Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– Auteursrechtvrijop navolghenden thoon.
ALleen Ga naar margenootatot dy Heer Iesu Christ
Staet mijn hoop op aerden
Ick weet dat du Ga naar margenootbmijn trooster bist
Anders can my gheen werden
Van tbeginsel was noyt gheen ghecoren
Op aerden was oock geen mensch geboren
Die my wt Ga naar margenootcnooden helpen can
Dies ick u roep an
Al mijn Ga naar margenootdvertrouwen op u staen.
Mijn sonden zijn swaer en Ga naar margenooteover groot
En berouwen my van herten
Maeckt my der selver los en bloot
Door uwen Ga naar margenootfdoot en smerten
Voorbiddet Ga naar margenootgmy uwen Vader aen
Dat ghy ghenoech voor my hebt ghedaen
So werd' ick dan quijt der sonden last
Heer hout my vast
Tgheen dat ghy my toe ghesproken hast.
Gheeft my door u barmherticheyt
Trecht Ga naar margenoothChristelick vertrouwen
Op dat ick hier u soeticheyt
Inwendich Ga naar margenootimach aenschouwen
Boven alle Ga naar margenootkdinghen beminnen dy
Oock mijnen Ga naar margenootlnaesten ghelijck als my
| |
[Folio 341v]
| |
V Ga naar margenootmhulp oock inden lesten eynt
My ras toesent
En s'Duyvels listen van my weynt.
Eer Ga naar margenootn. sy God inden hoochsten troon
Den Ga naar margenootoVader van allen goeden
En Iesu Christ dijn liefsten Soon
Die ons altijdt behoede
En God den heylighen Gheeste
Die ons Ga naar margenootpgheeft zijn waerheyt meeste
Op dat wy hem behaghen fijn
In desen termijn
En hier met hem in eewicheyt zijn.
|
|