Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– Auteursrechtvrij
[Folio 34r]
| |
Op de wijse: Te Bruynswijck staet, etc.
ADam was een Ga naar margenootaverloren man
Groot Ga naar margenootbleyt heeft hy ons gegeven an
Dat claghe ick boven maten
Verloren Ga naar margenootcheeft hy zijn edelheyt
Daer hy was in gheschapen.
Met Adams vleesch ben ick ghequelt
Al Ga naar margenootdmijn natuer is my ontstelt
Adam Ga naar margenooteghy doet my sterven
Ghy quelt Ga naar margenootfmijn gheest al totter doot
Mijn Ga naar margenootgsiele wilt ghy bederven.
De werelt Ga naar margenoothcoemt met groot gedranck
Mijn boose natuere raet my stranck
De Ga naar margenootivyant wacht op ramen
Oft hy de ure gheraken conde
Dat hy my mochte beschamen.
Keert weder, Ga naar margenootkkeert weder, o edel siel
Ghy hebt verloren dat schoonste prieel
Den Hemel Ga naar margenootlmet alle zijn lusten
Ghy coemter waerlicx nemmermeer
Het sal u moeten costen.
Het sal u costen Ga naar margenootmu vleesch en bloet
Al waer de werelt van goude root
Ghy soutse Ga naar margenootnmoeten derven.
En slaen Ga naar margenootoden sondighen Adam doot
Oft Ga naar margenootpghy sout moeten sterven.
Daer voor is Christus leven goet
Het gheeft Ga naar margenootqde siele een goeden moet
Hy is voor Ga naar margenootrons ghestorven
Den eewighen doot Ga naar margenootsmaeckt hy te niet
De Helle heeft hy verdorven.
Door Ga naar margenoottGods woort worden wy getroost
Van al onse vyanden Ga naar margenootvzijn wy verlost
Met vindet claer beschreven
Die gantsch van herten Ga naar margenootxin God ghelooft
Die heeft dat eewich leven.
Sijt ghy dan een Christen man
So neemt een Ga naar margenootyChristen leven an
Weest vroom ende onverslaghen
| |
[Folio 34v]
| |
Zijn Ga naar margenootzjock is soet, zijn last is licht
Hy wilt ons helpen draghen.
VVeest vroyelick Ga naar margenootain u wederspoet
Daer toe doet alle Ga naar margenootbuwe vyanden goet
Doet vruchten in uwen daghen
En staet uwen armen Ga naar margenootcbroeder by
So sult ghy God behaghen.
Aldus is Ga naar margenootdChristus ons voor gegaen
Cont ghy die Schriftuer wel verstaen
In woorden ende oock in leven
Doorsiet Ga naar margenooteChristus exempel aen
Het sal u wel beweghen.
Gheeft Ga naar margenootfGod onsen Heere prijs en danc
Dat Ga naar margenootghy de waerheyt ons maect bekant
Door zijnen Ga naar margenoothGheest van boven
Verleent daer toe oock zijn kinderen soet
Dat sy u Ga naar margenootieewich loven.
Prince wildy God dienen soot behoort
So blijft altijt by Christus woort
Ende wilt u daer toe keeren
Wat ghy uwen Ga naar margenootkeven naesten doet
Dat doet ghy onsen Heere.
|
|