Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Van heusburch.
ELck wil hem Ga naar margenootabedincken
In desen ellendighen tijt
Wacht u voor Ga naar margenootbdroncken drincken
So wie dat ghy zijt
| |
[Folio 85r]
| |
En Ga naar margenootcwilt niet drincken in de nacht
Al op des Heeren Ga naar margenootdcoemste hout wacht
Wat gaet de Schriftuere belijen
Een dronckaert en sal niet bedijen.
Noe Ga naar margenootcplante de Wijngaert rancke
So Genesis ons vertrect
Daer Ga naar margenootfhy so veel af drancke
So dat hy lach ontdect
Ende Loth, verstaet de reden mijn
Die Ga naar margenootgsliep by de dochteren zijn
Vol wijn was hy ghedroncken
Doen Sodoma was versoncken.
Nabal die liet Ga naar margenoothhem dienen
Een dronckaert also ick las
De canne al tusschen zijn bienen
Hoe vrecke dat hy was
Al door zijn dronckenschap onwijs
So weygherde hy Coninck David spijs
Dat hy niet en worde bestreden
Dat heeft Abigael verbeden.
Elck wacht hem voor sondich sneven
Hier onder des Hemels throon
Ammon Ga naar margenootiliet oock zijn leven
Al wast eens Conincx soon
En Ela Coninck in Israel
In dronckenschap maecte hy quaet spel
Veel Ga naar margenootkhooverdie ginck hy vermeten
Ende Ga naar margenootldoen worde hy doot ghesmeten.
De groote Coninck Alexander
Die sloech Ga naar margenootm zijnen Meester doot
Cordolamor ende meer ander
T'was al in dronckenschap groot
Ende Simon Machabeus me
Holofernes lach al voor een ste
Al daer ginck hem ontlijven
Iudith Ga naar margenootnde fleur van wijven.
Roept Ga naar margenootoHeer coemt my te baten
Tot den Prince in des Hemels tent.
En drinct doch al by maten
Dat ghy uwe Heer bekent
| |
[Folio 85v]
| |
Verstaet doch Paulus reden wel
Wie Ga naar margenootqdroncken drincken en overspel
Dats hier ter werelt t'leven
Die worden van God verdreven.
|
|