Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: De Nachtegael die sanck een liet, en dat leerde ick.
LIeve broeders en susters al te samen fier
Laet ons Christum voor den menschen Ga naar margenootaniet schamen hier
Maer hem aen allen zijden, belijden
Al coemt ons snel, Ga naar margenootbdruck en ghequel
Hy can ons wel bevrijden.
Voor druck of angst en laet ons hier doch vreesen niet
Want al zijn wy nu als bedructe Ga naar margenootcWeesen siet
Van de menschen Ga naar margenootdversteken, besweken
God wil ons saen, Ga naar margenooteter noot bystaen
Ons en sal niet ghebreken.
Christus als een Heere vol Ga naar margenootfghenaden wijt
Die seyt, al die arbeyt Ga naar margenootgende beladen zijt
Coemt tot my ick sal u staken, vermaken
Ende neemt vry, mijn jock op dy
V siele sal ruste smaken.
Dus laet ons op zijn Ga naar margenoothwoort volstandich hopen wel
En door den strijt met verduldicheyt loopen snel
Op dat wy t'onsen loone ydoone
Besitten t'lant, lieflick playsant
Van beloften seer schoone.
De poort is Ga naar margenootienge so Christus verbreyden doet
| |
[Folio 197v]
| |
Die ons tot in dat beloofde landt leyden moet
Daer eewich is beseven, het leven
Cleyn ist ghetal, dat vinden sal
Also daer staet gheschreven.
So wie dat naer dit beloofde lant reysen wil
Die moet veranderen in een Ga naar margenootknieu wesen stil
Sijn vleeschelicke sinnen, verwinnen
Met herten goet, de waerheyt soet
Moet hy altijt beminnen.
Niemant en mach so in dit lant geraken doch
Hy moet hem selven eerst Ga naar margenootlgeheel versaken noch
En den smallen wech treden, vol vreden
Met Godes huys, zijn Ga naar margenootmeyghen cruys
Draghen in allen steden.
Christus die ons hier belooft druck en teghenspoet
Die heeft selve zijn Ga naar margenootneygen cruys ghedraghen vroet
Door zijn liefde wtghelesen, ghepresen
Om ons behoet, met groot ootmoet
Doen hy ons quam ghenesen.
Hieromme al die zijt wt God Ga naar margenootogheboren fijn
Draecht met ghedult u cruys als wtvercoren sijn
En wilt den strijt aenveerden, met weerden
Die u bereyt, is en voorseyt
Wilt daer in vry volheerden.
Oorlof vrienden God wil ons al verstercken claer
Met zijnen Ga naar margenootpgeest op dat wy mogen wercken naer
Sijn Ga naar margenootqheylich woordt seer crachtich, warachtich
So moghen wy voort, door d'enghe poort
Gaen met vreden eendrachtich.
|
|