Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse, Alsoot begint.
ICk wil my gaen verheughen
Verblijden in mijnen moet
Ick weet ten is gheen leughen
Na tsuer so comet soet
De Ga naar margenootakelck als roet
Die moet eerst zijn ghedroncken
Gods Soon was goet
Hy is hem eerst gheschoncken.
Christus heeft willet vaten
Al inden Ga naar margenootbvleesche geleen
Ons een exempel ghelaten
Zijn Ga naar margenootcvoetstappen na te treen
Wapent u Ga naar margenootdnu int ghemeen
Met dien sin tsamen
Het Ga naar margenootemoet zijn ghestreen
Wie Christus niet en wil schamen.
Wie Ga naar margenootfhem schaemt, seyt hy claerlick
| |
[Folio 150v]
| |
Voor dit overspelich gheslacht
Die sal hy schamen waerlick
Voor zijnen Vader, dit niet en veracht
Weest wijsselick bedacht
En ghedenct de eewighe smerten
Daer staet Ga naar margenootfwee, hier op acht Over die daer dobbel zijn van herten.
Hierom so laet ons leven
Wt den Ga naar margenootggheloove alleyn
Habacuc heeftet beschreven
Also sal den rechtveerdighen pleyn
Acht dat niet cleyn
Dat ghy gheveynst soudt wesen
Gods gheest die vliedt certeyn
Den Ga naar margenoothgheveynsden, so wy lesen.
Nu laet ons in Gods weghen
Oprecht gaen, als behoort
Tvleesch is tot Ga naar margenootiquaet gheneghen
Elck Ga naar margenootkacht zijn nieu herboort
Gaet Ga naar margenootlint vleesch niet voort
Ghy die inden gheest hebt begonnen
Laet u siele niet versmoort
Die Christus heeft ghewonnen.
Sijt ghy Ga naar margenootmmet Christo verresen
Soo Ga naar margenootnsoeckt dat daer boven is
Daer Christus is ghepresen
In Ga naar margenootode heerlickheyt zijns Vaders fris
De werelt sal ris
Vergaen Ga naar margenootpmet haren lusten
De gheloovighe sal wis
Ingaen Ga naar margenootqtot zijnder rusten.
Tgheloof sonder de wercken
Dat Ga naar margenootris doot, seyt Iacobus siet
Op Paulus reden wilt mercken
Het is sonder de liefde al niet
Hierom met vliet
Bemint Ga naar margenootsde een de ander
Als ons Christus ghebiet
Dat wy lief souden hebben malcander.
Ende alle menschen mede
| |
[Folio 151r]
| |
So ons de Schriftuere leert
Ist Ga naar margenoottmoghelick houdt vrede
Met eenen yeghelicken diet begheert
Blijft ghesondeert
Als dees Ga naar margenootvwerelt en wilt u niet stellen
Hoe sy ons persequeert
Tis hier een Ga naar margenootxweynich quellen.
Nu vrienden allegader
Laet ons trecken een lijn
Wy hebben so lieven Vader
Laet ons dien ghehoorsaem zijn
Om druck, noch op pijn
Hem gheensins te verstooren
Voort laet ons fijn
Eendrachtighe liefde oorbooren.
|
|