Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Adieu, adieu Peronne.
HEt naect de Ga naar margenootalaetste daghen
Alsomen nu mach aenschouwen
Want tot wel doen vertraghen
Beyde mannen ende vrouwen
Met sietse wonder brouwen
Weynich tot deucht hem gheeft
| |
[Folio 112r]
| |
T'sal hem eens berouwen
Die hier in Ga naar margenootbboosheyt leeft.
Alsmen siet pestilentie
Oorloghe Ga naar margenootcen diere tijden
In grooter violentie
D'een Ga naar margenootdteghen dander strijden
Malcanderen benijden
Hier in dit aertsche dal
Ende aen alle zijden
Bloet stortinghe Ga naar margenooteover al.
Wy zijn Ga naar margenootfgheworden spot
Ons naeste ghebueren
Ende Ga naar margenootgghehouden voor sot
Wy moeten besueren
Als nu te deser hueren
So lijden wy ghepijn
O Heere salt langhe dueren
Wilt ons ghenadich zijn.
De Heydenen, Turcken ghemeene
Leven op tribuyten
Maer lacen Ga naar margenootht'hoopken cleene
Dat moet nu ligghen in muyten
Vanghen en nauwe sluyten
Sietmen, maer t'wort bespiet
En als die rooven en ruyten
Brengtment in s'doots verdriet.
Vossen hebben speloncken
En Ga naar margenootivoghels hebben nesten
Maer Babel heeft gheschoncken
Vanden Ga naar margenootkOosten totten Westen
Maer sy sullen noch besten
Van haer Ga naar margenootlwijn vol fenijn
Ende sullen ten lesten
Noch becoopende zijn.
Sy worden gheworven al
Inden Ga naar margenootmpoel van dangiere
Die eewelick bernen sal
Van solfer ende viere
Des tweeden doots duwiere
Bekeert u menschen cranck
| |
[Folio 112v]
| |
Verlaet u qua maniere
Want Ga naar margenootmeewich is so lanck.
|
|