Septentrion. Jaargang 41(2012)– [tijdschrift] Septentrion– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] [Poèmes, ‘gedichten’] J. Slauerhoff [Frans] Compagnie de Mozambique À la Compagnie de Mozambique Beira appartient Tout comme l'arrière-pays Et Manga Et les Noirs qui travaillent là Et les arbustes des parterres, Tout ici appartient À la Compagnie de Mozambique. De même les animaux vivant ici: Bien entendu les boeufs boiteux Et leurs mouches tsé-tsé, Mais tout autant Les oiseaux qui volettent et les insectes invisibles. Ça devient vite fatigant De tout énumérer Mais que faire d'autre Quand on attend Le bus (lui aussi de la Compagnie) Qui n'arrive pas, En écoutant la rousserolle Qui avec son étrange chant À deux voix tient à la fois Du rossignol et du grillon! (Chant que la Compagnie de Mozambique Ne revendique pas). De même António Menano, Le célèbre chanteur de fado Dont la voix profonde et voilée Fait pleurer et se pâmer toutes les femmes: De même Menano Lui qui réconfortait tout le Portugal Appartient à la Compagnie de Mozambique. [pagina 23] [p. 23] [Nederlands] Compagnie de Mozambique Aan de Compagnie de Mozambique Behoort Beira En het land daarachter En ook Manga En de negers die daar werken En de heesters in de perken Alles hier behoort Aan de Compagnie de Mozambique. Ook de dieren die hier leven Niet alleen de kreupele ossen Met hun tsetse vliegen... Fladderende vogels en onzichtbare insekten Eveneens. 't Wordt vervelend Alles op te noemen Maar wat zal men anders doen Als men zit te wachten Op een bus (ook van de Compagnie) Die niet komt Luisterend naar de karikiet Die het midden houdt Met zijn vreemd tweetonig lied Tusschen nachtegaal en krekel (Hierop maakt de Compagnie de Mozambique Geen aanspraak). Ook Antonio Menano, De befaamde fadozanger Bij wiens donkere befloerste stem, Alle vrouwen weenen en bezwijmen: Die al 't leed van Portugal opbeurde, Ook Menano Hoort nu aan de Compagnie de Mozambique. [pagina 24] [p. 24] [Frans] À huit lieues d'ici Il travaille dans une plantation; Devenu riche car tout le monde voulait l'entendre, Devenu pauvre à force de jouer et de perdre Et bien sûr de spéculer sur des titres De la Compagnie de Mozambique. Le voilà pour sept ans En poste comme médecin, Il fait des piqûres et décide Si un noir qui a commis une faute Est assez robuste pour subir le fouet: Les règlements sont Sévères mais humains À la Compagnie de Mozambique. Allons-nous collecter l'argent Pour qu'il chante à nouveau la triste félicité? Non. Menano lui aussi s'est depuis longtemps Cassé la voix à boire le whisky importé Ici à bas prix Et cédé aux employés De la Compagnie de Mozambique. Traduit du néerlandais par Daniel Cunin. [pagina 25] [p. 25] [Nederlands] Acht mijl verder Werkt hij op een onderneming; Rijk werd hij want ieder wou hem hooren, Arm werd hij want hij moest spelen en verloor En natuurlijk speculeerend in aandeelen Van de Compagnie de Mozambique. Nu is hij voor zeven jaar Daar verbonden als plantagedokter; Geeft injecties en beslist Of een neger die zich heeft vergist Sterk genoeg is voor de geeseling, Want de reglementen zijn Streng en toch humaan Bij de Compagnie de Mozambique. Brengen wij het losgeld niet bijeen Dat hij weer van droeve zaligheid kan zingen? Neen. Ook Menano dronk zich allang schor Aan de whisky die hier ingevoerd Voor verlaagd tarief, Wordt verstrekt aan de employé's Van de Compagnie de Mozambique. Uit De Gemeenschap, XII (1934). [pagina 26] [p. 26] Vieux Coréen Coiffure à double fond: Une calotte sous un chapeau pointu transparent, L'espace entre les deux forme un petit garde-manger. De l'habit blanc s'élance un visage émacié D'où, au-dessus d'une barbe effilée, Une pipe fine contenant pour trois bouffées du tabac Pend sur la poitrine. L'oeil est surpris et résigné, celui d'une Digne race opprimée. Traduit du néerlandais par Daniel Cunin. Oude Koreaan Hoofddeksel met dubbelen bodem: Een kalot in een doorzichtigen punthoed, De tusschenruimte vormt een kleine vliegenkast. Uit het wit gewaad rijst een ingevallen gelaat Waaruit, boven een spichtigen baard, Een dunne pijp die tabak voor drie trekken bevat Op de borst hangt. De blik is verwonderd en berustend, van een Waardig onderdrukt ras. Uit Verzamelde gedichten, deel 1 (1947). Vorige Volgende