Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden
(1595)–Anoniem Schriftuerlicke liedekens met noch sommighe lofsangen ende ghebeden– AuteursrechtvrijNa de wijse: Tous mes amys.
AEnhoort na my
Ghy Christen alle te same
Ende Ga naar margenootalovet vry
Hier nu u Godes Ga naar margenootbName
Vry sonder vlame // Tot uwer vrame
Want doen hy ons Ga naar margenootcsach
Al int Ga naar margenootdgheclach
Sandt hu ons zijn Soon ghepresen
Daer een yeder lach // Sonder verdrach
Al inde doot verknesen.
Ga naar margenooteOnder Pharao wreet
Als Ga naar margenootfeen slave verachtich
Dit was hem leet
Dies hy sondt warachtich
Wt liefde crachtich // Ga naar margenootgSeer onsachtich
Zijn alder Ga naar margenoothweerste pant
Al in dit Lant
Ende wert een mensche gheboren
Vaet dit verstant // Nu triumphant
Om stillen Ga naar margenootis'Vaders thoren.
Gheenderleye bloet
Van Ga naar margenootkCalf, Ga naar margenootlBock, of ander Beeste
| |
[Folio 9r]
| |
Zijt ditte vroet
Conde ons bin dit foreeste
Smaeckt den Ga naar margenootlkeeste
Naer den Ga naar margenootmgheeste
Helpen, wilt dit verstaen
Of ons ontlaen
Noch oock Ga naar margenootngheen offerhande
Van Aaron gedaen // Ga naar margenootoHoort dit vermaen
Hier nu bin dese lande.
Des hem int pleyn
Moeste gheven Ga naar margenootpChristus ghepresen
Wt liefde reyn
Ende ons Ga naar margenootqeenich sondoffer wesen
Om ons ghenesen // Ga naar margenootrNu met desen
Wast Ga naar margenootss'Vaders wille onghefaelt
Wt liefen doorstraelt
Dat door Ga naar margenoottzijn doot certeynich
Tmoet zijn verhaelt
Soude wesen betaelt
Onse schulden seer onreynich.
Des hy voorwaer
Heeft Ga naar margenootvde persse alleen ghetreden
Met pijne swaer
Hier op der aerde beneden
Om stellen te vreden // Ga naar margenootxNu ter steden
God onsen Vader eerbaer
Twelcke hy voorwaer
Heeft volbrocht seer reene
Door zijn lijden swaer // Ga naar margenootyEnde doot eenpaer
Hy, ende oock anders Ga naar margenootzgheene.
Des Ga naar margenootaDuyvels macht
Heeft hy benomen triumphantich
Zijn Ga naar margenootbghewelt veracht
Ende hier nu abundantich
Seer constantich // Ende elegantich
Over Ga naar margenootcalle ghetriumpheert
Sathan verneert
En Ga naar margenootdthantschrift wt ghewreven
Dit wel noteert // Ende hem laudeert
Want niet en isser overbleven.
| |
[Folio 9v]
| |
Ia Duyvel noch doot
Helle Ga naar margenootenoch ander temtatie
Droefheyt noch noot
Of eenighe Ga naar margenootftribulatie
Tot deser spatie // In ons vocatie
En can ons schaden bin dit rosier
Oock gheen dangier
Want Ga naar margenootgGod die is met ons gheneghen
Door Christum fier
Die den Ga naar margenoothmiddelmuer hier
Tusschen ons heeft in stucken ghesleghen.
Nu so is de Ga naar margenootiwet
Dus wilt u daer in verjubileren
Hier wel op let
Haer Ga naar margenootkmacht benomen: tot s'doots verneren
Wilt dit noteren // Sonder cesseren
Ende wilt God gheven Ga naar margenootlden prijs
Met goet advijs
Anders moesten wy verloren blijven
Hadde God seer wijs
De Ga naar margenootmmiddel propijs
Niet ghevonden, tot ons verstijven.
Oorlof ghemeen
Broeders wilt de eere Ga naar margenootngheven
nu God alleen
Die Ga naar margenootoons heeft verheven
Wt alle sneven // Met een aencleven
Door Christum ons Ga naar margenootprantsoen
Al soude verwoen
Duyvel en Paus al voren
Sy connen niet doen // Op dit saysoen
Want haer macht die is Ga naar margenootqverloren.
God werckt den wille, Ende tvolbringen. |
|