Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Hoort toe ghy jonge gesellen, als ghy dat minnen begint.
DEn tijt Ga naar margenootavan onsen jaren
Die valt hier cort en cleyn
Wy moeten al van hier varen
Rijck, arm, ende alle ghemeyn Peynst vry certeyn
Dat wy hier bitterheyt besueren
Eenen cleynen tijt
Ten sal niet langhe dueren.
O Ga naar margenootbmenschen leert nu sterven
En Ga naar margenootcvolghet Christum naer
Ons Ga naar margenootdvleesch dat moet bederven
Dat segghe ick u voorwaer
Hierom certeyn
Vermaent dit uwe ghebueren
Dit lijen is cleyn
Ten sal niet langhe dueren.
Tot lijen zijn wy gheboren
Onderworpen alle ghewelt
Alle Gods wtvercoren
So ons de Schriftuere spelt
Verdraecht vry die u quelt
Nu Ga naar margenooteende in alle hueren,
Vwen tijt Ga naar margenootfis ghestelt
Ten Ga naar margenootgsal niet langhe dueren.
Ga naar margenoothEn latet u niet verdrieten
Al valt u d'armoe swaer
Den tijt sullen wy ghenieten
| |
[Folio 72r]
| |
En comen in zijn glory claer
Want God Ga naar margenootiis ons Vaer
Waerom willen wy dan trueren
Het is ons laetste Iaer
Ten sal niet langhe dueren.
Gods volck hier beneden
Wert nu te rechte bekent
Daer Christus voor heeft Ga naar margenootkghebeden
En ons bevrijt van t'Helsch serpent
Die ons nu present
Int vyer der armoen Ga naar margenootlwilt pueren
Maer ons lijden ent
Ten sal niet langhe dueren.
O God al van hier boven
Die Ga naar margenootmGod alder Goden zijt
Men wil u woort niet ghelooven
Nu noch tot gheender tijt
Daerom subijt
Sluyten sy ons tusschen mueren
T'is Ga naar margenootneenen cleynen tijt
Ten sal niet langhe dueren.
Prince Christus onse Broeder
Die voor ons sorghe draecht
Ghy zijt Ga naar margenootoons alder behoeder
Wie isser die nu claecht
So dat u behaecht
Hebt ghy Ga naar margenootpons willen stueren
Al Ga naar margenootqzijn wy hier gheplaecht
Ten Ga naar margenootrsal niet eewich dueren.
|
|