. In: Kon. Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’, Jaarboek 1964/65, XIV-XV, 2e R. 6/7, 129-40.

Naar perioden
Middelnederlands

algemeen - W.H. Beuken, Ons oudste toneel. NTg, 58e j., 6, 361-66.

P. Julius, Losse aantekeningen bij handschriften uit Oost-Europa. LB, 54e j., 1, 1-20.

F. Ohly, Die Suche in Dichtungen des Mittelalters. ZfdAL, 44. Bd, 3, okt., 171-84.

N. de Paepe, Enkele aspecten van de studie der minnelyriek sinds 1945. 2. Studies over het wezen der minne. SpL, 8e j., 1, 37-51.

N. Wijngaards, Open en gesloten vormen in het Middeleeuws drama; voordracht gehouden op 27 januari 1965 in het Studium generale der Gelderse leergangen te Arnhem. Groningen, J.B. Wolters. 24 pp. = Voordrachten gehouden voor de Gelderse leergangen te Arnhem, 11.

Eerste tijdvak: 12e, 13e eeuw

Beatrijs; naar het Haagse handschrift uitgegeven door Dr. C. Tinbergen; 19e dr. bezorgd door Dr. L.M. Van Dis. Groningen, J.B. Wolters, 1964. 114 pp. = Van alle tijden.

W. Asselbergs, Ferguut. SpL, 8e j., 1, 1-8.

Karel ende Elegast; inleiding en aantekeningen van Esther Hagers. 7e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 56 pp. = Malmbergs schoolbibliotheek.

Segher Diengotgaf, Tprieel van Troyen; naar het Hulthemse handschrift uitgegeven, ingeleid en geanoteerd door G.C. de Waard en Drs. G. Ch. Depuis. Gorinchem, J. Noorduijn Zn. 56 pp.

R. Lievens, Een nieuwe getuige voor Van den levene Ons Heeren. TNTL, 81e j., 1/2, 100-102.

reinaert - G.H. Arendt, Die satirische Struktur des mittelniederländischen Tierepos ‘Van den vos Reynaerde’. [Diss.] Köln, Institut für niederländische Philologie der Universität Köln. XXII + 306 + XXXV pp. P.J. Brand, Was Hulsterloo in Hulster-Ambacht het Hulsterloo uit de Reinaert? Jaarboek 1964/65. Oudheidkundige kring De vier Ambachten. 84-89.

[p. 291]

P. de Keyser, Het begrip ‘Reynaerdye’. VMA, NR, 1/4, 51-57. - -, John Flinn en de ‘matière de Renart’. SpL, 8e j., 3, 202-09.

veldeke - L. Delfos, De verbazende lotgevallen van Veldekes Eneide. WT, 24e j., 3, jan./feb., 129-36. M.-L. Dittrich, Die ‘Eneide’ Heinrichs von Veldeke; ein quellenkritischer Vergleich mit dem Roman d'Eneas und Vergils Aeneis I. Wiesbaden, F. Steiner. 600 pp. J. Notermans, Nieuw licht op 'n Veldeke-facet? LT, 230, juni, 366-68. G. Schieb, Heinrich von Veldeke. Stuttgart, J.B. Metzler. VIII + 16 pp. = Sammlung Metzler, 42.

N. de Paepe, De ‘Vengeance Raguidel’ en ‘Die wrake van Ragisel’; marginalia bij een nieuwe uitgave. LB, 54e j., 1, 21-47. Id., Ibid., 3, 81-104.

Tweede tijdvak: ca. 1380 - ca. 1430

Het abel spel Lanseloet van Denemarken en de sotternie Die hexe na volghende; aantekeningen en enige opmerkingen over de abele spelen en sotternien van Dr. G. Stellinga. 2e dr. Gorinchem, J. Noorduijn Zn. 72 pp.

Een abel spel van Esmoreit; ingeleid en van aantekeningen voorzien door J. Notermans. 2e dr. Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink. 76 pp. = Klassieken uit de Nederlandse letteren, 6.

Esmoreit en Lippijn; aantekeningen van Dr. G. Stellinga. 6e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 56 pp. = Malmbergs Nederlandse schoolbibliotheek.

B.D.H. Hermesdorf, Bij twee uitleg-kruisen in de Vierde Martijn. VMA, NR, 1/4, 59-64.

N. Wijngaards, Het oorsprongsveld der Abele spelen [met een Naschrift door N. De Paepe]. LB, 54e j., 72-80.

Derde tijdvak: ca. 1430 - renaissance

L. Reypens, Ritmisch en lyrisch proza uit een verdwenen handschrift [Codex Vossianus var. ling. quarto n. 12, U.B. Leiden]. OGE, 39e j., 1, 5-40.

Het esbattement van den appelboom; ingeleid en toegelicht door Dr. P.J. Meertens. Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink. 53 pp. = Klassieken uit de Nederlandse letterkunde, 22.

elckerlyc - Den spyeghel der salicheit van Elckerlyc [2e dr. verzorgd door Dr. P. Van der Meulen]. Amsterdam, J.M. Meulenhoff. 32 pp. = Cahiers voor letterkunde voor het voortgezet onderwijs. Elckerlyc; met inleiding en aantekeningen van Dr. W.H. Beuken. 7e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 40 pp. = Malmbergs Nederlandse schoolbibliotheek. R. Vos, De Elckerlyc en Willem van Hildegaerdsbergh. NTg, 58e j., 5, 314-22. Id., Ibid., 6, 376-87. - -, Over de betekenis van enkele allegorische figuren in de Elckerlyc. SpL, 9e j., 1, 1-36.

[p. 292]

mariken van nieumeghen - A. Nijhof, De strofische vormen in de Mariken van Nieumeghen. LT, 230, juni, 368-70.

thomas van der noot - W. van Eeghem, Brusselse dichters, 153. XXVI, 41, Thomas Van der Noot (ca. 1475 - ca. 1525); Br.P., 15e j., 1, 15 jan., 2. Id., 154, Ibid., 2, 15 feb., 2; Id. 155, Ibid., 3, 15 maart, 2. Id., 156, Ibid., 4, 15 apr., 2; Id., 157, 5, 15 mei, 2. Id., 158, Ibid., 15 juni, 2. Id., 159, Ibid., 7, 15 juli, 2. Id., 160, Ibid., 15 aug., 2. Id., 161, Ibid. 9, 15 sept., 2. Id., 162, Ibid., 10, 15 okt., 2. Id., 163, Ibid., 11, 15 nov., 2. Id., 164, Ibid., 12, 15 dec., 2.

de roovere - J.J. Mak, Twee plaatsen uit de Roovere's Lof van den Heijlighen Sacramente. NTg, 58e j., 3, 168-70.

Zestiende eeuw

G.A. van Es, Piramus en Thisbe; twee rederijkersspelen uit de 16e eeuw; bronnenstudie en tekstuitgave. Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink. 336 pp. = Zwolse drukken en herdrukken, 50.

Het onuitgegeven Tafelspel van Al Hoy met Ydel lustken, Willeken noyt genoech en Buycxken selden sat uit het Dendermonds handschrift. Dendermonde, Oudheidkundige kring. XIII + 26 pp. = Oudheidkundige kring van het Land van Dendermonde, Buitengewone uitgaven, 20.

bijns - L. Simons, Anna Bijns; overwegingen bij een boek [L. Roose, Anna Bijns, een rederijkster uit de hervormingstijd]. Antwerpen, 11e j., 2, juli, 72-74.

coornhert - G. Geerts, Coornhert en de Twe-spraack. TNTL, 81e j., 4, 261-69.

dheere - A. Piron, Lucas Dheere, peintre et poète Gantois. A. Le rhétoriqueur. Vereniging voor de geschiedenis van het Belgisch protestantisme. Annalen, Serie IV, 8. 361-78. W. Waterschoot, Lucas d'Heere en Den hof en boomgaard der poësien (1565). Kon. Soevereine hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’. Jaarboek 1964/65, 47-119.

houwaert - J.B. Houwaert, De vier wterste; tekstuitgave met inleiding, verklarende aantekeningen en glossarium door Dr. F. van Vinckenroye. 1. Inleiding. 2. Tekst. 3. Tekstverklaring. Gent, Secretariaat van de Kon. Vlaamse Academie. 216, XIV + 351, 164 pp.

van der noot - S.F. Witstein, De verzencommentaar in ‘Het theatre’ van Jan van der Noot; bronnen en bewerkingswijze. Utrecht, Instituut voor Algemene literatuurwetenschap aan de Rijksuniversiteit. 87 pp. = Utrechtse publicaties voor algemene literatuurwetenschap, 8. C.A. Zaalberg, Het Cort Begryp van Jan van der Noot als episch werk. NTg, 58e j., 4, 252-59.

J.C. Arens, Van Acontinus tot Alcontio: de rederijker ‘Elck kan falen’ en J.B. Houwaert. NTg, 58e j., 6, 395-96.

[p. 293]

K. Heeroma, De samenstelling van Tghevecht van minnen. NTg, 58e j., 3, 171-84.

W.M.H. Hummelen, Bij het tweede handschrift van Het spel van de wellustige mensch. SpL, 8e j., 2, 81-102.

J.J. Mak, Nederlandse bewerkingen van ‘La riote du monde’. SpL, 8e j., 2, 126-31.

L. Roose, Oranje tegenover Midas; een Antwerps lofdicht op Retorica. Kon. Soevereine hoofdkamer van retorica ‘De Fonteine’, Jaarboek 1964/65, 121-28.

- -, De gedichtenverzameling van Jacobus de Moor (1598). SpL, 8e j., 4, 241-67.

Zeventiende eeuw

J. Andriessen, Nederlandse Stabat Mater-vertalingen uit de 17e eeuw. OGE, 39e j., 3, sept, 310-16.

H.M. Hermkens, Naar het handschrift. NTg, 58e j., 4, 260-62.

A. de Maeyer, Passietoneel-teksten uit de zeventiende en de achttiende eeuw; bijdrage tot de kennis van het Paas- en passietoneel in de Nederlanden. In: Kultureel jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen. 1963. I. Gent, Provinciebestuur, 1964. 217-678.

E. Willekens, Le théâtre aux Pays Bas. In: Histoire des spectacles. 779-95. Paris, Gallimard. = Encyclopédies de la Pléiade, 19.

bellemans - F.H.M. Hertoghs, Daniel Bellemans, enige biografische gegevens. SpL, 8e j., 1, 57-63.

eredero - R. Antonissen, Bredero de Brabander. In: Dietse studies, bundel aangebied aan Prof. Dr. J. du P[lessis] Scholtz, by geleentheid van sy vyf-en-sestigste verjaardag, 14 mei 1965. Kaapstad, Academia. 1-24.

cruso - J.C. Arens, Nederlandse gedichten van Jan Cruso uit Norwich. SpL, 8e j., 2, 132-40.

van der goes - P. Minderaa, Antonides' satire Maryas. TNTL, 81e j., 4, 241-60.

harduwijn - J.C. Arens, Ellende; J. de Harduyn en Revius naar Gregorius van Nazianze. NTg, 58e j., 4, 263-64.

van geluwe - S.A.E. van Puffelen, Traditionele dichtkunst in de zeventiende eeuw; poëzie van Aernout van Geluwe. WT, 24e j., 10, dec., 495-504.

hooft - A. Keersmaekers, Pieter Cornelisz. Hooft en Ida Cornelisdr. Queeckels in 1603-04. SpL, 9e j., 1, 37-58. F. Roggen, De regie van Trijntje Cornelis. Kon. Soevereine Hoofdkamer van Retorica ‘De Fonteine’, Jaarboek 1964/65, 199-204. C.A. Zaalberg, Hooft als pleitbezorger voor Menelaüs; rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar aan de Leidse Universiteit op 11 december 1964. Groningen, J.B. Wolters, 1964. 16 pp.

[p. 294]

huygens - H.M. Hermkens, Bijdrage tot een hernieuwde studie van Constantijn Huygens' gedichten. Nijmegen, [eigen beheer], 1964. 360 pp. P.E.L. Verkuyl, Sterren-konst-licht bij Huygens-lectuur. NTg, 58e j., 4, 234-43. P.J.H. Vermeeren, Drie gedichten na driehonderd jaar; zelfportret van Constanter in 1664. TNTL, 81e j., 1/2, 16-57.

luyken - J. Luyken, Afbeelding der menselijke bezigheden; voorwoord Johan Schwenke. Zaltbommel, Europese bibliotheek. 216 pp.

revius - J.C. Arens, Steekdichtjes van Revius op heidense wijzen en afgoden naar Lactantius en Augustinus. SpL, 8e j., 3, 209-12. - -, Naar Frans model (Revius, ed. Smit I 253-4). NTg, 58e j., 3, 166-67.

six - J.C. Arens, Bange Pisander: Six van Chandelier en Erasmus' Adagia. NTg, 58e j., 5, 348.

sluiter - C. Blokland, Willem Sluiter 1627-1673. Assen, Van Gorcum & C. 408 pp. = Neerlandica traiectina, 16.

vondel - Gysbrecht van Aemstel, d'ondergang van zijn stad en zijn ballingschap. Treurspel. Verzorgd door Dr. A.C. Sötemann; dramaturgische inleiding en toneelaanwijzingen door Drs. W. Ph. Pos. 6e dr. Amsterdam, J.M. Meulenhoff. 80 pp. = Cahiers voor de letterkunde voor het voortgezet onderwijs. Joseph in Dothan; inleiding en aantekeningen door L. Strengholt. 2e dr. Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink, 1964. 120 pp. = Klassieken uit de Nederlandse letterkunde, 15. B. Albach, Vondels speelruimte - een fiere, feestelijke burgerzaal. Het toneel, 86e j., 6, 247-53. J.C. Arens, Christelijke heroïden vóór Vondels Maagdebrieven. SpL, 8e j., 3, 212-15. - -, Smaaldichtje van C. Kinschotius op Vondels Vergiliusvertaling van 1646. NTg, 58e j., 6, 387. N. van der Blom, Nogmaals: een naamloos grafschrift van Vondel. SpL, 8e j., 1, 53-57. A.P. Braakhuis, Vijfjambische versregels in Joseph in Dothan. NTg, 58e j., 3, 170. A.S. Gérard, Baroque and the order of love: structural parallels in Corneille's Le Cid and Vondels Jeptha. Neophil., 49e j., 2, apr., 118-31. Id., Ibid., 3, juli, 210-20. F. Gorissen, Govert Flinck, der Kleefsche Apelles, und seine Vaterstadt Kleve im Werke Joost Van den Vondels. In: Govert Flinck, der Kleefsche Apelles, 1616-1660; Gemälde und Zeichnungen. Kleef, Städtisches Museum. 5-14. P. King, Vondel tussen imitatio en Imitatio Christi. NTg, 58e j., 6, 388-95. P. Mesnard, Pour le tricentenaire de Vondel; le plus grand tragique chrétien. RLC, 39e j., 1, jan./mars, 5-21.

[p. 295]

J. Noë, Heeft ‘Adam in ballingschap’ een innerlijke structuur? Nova et vetera, 43e j., 3, 169-71. M. Ree, Het standbeeld van Joost Van den Vondel. Ons Amsterdam, 17e j., 6; juni, 169-73. L. Rens, Licht en donker in Vondels beeldspraak. WT, 24e j., 3, jan./feb., 149-54. F. de Schutter, Adam in ballingschap; een kort pleidooi. Nova et vetera, 42e j., 4, 270-81. W.A.P. Smit, Nieuwe Vondel-literatuur. 6. Kåare Langvik Johannessen, Zwischen Himmel und Erde. NTg, 58e j., 1, 19-30. Id., 7. J. Poulsen, Tragiek van Vondels glans. Ibid., 2, 91-99. A.J.J. Visser, Het Pascha van Vondel: verwantschap met die misteriespel. TVL, NR, 3e j., 1, feb., 53-59.

Achttiende eeuw

bilderdijk - Kort verhaal van eene aanmerkelijke luchtreis; een nieuwe planeetontdekking; vert. uit het Russisch; beknopte inleiding en enkele aantekeningen van M.J.G. de Jong. 's-Gravenhage, W. van Hoeve. 100 pp. = Kramers pockets van formaat, 13. J. Bosch, Nieuwe aspecten in de Bilderdijk-studie. NTg, 58e j., 5, 289-300. H. Entjes, Bilderdijk over ‘Overijsels’ en ‘Hollands’. Driemaandelijkse bladen voor taal- en volksleven in het O. van Nederland. 17e j., 3, 105-07.

van engelen - N. Wijngaards, Aan de bronnen van de nieuwe esthetiek; Cornelis van Engelen. NTg, 58e j., 3, 145-55.

feith - M.J.G. de Jong, ‘Het graf’ van Rhijnvis Feith. LB, 54e j., 4, 110-20. - -, Geen overspel in de hemel; kanttekeningen bij een dissertatie [P.J.A.M. Buijnsters, Tussen twee werelden: Rhijnvis Feith als dichter van ‘Het graf’]. Gids, 128e j., 7, sept, 129-34. M.N.J. Poulsen, Feiths doodsbrief. Brabantia, 14e j., 1, jan., 1-7. W.A.P. Smit, Rhijnvis Feith en de liefde van Julia. In: Dietse studies, bundel aangebied aan Prof. Dr. J. du P[lessis] Scholtz, by geleentheid van sy vyf-en-sestigste verjaardag, 14 mei 1965. Kaapstad, Academia. 144-59.

hofman - W. Simaey, Leven en tijd van Jan Hofman, Kortrijks toneeldichter (Kortrijk 2 maart 1758 - 2 augustus 1835). De Leiegouw, 7e j., 2, 129-57.

langendijk - Het wederzijds huwelijks bedrog; blijspel; inl. en aantek. van Esther Hagers. 5e dr. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 92 pp. = Malmbergs Nederlandse schoolbibliotheek.

rotgans - L. Strengholt, De schroomvallige meisjes van Rotgans. NTg, 58e j., 6, 366-73.

wellekens - J.B. Wellekens, Verhandeling van het herdersdicht (1715); verz. door Dr. J.P. Warners. Utrecht, Instituut voor Algemene literatuurwetenschap aan de Rijksuniversiteit. 120 pp. = Utrechtse publicaties voor Algemene literatuurwetenschap, 7.

[p. 296]

Negentiende eeuw

algemeen - E. de Bock, Verkenningen in de eerste helft van de negentiende eeuw. Antwerpen, De Sikkel. 160 pp.

J. Ten Brink / Cd. Busken Huet, Brieven aan de uitgever van het Tijdschrift Nederland 1873-1886; uitgegeven, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Dr. L. Brummel. 's-Gravenhage, Nederlands letterkundig Museum en Documentatiecentrum. = Achter het boek, 2e j., 2/3, 3e j., 4.

J. Smit, De correspondentie Potgieter-Huet. NTg, 58e j., 5, 323-26.

K. Wauters, Wagner en het Vlaamse kultuurleven vóór 1876. SpL, 8e j., 3, 225-30.

Tijdperk tot 1880

alberdingk thijm - P. Brachin, Alberdingk Thijms verhandeling ‘De la littérature néerlandaise’ (1854). VMA, NR, 9/12, 329-61. L.J. Rogier, Alberdingk Thijm en de katholieke herleving. In: Terugblik en uitzicht. 2. Antwerpen, Hilversum. 251-74.

bakhuizen van den brink - G. Stuiveling, Voetstappen van de Nederlandse romantiek. 3. Bakhuizen van den Brink in 1837. NTg, 58e j., 1, 11-18.

beets - J. Elemans, Landbouw en letterkunde. Jeugd en cultuur, 10e j., 9, aug./ sept, 402-10.

couperus - G.J.M. van den Aardweg, De neurose van Couperus. Ned. tijdschrift voor de psychologie en haar grensgebieden, 20e j., 5, mei, 293-307. R.P. Meijer, The theme of disintegration in the novels of Louis Couperus. AUMLA, 22, nov. 1964, 268-76.

geel - Instituut voor vergelijkend literatuuronderzoek, Diodes en Charinus; een vergelijkende karakteristiek van hun prototypen in 1852 [J. Geel, Gesprek op den Drachenfels]. NTg, 58e j., 5, 305-13.

gezelle - Gezellekroniek, 3, nov. Kapellen, Guido Gezelle Genootschap. 180 pp. Bevat: R.F. Lissens, ‘De engel der Poëzij’, 7-30; K. De Busschere, Guido Gezelle en de taal, 31-62; P. Maximilianus van Dun, Ds H. Heven en Gezelle, 63-65; J. de Muelenaere, Canon Benoit en Gezelle, 2, 67-88. J. Aerts, Stilistisch-retorische aantekeningen bij Gedichten, gezangen en gebeden van Guido Gezelle. SpL, 8e j., 3, 161-83. M. Custers, Zes brieven van Guido Gezelle. Tijdsp., 20e j., 11, nov., 202-11. J. Geldhof, Gezelle, de taaldemocraat. B, 66e j., 7, hooim., 205-06. - -, Gezelle op de Breidelfeesten te Brugge; augustus 1887. B, 66e j., 9, herfstm., 281-82. C.F.P. Stutterheim, Gezelle als Prokrustes. Forum der letteren, 6e j., 4, nov., 201-16.

hoffmann von fallersleben - P. Brachin, Les Pays Bas vus par Hoffmann von Fallersleben. EG, 20e j., 2, avr./juin, 189-209.

[p. 297]

van der hoop - A. van der Hoop, De renegaat; met inleiding en aantekeningen door Dr. W. Drop. Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink, 1964. 120 pp. = Klassieken uit de Nederlandse letterkunde, 32.

multatuli - M. Janssens, Retarderende structuurelementen in ‘Max Havelaar’. Forum der letteren, 6e j., 4, nov. 187-200. J. Kortenhorst, Multatuli en Hotz. 's-Gravenhage, Jako Pers. 44 pp. P.J. Meertens, Multatuli in Zeeland, Zeeuws ts, 15e j., 1, 2-13. J.J. Oversteegen, Een verbaasd gezicht. Merlyn, 3e j., 1, jan., 69-74. G.J. Resink, Tristam, Max en Jim. NSt, 20e j., 4, apr., 247-56. A.J. Schneiders, Don Quichot en Multatuli. LT, 231, okt., 518-19.

loveling - M. Galle, Virginie hoveling, Klauwaard en Geus. NVT, 3e R, 18e j., 7, 625-28.

swarth - A. van Duinkerken [W.J.M.A. Asselbergs], Het noodlot van Helene Swarth. DWB, 110e j., 4, apr./mei, 266-79. M. Galle, Helene Swarth over Couperus in brieven aan Vol de Mont. NTg, 58e j., 1, 31-34.

thouars - H. Doedens, Markies de Thouars, citadelpoëet en Twents dichter. Driemaandelijkse bladen, 17e j., 4, 152-60.

tollens - H. Tollens, De overwintering der Hollanders op Nova Zembla in de jaren 1596 en 1597; gevolgd door Avondmijmering; tekstuitgaven met varianten naar het hs. en de verschillende drukken, verzorgd en ingeleid door Dr. G.W. Huygens. Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink, 1964. 96 pp.

verriest - S. Streuvels [F. Lateur], Hugo Verriest. Antwerpen, Helios. 52 pp. = Monografieën over Vlaamse letterkunde, 32.

willems - A. Deprez, Jan Frans Willems, 1793-1846. Antwerpen, Helios. 52 pp. = Monografieën over Vlaamse letterkunde, 34.

withuys - G. Gunderman, Christiaan Godfried Withuys; een nagenoeg vergeten dichter-regent. Ons Amsterdam, 17e j., 6, juni, 181-84.

Tijdperk ca. 1880 tot ca. 1900

algemeen - F. Jansonius, Nieuwe literatuur over Tachtig. SpL, 8e j., 3, 216-25.

G. Kazemier, Verwey en Gorter: Persephone en Mei; rede uitgesproken bij de opening van het 51e studiejaar van de School voor taal- en letterkunde te 's-Gravenhage op 18 september 1965. Groningen, P. Noordhoff. 28 pp.

L. Macken, Over de briefwisseling tussen Frederik van Eeden en Lodewijk van Deyssel. DWB, 110e j., 3, maart, 221-24.

buysse - A. Demedts, Het proefstuk van ons naturalisme: De biezenstekker door Cyriel Buysse. Perisc., 15e j., 11, sept, 1-2.

van deyssel - E. d'Oliveira, De betekenis van de organische minderivaardigheid voor Van Deyssels stijl. Merlyn, 3e j., 1, jan., 2-28. H.G.M. Prick, Lodewijk van Deyssel te Mont-lez-Houffalize. SpL, 8e j., 2, 140-46.

[p. 298]

van eeden - F. van Eeden, De heks van Haarlem; treurspel der onzekerheid; ingeleid en van aantekeningen voorzien door Drs. P. Vreeken. 2e dr. Gorinchem, J. Noorduijn. 104 pp. A. Perdeck, Nakend op de fiets. Gids, 128e j., 3, maart, 147-55.

gorter - H. Gorter, Mei; een gedicht; Ingeleid door G. Stuiveling; houtgravures van Dirk van Gelder. 4e dr. 's-Gravenhage, Bert Bakker, Bussum, C.A.J. Van Dishoeck. 160 pp. = Ooievaar, 26. A. Donker [N. A. Donkersloot], Herman Gorter na verloop van tijd. NSt, 20e j., 5, mei, 303-12. F. Kief, Gorter als politicus onderschat. Gids, 128e j., 1/2, jan./feb., 77-81.

heijermans - B. Albach, Herman Heijermans' pennestrijd tegen Edward Gordon Craig. Het toneel, 86e j., 6, 254-58. A. Heijermans-Jurgens, Herman Heijermans' laatste levensjaren. Amsterdam, E. Querido. 56 pp. = De boekvink.

kloos - H. Michaël, Abel en Eva. SpL, 8e j., 1, 63-68. P. van Eeten, Abel, Eva en Michaël. SpL, 8e j., 4, 268-70. W. Zaal, De Binnengedachten van Kloos. NTg, 58e j., 1, 1-10.

lambrechts - J. Droogmans, Werk en betekenis van Lambrecht Lambrechts; beschouwingen bij de 100e verjaring van zijn geboorte op 24 september 1865. Tijdsp., 20e j., 7/8, juli./aug., 120-28. A.R., Lambrecht Lambrechtshulde. Limburg, 44e j., 11/12, nov./dec, 237. G. Michiels, Lambrecht Lambrechts (1865-1932). Ibid., 238-49. - -, Lambrecht Lambrechts; bij de 100e verjaring van zijn geboorte, 24 september 1865. Tijdsp., 20e j., 3, maart, 18-28.

van langendonck - J. Hendrickx, Onze kwartierstaat: Prosper van Langendonck (1862-1920). Vlaamse stam, 1e j., 4, dec., 275-77.

snieders - R. Dubois, Het volksleven in het werk van J.R. Snieders. Noordgouw, 5e j., 4, 183-217.

verwey - Het eeuwjaar van Albert Verwey, 1865 - 15 mei - 1965. OKW-mededelingen, 29e j., 18/19, 10 mei, 191-92. F. Closset, Albert Verwey (1865-1937). RLV, 31e j., 2, 198-201. M. Nijland-Verwey, Verwey en Kloos. 2. Van het leven. NTg, 58e j., 4, 217-29. R. Pannwitz, Albert Verwey und Stephan George; zu Verweys hundertstem Geburtstag. Heidelberg, Schneider. M. Nijland-Verwey, Verwey en Kloos; 1. Het boek van mysterie. NTg, 58e j., 2, 73-83. Th. Weevers, Albert Verwey, de dichter, 1865-1965. Jaarboek Maatschappij Nederlandse letterkunde te Leiden, 1964/65, 11-30. - -, Mythe en vorm in de gedichten van Albert Verwey; een inleiding tot zijn poëzie. Zwolle, W.E.J. Tjeenk Willink. 112 pp. = Zwolse reeks van taal- en letterkundige studies, 17.

[p. 299]

vermeylen - C. Lemaire, August Vermeylen en Henri van de Velde; voorgeschiedenis van het tijdschrift Van Nu en Straks. Archives et bibliothèques de Belgique / Archief- en bibliotheekwezen in België, 36e j., 1, 84-96. J. Venstermans, August Vermeylen. Brugge, Desclée de Brouwer. 64 pp. = Ontmoetingen, 60. M. Rutten, Even terug tot Charles Morice en August Vermeylen. SpL, 8e j., 1, 68-70.

Tijdperk ca. 1900 - ca. 1920

baekelmans - A. Demedts, Lode Baekelmans ter gedachtenis. Perisc., 15e j., 8, juni, 15. G. Schmook, Lode Baekelmans 1879-1965. Bgids, 41e j., 2/3, maart,/juni, 17-19.

boutens - W. Blok, Boutens' Nacht-Stilte. Merlyn, 3e j., 5, sept., 399-405. K. de Clerck, Kennismaking met de verstechniek bij Boutens. RLV, 31e j., 2, 133-42. - -, Boutens' literair debuut. NTg, 58e j., 2, 116-21.

van cauwelaert - M. Gijsen [J.A. Goris], August van Cauwelaert herdacht (1885-1965). NVT, 3e R., 18e j., 893-99.

elsschot - K. Fens, Het verhaal van de publieke man [Het dwaallicht]. Merlyn, 3e j., 1, jan., 29-37.

van der leeuw - D. van Velden, De oorspronkelijkheid van Aart van der Leeuw's Ik en mijn speelman. NTg, 58e j., 2, 102-08.

leopold - F. Closset, Jan Hendrik Leopold. RLV, 31e j., 3, 281-86. N.A. Donkersloot, J.H. Leopold; lotgevallen van een dichterschap. Amsterdam, Polak & Van Gennep. 104 pp. = Kartons.

minne - R. Herreman, Bij het overlijden van Richard Minne. NVT, 18e j., 5/6, 433-35.

nescio - K. Fens, Over Nescio's ‘Dichtertje’. Merlyn, 3e j., 1, jan., 57-62.

van nijlen - C. Bittremieux, In memoriam Jan van Nijlen. Tirade, 9e j., 105, sept., 506-08. P.G. Buckinx, Bij het afsterven van Jan van Nijlen. NStn, 22e j., 2, nov./dec., 56-58.

van schendel - P. Angelini, Arthur van Schendel et l'Italie; les Notes sur la Renaissance. EG, 20e j., 4, oct./déc., 511-28. H.P.A. van Eijk, Mededelingsvormen bij Arthur van Schendel; een stilistisch onderzoek. Die Rededarstellungen Arthur van Schendels; eine stilistische Untersuchung mit einer Zusammenfassung in deutscher Sprache. [Proefschrift R.U. Utrecht]. Assen, Van Gorcum. 260 pp. + 4 pp. stellingen. [Bespr. F. Jansonius, NTg, 58e j., 6, 414-18]. A. Germay, Van Schendel in de ‘noodlotromans’ aan het woord. RLV, 31e j., 2, 142-48. J. Noë, Een roman verklaren; A. van Schendel: Een Hollands drama. Nova et vetera, 43e j., 3, 208-19.

[p. 300]

J.J. Oversteegen, Van Schendels Waterman: feit en fictie. Merlyn, 3e j., 1, jan., 48-56. F. Sarneel, Lezen en nog eens lezen. 7. [A. van Schendel]. Jeugd en cultuur, 10e j., 6, maart 254-58. Id. Ibid., 7, apr., 331-36. Id., Ibid., 8, mei,/juni, 372-76.

timmermans - J. de Ceulaer, Felix Timmermans buiten onze grenzen. Ons erfdeel, 8e j., 4, juni, 16-26. R. Kimpe, Kleine literaire herinnering. Trefpunt, 2e j., 3, 19-22.

vercammen - [Jan Vercammen-nr] Pan, 12e j., 2, mei, 31 pp.

vermeersch - A. Demedts, Gustaaf Vermeersch. Perisc., 15e j., 9/10, juli,/aug., 2.

Van ca. 1920 tot ca. 1940

algemeen - M. ter Braak en E. du Perron, Briefwisseling 1930-1940. 3. [tekstverzorging en annotaties H. van Galen Last]. Amsterdam, G.A. van Oorschot. 496 pp. M. Roelants, Roman van het tijdschrift Forum of Les liaisons dangeureuses; documenten bijeengebracht en van wat commentaar voorzien; een verzameling brieven van Menno ter Braak en Maurice Roelants alsmede enkele epistels van Marnix Gijsen, Raymond Herreman, Gerard Walschap en Doeke Zijlstra; enkele wederzijdse rechtzettingen door Victor E. van Vriesland en Maurice Roelants en de twistappel van Victor Varangot: Virginia. 's-Gravenhage, Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar. 240 pp. = Nijgh en Van Ditmar paperbacks, 21. [Bespr. W. Hazeu, Maurice Roelants schreef een nieuw roelantslied. Komma, 1e j., 4, 65-75].

M.J.G. de Jong, Baudelaire, Van Eyck, en Nijhoff. VMA, NR, 1,/4, 31-49.

H. Kapteijns, Het maandblad De gemeenschap; intenties en aspecten. Utrecht, De Fontein, [1964]. 184 pp.

van aken - B. Ranke [F. van der Auwera], Piet van Aken. Perisc., 15e j., 9/10, juli,/aug., 3-4.

van den bergh - K. Helsloot, Variaties op het thema plagiaat of De dichter die niet dood wil [Herman van den Bergh]. M, 12e j., 10, jan., 645-59.

bloem - H.U. Jessurun d'Oliveira, Wanneer was toen? Merlyn, 3e j., 1, jan., 38-47.

bordewijk - Th. Govaart, Dodenherdenking. Raam, 19, 48-59.

ter braak - M. ter Braak, Het verraad der vlaggen; ingeleid door H. van Galen Last. Amsterdam, E. Querido. Groningen, J.B. Wolters. 32 pp. H. Bonger, Menno ter Braak. Rekenschap, 12e j., 1, maart, 2-32. J.G. Kooij, Ter Braak en de grammatika. Merlyn, 3e j., 1, jan., 63-68. M. van Nieuwstadt, Menno ter Braak 1930-1932; een biografische proefneming. Raam, 20, 4-41.

buckinx - R. Verbeeck, Pieter G. Buckinx. Antwerpen, Helios. 48 pp. = Monografieën over Vlaamse letterkunde, 29.

[p. 301]

burssens - K. Jonckheere, Gaston Burssens en het NVT. NVT, 3e R, 18e j., 2, 181-86. P. de Vree, Gaston Burssens of Le silence tel qu'il le parle. Perisc., 15e j., 3, maart, 1, 4.

coster - E. du Perron, Uren met Dirk Coster. De smalle mens. Amsterdam; G.A. van Oorschot. 240 pp. = Stoareeks.

demedts - L. Scheer, André Demedts als novellist. DWB, 110e j., 3, maart, 207-12. A. van Wilderode [C. Coupé], André Demedts. Brugge, Desclée de Brouwer. 64 pp. = Ontmoetingen, 58.

elsing - P. Hardy, Johan-Mark Elsing zestig. Boekeng., 43e j., 5, juni, 197-98.

engelman - B.M. Salman, Jan Engelman en Limburg. Maasland, 12e j., 9 mei, 274-77, 79.

gossaert - N.J. Schuurmans, De zgn. parenthetische bepaling. NTg, 58e j., 6, 374-75.

gilliams - J. Bernlef, K. Schippers, Gesprek met Maurice Gilliams. Gids, 128e j., 1/2, jan./feb., 59-66. P.J. Buynsters, ‘Het Maria-leven’ van Maurice Gilliams; een poging tot interpretatie. SpL, 8e j., 3, 184-201. M. Insingel, Gedroomde kaars; Maurice Gilliams: Gedichten 1919-1958. Jeugd en cultuur, 11e j., 2, nov., 72-80.

gijsen - L. Scheer, De hoofdkarakters in het werk van Marnix Gijsen en hun houding tegenover het leven. DWB, 110e j., 1, jan., 3051. A. van der Veen, Graham Greene en Marnix Gijsen: leven op het grensgebied tussen geloof en ongeloof. Gids, 128e j., 9, nov., 280-84.

jonckheere - J. Waeyenborghs, Karel Jonckheere. Landeigendom, 19e j., 210, juni, 213-14.

van hecke - B. Decorte, Firmin van Hecke. Antwerpen, Helios. 44 pp. = Monografieën over Vlaamse letterkunde, 33.

hensen - A. Demedts, De poëzie van Herwig Hensen. DWB, 110e j., 7, sept., 503-09.

inghelram - J. van Remoortere, Daan Inghelram 60! WV, 14e j., 84, nov./dec., 430.

jonckheere - A. van Hoeck, De ambassadeur van onze letteren; interview met Karel Jonckheere. Ambassadeur, 5, 13-15.

lemaire - H.J. van Wielink, Edgard Lemaire 1897-1964. LT, 228, feb., 27-34.

lennart - F. Dommisse, Over Clare Lennart. 's-Gravenhage, Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar. 104 pp.

matthijs - F. Bonneure, Marcel Matthijs. Brugge, Desclée de Brouwer. 72 pp. = Ontmoetingen, 59.

nijhoff - L. Wenseleers, Het lied der dwaze bijen: moderne lyriek en mystiek. RLV, 31e j., 5, 472-83.

[p. 302]

van ostaijen - W. ver Eecke, Drie gedichten van Paul van Ostaijen. Nova et vetera, 42e j., 3, 231-36. P. Hadermann, De kringen naar binnen; de dichterlijke wereld van Paul van Ostaijen. Antwerpen, Ontwikkeling. 230 pp.

van oudshoorn - J. van Oudshoorn, Bezwaarlijk verblijf; uitgegeven naar het handschrift, toegelicht en van een levensschets voorzien door W.A. de Moor. Amsterdam, Polak & Van Gennep. 112 pp. = Kartons. K. Fens, Gespletenheid als opgave. Merlyn, 3e j., 5, sept., 321-32. - -, Op weg naar begin en einde. Merlyn, 3e j., 6, nov., 425-35.

de pillecijn - L.E. de Meulenaer, Enkele structurele aspecten van De Pillecijns novelle ‘Rochus’. Nova et vetera, 43e j., 3, 172-80.

schouteden - J. Droogmans, Ward Schouteden en het kultuurleven in Limburg. Tijdsp., 20e j., 3, maart., 2-9.

slauerhoff - P. Knops, Slauerhoff: dichter of prozaïst? Proces-verbaal, 2e j.K. Meeuwesse, Een Frans proefschrift over Slauerhoff (Louis J.E. Fessard, Jan Slauerhoff, l'homme et l'oeuvre, 1964). NTg, 58e j., 6, 397-403.

vestdijk - R.A. Cornets de Groot, Vestdijks Mnemosyne in de bergen. Merlyn, 3e j., 5, sept., 333-61. Id., Ibid., 6, nov., 436-56. W. Enzinck, Simon Vestdijk; opnieuw kandidaat, opnieuw afgewezen. Amsterdam, Stichting IVIO. 16 pp. = [AO-Reeks, 1084]. M. Hartkamp, De kritiek en ‘Het genadeschot’. Merlyn, 3e j., 4, juli, 253-67. B. Kemp [B.F. van Vlierden], Spiegelgevecht met het geweten: ‘Het genadeschot’ door Simon Vestdijk. DWB, 110e j., 3, maart, 213-20. J. Starink, Het fragmentarische huis; ruimtelijke verbeelding in een roman [Terug tot Ina Damman]. 's-Hertogenbosch, L.C.G. Malmberg. 20 pp. = Tilliburgis, 15.

de vries - P.J. Risseeuw, Anne de Vries (Assen 22 mei 1904 - Zeist 29 november 1964). Jaarboek Maatschappij Ned. Letterkunde 1964/65, 121-27.

de vries - J.J. Oversteegen, ‘Mijn broer’ in de steigers [Hendrik de Vries]. Merlyn, 3e j., 4, juli, 299-309. J.J. Wesselo, De dood van mijn broer; n.a.v. W.A. Wilmink, Raadselachtigheid en onvolledigheid in enkele gedichten van Hendrik de Vries. Merlyn, 3e j., 4, juli, 293-98. W.A. Wilmink, Raadselachtigheid en onvolledigheid in enkele gedichten van Hendrik de Vries. Merlyn, 3e j., 3, mei, 243-48.

walschap - A. Westerlinck [J. Aerts], Walschap en de ondergrondse mens. DWB, 110e j., 9, nov., 664-74.

Van ca. 1940 tot heden

algemeen - M. de Belder-Sarens, Kamertoneel in Vlaanderen. Kon. Soevereine Hoofdkamer van Retorica De Fonteine, Jaarboek 1964/65, 141-91.

[p. 303]

De beweging van vijftig. 's-Gravenhage, Ned. Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Amsterdam, De Bezige Bij. 105 pp. = Schrijvers prentenboek, 10.

J. Bernlef, K. Schippers, Wat zij bedoelen, gesprekken met S. Carmiggelt, A. Alberts, J. Hanlo, L. Th. Lehman, J.W. Holsbergen, M. Gilliams, C. Buddingh', R. Campert, L. Vroman. Amsterdam, E. Querido. 184 pp.

A. Demedts, Moderne poëzie; grenzen en begrenzingen. TVL, NR, 3e j., 3, aug., 18-30. Id., Betekenis en toekomst. Ibid., 4, nov., 13-21.

H. Oosterhuis, Standbeeld zonder marmer / Lichaam zonder vlees; kanttekeningen bij moderne poëzie. Streven, 18e j., dl 2, 8, mei, 773-79.

M. Rutten, Paul Snoek en Hugues C. Pernath: de Siamese tweelingen. VlG, 49e j., 2, feb., 102-20.

J. van der Vegt, Langs de lijnen van zestig; een verkenning in de aktualiteit. Contour, 1e j., 5/6, okt., 171.

J. Weisgerber, Regards sur la littérature flamande. Industrie, 19e j., 10, oct., 700-03.

achterberg - W. ver Eecke, Taalconstructies rond ‘Het gebeuren op Golgotha’ door de dichter Gerrit Achterberg. Nova et vetera, 43e j., 2, 144-51.

van beek - F. Sarneel, De impasse van Geert van Beek. Raam, 23, 37-45.

berkhof - D. Janssen, Groei van een drieluik: een gesprek met Aster Berkhof. Boekeng., 43e j., 3, maart, 97-101.

bernlef - D. Zaal, Jan Bernlef; eenzaamheid tot en met overmoed. Wikor, 13e j., dec., 241-44.

boon - J. Weverbergh, De muze tussen waarheid en fatsoen: Menuet van Louis Paul Boon. VlG, 49e j., 11, nov., 689-97.

brakman - W. Brinkman, Gesprek met Willem Brakman. M, 12e j., 1, maart, 763-75.

buddingh' - J. Bernlef, K. Schippers, Gesprek met C. Buddingh'. Gids, 128e j., 3, maart, 138-46.

campert - J. Bernlef, K. Schippers, Gesprek met Remco Campert. Gids, 128e j., 6, juni, 42-57.

claus - G. Dieltjens, Claus en de moraal. De moralist, 10e j., 3, juni, 124. J. De Roek, Naamgeving en beeldspraak in de poëzie van Hugo Claus. 2. Dialoog, 5e j., 2, winter, 92-121. P.H. Schrijvers, Omtrent Deedee's ‘Wereldbeeld en coquettene’; complementie-artikel. [Sybren Polet]. Merlyn, 3e j., 4, juli, 310-20.

gompbrts - H. Kaleis, Gomperts, de rede en het geluk. Tirade, 9e j., 106, okt., 604-15.

de haes - A. Westerlinck [J. Aerts], Het poëtisch wereldbeeld van Jos de Haes. DWB, 110e; j., 2, feb., 126-43.

hamelink - Th. Govaart, Polariteit van leven en dood; nog eens Jacques Hamelink. Kultuurleven, 32e j., 4, mei, 278-84.

[p. 304]

hermans - J.J. Oversteegen, Uit eten bij de kannibaal. Merlyn, 3e j., 2, maart, 88-104.

van herreweghen - R. van de Perre, De symboliek van het kind bij H. van Herreweghen. NStn, 21e j., 7, aug., 214-21.

van der hoeven - D'Haen, C., Commentaar van een lezer bij ‘Elementair’ van ]an van der Hoeven. VlG, 49e j., 3, 137-50.

hoornik - H.U. Jessurun d'Oliveira, Visfilet. Merlyn, 3e j., 3, mei, 181-213.

hussem - N. Scheepmaker, De navolging van Hussem. Gids, 128e j., 3, maart, 157-60.

kemp - J. Deleu, Het aandeel van de mens in het verlossingsprobleem: méér mens worden door liefde. Pennoen, 16e j., 1, juni, 6-7. M. Janssens, Een andere Bernard Kemp. DWB, 110e j., 7, sept., 514-22.

koolhaas - K. Fens, Korte analyse, ‘De hond in het lege huis’. Merlyn, 3e j., 3, mei, 237-42.

lampo - M. Gevers, Le mystère qui nous entoure. RGB, 5, mai, 110-16. B. Ranke [F. van der Auwera], Hubert Lampo, romancier van de ‘andere’ werkelijkheid. Perisc., 15e j., 3, jan., 3-4. L. Scheer, Hubert Lampo of de intellectualistische onrust. DWB, 110e j., 5, juni, 354-59.

lucebert - R.A. Cornets de Groot, Van letter tot letter. Gids, 128e j., 9, nov., 285-88.

michiels - Even praten met Ivo Michiels. [interview afgenomen door An Valvekens en Tony Rombouts]. Proces, 1e j., 14/15, 16 juli, 10-11.

mulisch - N. Gregoor, In gesprek met Harry Mulisch. Amsterdam, De Bezige Bij, 136 pp. = Literaire documentenserie, 1. T. Neelissen, Van symbolen tot cymbalen. De maand, 8e j., 9, nov., 527-31.

polet - D.W. Dijkhuis, Het wereldbeeld en de coquetterie. Merlyn, 3e j., 2, maart, 146-52.

van het reve - K. Fens, Uren, dagen, jaar. Merlyn, 3e j., 2, maart, 77-87.

roest crollius - M. Janssens, Het derde Jeruzalem. DWB, 110e j., 4, apr./mei, 287-93.

rosseels - R.L.J. Bromberg, De kracht van de religieuze projectie. Jeugd en cultuur, 10e j., 7, apr., 298-307. Id., Ibid., 8, mei/juni, 349-56. Id., Ibid., 9, aug./sept., 394-99.

vandeloo - L. Gillet, Het proza van Jos Vandeloo: ‘littérature engagéer’ van de goede soort. RLV, 31e j., 5, 484-91.

van der veen - M. Mooy, Adriaan van der Veen. Brugge, Desclée de Brouwer. 64 pp. = Ontmoetingen, 62.

vinkenoog - P. de Wispelaere, Simon Vinkenoogs geestelijk avontuur. VlG, 49e j., 9, sept., 616-17.

vroman - J. Bernlef, K. Schippers, Gesprek met Leo Vroman. Gids, 128e j., 7, sept., 116-28.

[p. 305]

L.H. Pelzer, Leo Vroman. Brugge, Desclée de Brouwer. 80 pp. = Ontmoetingen, 63. K.L. Poll, Symbolen voor de eigen vorm; de poëzie van Leo Vroman. 2. Hollands maandblad, 7e j., 216/17, juli/aug., 48-54.

walravens - C. Haesaert, In memoriam Jan Walravens. PEN-club België; Vlaams centrum, juli-sept., 2-4. W.M. Roggeman, Portret in de morgen; Jan Walravens. Kentering, 1, 16-20. M. Wauters, De poëtische visie van Jan Walravens. Kron. van kunst en kultuur, 24e j., 10, sept., 2-4.

warmond - M. van IJzer, Ellen Warmond. Jeugd en cultuur, 10e j., 6, maart, 267-77. - -, Ellen Warmond, ontmoeting in proza. Jeugd en cultuur, 10e j., 7, apr., 316-19.

de wispelaere - F. Bonneure, Een romanschrijver is een onruststoker; een vraaggesprek met Paul de Wispelaere. Wikor, 13e j., 12, dec., 259-63.

de wit - L. Scheer, Verhalen van Klaas de Wit. DWB, 110e j., 4, apri./mei, 294-99.

wolkers - H. Romein Meijer, Wolkers' paradijs. Hollands maandblad, 7e j., 211, feb., 30-34.

Lijst der gebruikte afkortingen

B	Biekorf
Bgids	Bibliotheekgids
BrP	Brusselse post
DVjs	Deutsche Vierteljahrsschrift für Literaturwissenschaft und Geistesgeschichte
DWB	Dietsche Warande en Belfort
EG	Etudes germaniques
LB	Leuvense bijdragen
LT	Levende talen
M	Maatstaf
Neoph	Neophilologus
NSt	De nieuwe stem
NStn	Nieuwe stemmen
NVT, NR	Nieuw Vlaams Tijdschrift, nieuwe reeks
OGE	Ons geestelijk Erf
Perisc	De periscoop
RGB	Revue générale beige
RLMC	Revista de letterature moderne e comparate
RLV	Revue des langues vivantes - Tijdschrift voor levende talen
SpL	Spiegel der Letteren
TNTL	Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde
TVL, NR	Tydsskrif vir letterkunde, nuwe reeks
Tijdsp	De Tijdspiegel
VlG	De Vlaamse Gids
VMA, NR	Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde, Nieuwe Reeks
WV	West-Vlaanderen

Antwerpen

dr. em. willekens