Spiegel der Letteren. Jaargang 4
(1960)– [tijdschrift] Spiegel der Letteren– Auteursrechtelijk beschermdEen bibliografie van de Vlaamse tijdschriftenIndien op de jongste Conferentie der Nederlandse Letteren (Den Haag, 1960) nog geklaagd kon worden over de achterstand die het Zuiden tegenover het Noorden vertoont ten aanzien van de publicatie van de letterkundige bibliografieën, bestaat er thans reden om te verwachten dat Zuid-Nederland op een der volgende conferenties wel als voorbeeld op het zopas genoemde domein zou kunnen gesteld worden. Hiervoor spannen zich althans Dr. Rob. Roemans en Dra Hilda Van Assche in, die van wal zijn gestoken met een groots opgezette Bibliografie van de Vlaamse Tijdschriften, welke in een eerste reeks de Vlaamse Literaire Tijdschriften van 1930 tot en met 1958 zal bestrijken en in een tweede reeks de Vlaamse niet-literaire (maar toch filologisch en linguïstisch-georiënteerde) tijdschriften van 1886 tot en met 1958 zal behandelen. Van de eerste reeks liggen thans reeds drie lijvige boekdelen voor ons, die resp. aan Dietsche Warande en Belfort, De Vlaamse Gids en het Nieuw Vlaams Tijdschrift gewijd zijnGa naar voetnoot1. Deze uitgave sluit aan bij het in 1930-1934 verschenen Eerste Deel van de Bibliographie van de Moderne Vlaamsche Literatuur, 1893-1930 (Uitg. Steenlandt, Kortrijk), waarvan zij met nog enige verruiming, ook de algemene principes heeft overgenomen. De reeds verschenen delen omvatten voor het behandelde tijdschrift 1o een opgave van titel, uitgeverij, redactie, formaat, jaargang, omvang, illustratie, medewerkers, en een opheldering van aan de uitgevers bekende pseudoniemen, en 2o een volledige inhoudsopgave, waarin de bijdragen volgens hun aard - poëzie, proza, toneel en kritische bijdragen - zijn gerangschikt. Wat de poëzie betreft worden voor elk gedicht afzonderlijk, buiten de eventuele titel ook de strofische structuur en de eerste versregel genoemd. Elke aflevering wordt afgesloten met twee onomastische registers: één op de auteurs, en één op de personen die in de Kritische Bijdragen vermeld worden. In het laatste deel zullen de respectieve registers tot één repertorium worden samengevoegd, aangevuld met een algemeen zakenregister. Van uitgaven als de hier besprokene wordt verwacht dat zij accuraat en volledig zijn. Uit de genomen steekproeven blijkt dat aan deze eisen voldaan wordt - alleen in de eerste aflevering missen wij een beknopte | |
[pagina 295]
| |
inhoudstafel -, zodat wij alleen nog kunnen hopen dat deze voor de literatuurhistoricus zo buitengewoon nuttige publicatiereeksen spoedig voltooid mogen worden.
L. Roose |
|