Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: O tijt seer lustich vol melodijen. | |
[Folio 303v]
| |
VErblijt, verheucht Gods weerde knechten
Die Christum mint, ten rechten sonder vaer
Weest cloeck gesint, in Ga naar margenootau aenvechten
Niet Ga naar margenootbvreesende s'werelts tormenten swaer
Want Paulus schrijft ons met woorden claer
Wilt wel versinnen
Dat Ga naar margenootcvleesch noch bloet Gods rijcke voorwaer
En sal ghewinnen.
En Ga naar margenootdvreest gheen grief, druck, noch dangieren
Al willen wy u door haet versieren
Doon, Ga naar margenooteoft quartieren, aen allen zijden
Staet vast Ga naar margenootfop den steen, wilt niet faelgieren
Int lijden ws vleeschs, sal uwen geest verblijden.
En acht Ga naar margenootggeen dreygen noch persequeren
Vervolghen, branden, laster, oft sweert
Na Paulus schrijven wilt wel gronderen
Hy Ga naar margenoothcastijt den ghenen die hy begeert
Al lijdt ghy dan grief, dat t'lichaem deert
Van swerelts kinders
Achtet Ga naar margenootivoor vreucht, zijn cruyce aenveert
Als vroom verwinders
Cleyn is den druck die wy besueren
Groot wert Ga naar margenootkde vreucht in allen heuren
Die ons sal ghebeuren, sonder mijden
Weest niet vertsaecht in u doleuren
Int lijden ws vleeschs, sal uwen geest verblijden.
Al dooden sy Ga naar margenootld'lichaem met grooter pijnen
Weest wel ghemoet in u torment
Al moet ghy ghelijck Christo verschijnen
In s'werelts wesen bespot, gheschent
| |
[Folio 304r]
| |
Weest Ga naar margenootmstrijdtbaer, tot dat ghy den loop volent
Al hier met vreden
Dat t'leven Christi in u werde bekent
In shemels steden
Al willen sy u villen, blaen, of branden
Al lijdt ghy ghewelt, kercker, en banden
Tot ws mishanden, wilt vromelick strijden
Al wordy Ga naar margenootnbegect met schaemte ende schanden
Int lijden ws vleeschs, sal uwen geest verblijden.
Al wort ghy beproeft als Iob vercoren
In uwen lichaem met smerten bloot
Al lijdt u vleesch, grief, leet en thoren
Door haer ghewelt, tot inder doot
Vwen gheest verwacht triumphe groot
By God verheven
Want desen Ga naar margenoototijtlicken druck en wederstoot
Can waerlick gheven
Een heerlickheyt by Christo schoone
Strijt Ga naar margenootpmet ghedult, verciert u croone
Wilt smenschen Soon ghebenedijden
Staet wel gherust in d'woort ydoone
Int lijden ws vleeschs, Ga naar margenootqsal uwen gheest verblijden
Princelick greyn, Gods lieve vaten
Al moet tvleesch lijden, wilt geensins vlien
Want Christus spreect, tot s'drucx verlaten
T'rijcke Gods Ga naar margenootrmoet ghewelt gheschien
Noyt ooge en heeft sulcke vreucht ghesien
Als daer sal wesen
Noch menschen mont Ga naar margenootsen soude bedien
Als God ghepresen
Dien bereyt heeft, die hem verknapen
Al wert ghy gheschict ter doot als schapen
Wilt den troost rapen, in s'woorts belijden
Al dwingt u Babel met al haer Papen
Int lijden ws Ga naar margenoottvleeschs, sal uwen gheest verblijden.
Vreest den Heere. |
|