Den Haag verscheen, waardoor o.m. toegang tot de Verenigde Provinciën aan Jezuïeten werd verboden. Het pamflet ter verdediging van de Jezuïeten - en van Spanje - verscheen anoniem, doch de auteur zou - volgens Mortier - wel de hartstochtelijke en veelzijdige Jezuïet Jan David (1546-1613) kunnen zijn. Mortier ontleedt het geschrift, wijst op mogelijke invloed van de door Dr. J. Sterck in zijn bekende Marnix-studie ontlede Antirabotenus, in elk geval van Marnix en van Rabelais.
Van Der Mallen Reden-Kavel verscheen onmiddellijk, in hetzelfde jaar, een Franstalige versie, die echter breder uitgewerkt werd dan de Nederlandse en ook op gebied van stijl grote zelfstandigheid vertoont. De titel van de Franse versie luidt: Hochepot / ou / Salmigondi / des Folz contenant un tres-pur narré et comme la / salse parille contre le gouteux, poyuré / et maudict Edict, nagueres sailly / a deux potences des finesfontes / de la Haye en Hollande, / sur le faict des passe-/portz, et la pro- / scription des / Jesuites. / Traduict du Hollandais-Flamand en / vulgaire François. / Imprimé / A Pincenarille, ville de la Morosophie par / Geofroy a la grand dent: l'an 1596.
De auteur van de Franse versie is een Vlaming, zelfs een heftig taalflamingant, die de lof spreekt van ‘notre(idiome)thiois ou bas-allemand’. Mortier bestempelt hem tevens met reden als ‘bilingue parfait’. Hij vergelijkt de Franse versie met de Vlaamse; een interessant onderzoek! Hij wijdt echter vooral zijn aandacht aan de Hochepot, waarin hij in taalkundig en stylistisch opzicht de invloed van Rabelais duidelijk bewijst. De studie van Prof. Mortier drukt aan het slot het Vlaamse en het Franstalige pamflet af.
Het leek mij gewenst de aandacht te vragen van belangstellenden in de Zuid-Nederlandse letteren en cultuurgeschiedenis voor deze solide studie van een Franstalig collega, die niet enkel een boeiend comparatistisch onderzoek biedt, maar tevens een interessante bijdrage tot de uitgebreidere kennis van de letterkunde in onze gewesten.
J. Aerts