Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– Auteursrechtvrij
[Folio 227r]
| |
Na de wijse: O bloeyende jeucht notabel wijs van sinne.
O Christus Kercke soet
Wilt u verjubileren
Hebt goeden moet
Al Ga naar margenootawiltmen u persequeren
Al is uwer vyanden groot ghetal
V Capiteyn domineert boven al
Hy sal wel optineren
En brenghen zijn vyanden inden val
Al maken sy noch so groot gheschal
Sy moeten reculeren.
O dochter van Sion
Maect Ga naar margenootb vreucht, wilt triumpheren
Want u vromen campioen
Die coemt u assisteren
Hy coemt sachtmoedich en soet ghesint
De wijse Coninck die u bemint
Wilt u tot hemwaerts keeren
Want al dat hy heeft zijn vleesch en bloet
Coemt hy ons schencken wt liefden goet
Om te Ga naar margenootcghenesen onse seeren.
O Ga naar margenootdroose van Iericho
Ghy zijt Christus Ga naar margenooteBruyt eersame
Verheucht Ga naar margenootfen weest nu vro
Want goet is uwe fame
Ende die u bevrijt corageus
Ende van u seer amoreus
Want gheheel zijn lichame
Heeft hy voor ons te pande ghestelt
Wy en zijn ghecocht met Ga naar margenootggout noch met ghelt
Maer met zijn bloet bequame.
O Lelie die in de Ga naar margenoothdoornen staet
En wilt u niet Ga naar margenootivertzaghen.
Al zijn de Doorens quaet
En wilter niet na vraghen
Al doen u de menschen gheen onderstant
Ons Coninck sorcht aen elcken cant
Voor alle die zijn Ga naar margenootkbeladen
| |
[Folio 227v]
| |
Want ghelijck een moeder is ghesint
Om te bewaren haer Ga naar margenootleyghen kint
So sal hy sorghe voor ons draghen.
O Prince van Israel
Ierusalem van Gode vercoren
En sorcht voor gheen ghequel
Want u Ga naar margenootmConinck sal u aenhoren
Roept tot hem, als ghy zijt beswaert
Want ghelijck een Ga naar margenootnHinne haer kiecxkens bewaert
Al voor der Wouwen sporen
Also heeft hy ons dickwils bevrijt
Voor al die ons hebben benijt
Alst blijct in Ga naar margenootoPharaons versmoren.
|
|