Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: My docht dat ick in roode.KInderkens in Ga naar margenootaChristo fijn
Ter Ga naar margenootbwerelt hier versteken
En wilt doch niet verwondert zijn
Door Ga naar margenootctvyer des lijdens treken
Want daer staet claer beschreven
De zijne Ga naar margenootdwil hy castijden
Die Ga naar margenooteChristo zijn ghegheven
| |
[Folio 182v]
| |
Moeten ter werelt lijden
Maer wilt u Ga naar margenootgdies verblijden
In alder stonden wijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich bevonden zijt.
Sydy van elck Ga naar margenoothbehaet, versmaet
Alleene om Christus Name
Soo zydy Ga naar margenootisalich (my verstaet)
Bevrijt voor s'vyants blame
Want al Gods wtvercoren
Heeft men oyt sien Ga naar margenootkverdouwen
Ia Christus selve al voren
Heeftmen oock sien benouwen
Dies ghy mans en vrouwen
Verblijt u in desen tijt
Dat ghy zijns Ga naar margenootllijdens weerdich bevonden zijt.
Kinders weest cloeck en wel ghemoet
Schept int Ga naar margenootmcruyce een verheughen
Want desen tijt ter werelt vroet
Heeft hier een cleyn vermeughen
Al wil u de Heere Ga naar margenootnproeven
Ghelijck Ga naar margenootot'goud in den viere
En wilt u Ga naar margenootpniet bedroeven
In alsulcken dangiere
Met herte goedertiere
Danct Christus ghebenedijt
Dat ghy zijns Ga naar margenootqlijdens weerdich bevonden zijt.
Al werdy Ga naar margenootrveroordeelt ter doot
Peyst, t'is u so voorsproken
En schaemt Ga naar margenootsu niet in sulcken noot
Al wort het lijf ghebroken
Gaet voort Ga naar margenoottstaet vast int goede
Helpt Christus Name prijsen
Verseghelt metten bloede
Gods woort, vreest gheen afgrijsen
Strijt cloeck sonder herdijsen
Gods Ga naar margenootvgoetheyt claer belijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich bevonden zijt
Peynst Ga naar margenootxmijn alderliefste certeyn
Dat ghy door Gods ghenade
Onder so menich duysent reyn
| |
[Folio 183r]
| |
Ghecoren Ga naar margenootyzijt wt t'quade
Tot een eewich regneren
Met God in shemels throone
Dits groot verconsoleren
Voor die in swerelts woone
Crijghen den Ga naar margenootzdoot te loone
Hier int lichaems berijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich bevonden zijt.
Kinders t'is grooten troost voorwaer
Zijns Ga naar margenootalijdens deelachtich t'zijne
Want daer door tuycht de Ga naar margenootbgeest eenpaer
Dat hy t'allen termijne
V roept tot shemels erven
Door sulck trouwich verclaren
Tot een vreuchdich verwerven
Door dit druckich beswaren
Als al Christus dienaren
Verheucht inden gheest subijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich bevonden zijt.
Op dat ghy inden tijt bekent
Zijnder Ga naar margenootctoecoemste reene
Verheughen meucht met blijschap jent
In Christo alle ghemeene
Rust op zijn woort ghepresen
En acht grief noch doleuren
Maer Ga naar margenootdweest verblijt in desen
Alsmen u doet al veuren
Om Christus name treuren
In als weest dan verblijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich bevonden zijt.
Vreest den Heere. |
|