Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Verjubileert u ghy Venus jongheren.
GOds Ga naar margenootaedel kinderen wilt doch Ga naar margenootbghedachtich wesen
| |
[Folio 96r]
| |
Wat Ga naar margenootcChristus heeft voor ons voldaen
En ooc de liefde die Christus heeft bewesen
Doen hy hem voor ons aenden cruyce liet slaen.
Door Ga naar margenootdAdam waren wy al verloren
Maer Christus heeft ons Ga naar margenooteweder ghehaelt
Door hem so zijn wy nu nieuwe gheboren
Hy heeft onser alder Ga naar margenootfschult betaelt.
Met Ga naar margenootfgout noch silver, noch met ander goede
En heeft ons Christus niet Ga naar margenoothghecocht
Maer met zijnen Ga naar margenootiheyligen dierbaren bloede
Heeft hy ons ter salicheyt als nu gebrocht.
Och Ga naar margenootkmijn volc wat hebbe ic u bewesen
Wat dinghen hebbe ick u misdaen
De doot voor u Ga naar margenootlghesmaect aenden cruyce gheresen
Dat ghy mijn woort niet Ga naar margenootmen cont verstaen.
Wie wasser oyt so hooghe gheboren
Die Ga naar margenootnons mocht helpen wter noot
Doe Ga naar margenootowy al tsamen waren verloren
Dan Ga naar margenootpIesus met zijnen bitteren doot.
Dus en wilt u herte van hem niet wenden
Want Christus claerlicken heeft gheseyt
Die Ga naar margenootqmy hier bekent, die sal ick ooc bekennen
By mijnen Vader inder eewicheyt.
Hy is een Ga naar margenootrHerder dats claer beschreven
Die voor zijn schaepkens getrouwelic staet
Want voor zijn schaepkens laet Christus zijn leven
Dies sullen wy alle volgen na zijnen raet.
Dus laet ons hem na volgen alle gader
En vast betrouwen met herten vry
Want niemant en mach daer comen totten Vader
Spreeckt Christus de Heer, dan Ga naar margenoottdoor my.
Den last van sonden en wil hy niet gewaghen
| |
[Folio 96v]
| |
So ons Mattheus dat claer belijt
Mijn Ga naar margenoottjock is soet, mijn last is licht om draghen
Coemt al tot my die daer beladen zijt.
Ick ben Ga naar margenootvde wech, spreeckt Christus, de waerheyt Ga naar margenootxen dat leven
Ick ben de Ga naar margenootydeure ende den inganck
Die door my ingaet, die en sal ick niet begheven
Soect Ga naar margenootzmy, so suldy leven na mijnen danck.
Noch spreeckt Christus, willet wel versinnen
Willen wy gaen den rechten padt
Dat Ga naar margenootawy malcanderen sullen beminnen
Ghelijck ons Christus heeft lief ghehadt.
Laet ons zijne geboden onderhouwen
Met Ga naar margenootbbroederlicker liefden alsoot betaemt
En met Ga naar margenootcgheloove op den Heere vast betrouwen
Soo sullen wy Ga naar margenootdGods kinderen zijn ghenaemt.
|
|