Spiegel der Letteren. Jaargang 8
(1964-1965)– [tijdschrift] Spiegel der Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |
In margineGilis HoningsIn zijn artikel over Een vroege rederijker Gilleken Onin heeft A. van Brantehem een interessante ontdekking bekend gemaaktGa naar voetnoot1: het acrostichon ‘Gilis Onin’ in refrein CXXXVI bij Van DoesborchGa naar voetnoot2. Hij onderstelt terecht dat hiermee een dichter genoemd wordt, die reeds met naam bekend was als Gilleken HooninGa naar voetnoot3. Van Branteghem schijnt echter de vorm Onin als naam van deze Brugse rederijker te verkiezen en steunt daarbij blijkbaar uitsluitend op de versie van het acrostichon. Nochtans leest men in dit acrostichon: gilis onings. Wat Van Branteghem de mooi symmetrische plaats van het acrostichon noemt, ontstaat slechts als men Onin en niet Onings leest. De eerste drie en de laatste drie verzen van de strofe mogen dan niet meetellen bij de naamvorming. Zulke symmetrische plaatsing van het acrostichon is nochtans lang niet gewoon bij de rederijkers en lijkt ons onvoldoende als argument om Onin boven Onings te verkiezen. Naar onze mening moet men hier dus Gilis Onings of Gilis Oning lezen. Om de juiste naam van deze rederijker vast te stellen, zouden wij vóór Onings ook nog een H willen schrijven, zoals die voorkomt bij Muller en ScharpéGa naar voetnoot4. Daar leest men Gilleken Hoonin. Het vers dat zulke H voor het acrostichon moest leveren, kan weliswaar in onderhavig refrein niet weggevallen zijn, want de strofe is volledig; er zijn 15 verzen, zoals in de overige strofen. Men neme echter in aanmerking dat reeds sinds de 13de eeuw de h in Vlaanderen vaak niet meer geschreven werdGa naar voetnoot5. Ten slotte kunnen wij onze voorkeur voor de vorm met ng boven de schrijfwijze Hoonin staven met een beroep op het weer typisch Westvlaamse spellingsverschijnsel, waar ng na i meermalen n werd geschreven, een eigenaardigheid waaruit Dr. A. Van Loey geneigd was op te maken dat de velare nasaal via mouillering tot een palatale nasaal kon wordenGa naar voetnoot6. Eer deze rederijker nu definitief de litteratuurgeschiedenis ingaat, nadat A. Van Branteghem hem op voortreffelijke wijze in de actualiteit bracht, wilden wij alleen maar pleiten voor een meer vertrouwde vorm van zijn naam: Gilis Honings (of Honing) in plaats van het niet erg Nederlands klinkende en onwaarschijnlijke Onin. f. van vinckenroye |
|