Het Roelantslied
(1981)–Anoniem Roelantslied– Auteursrechtelijk beschermdBesluitUit de bespreking van de handschriftfragmenten afzonderlijk is gebleken dat zij alle meer of minder corrupte teksten bevatten. Ernstig corrupt, slordig en verward is de tekst van de late fragmenten L. Toch zijn deze onaanzienlijke blaadjes papier in meer dan één opzicht interessant voor onze kennis van het Roelantslied. Zij bevatten immers grote stukken van het verhaal, die in geen der andere bronnen zijn bewaard en geven, juist door het eenvoudige en slordige handschrift waarin zij zijn geschreven, ook de kans een onverwachte functie van de tekst te veronderstellen. Dit handschrift met zijn uiteenlopende inhoud - romans, liefdesliederen, | |
[pagina 187]
| |
een rederijkersgedicht, een scatologische tekst en een spotpreek - bevat misschien het repertoire van een beroepsverteller. In dezelfde tijd waarin drukkers het Roelantslied te koop aanboden aan een lezend publiek, werd blijkbaar ook nog naar het verhaal geluisterd. Dit is echter niet meer dan een veronderstelling. De eenvoud en slordigheid van L kunnen ook worden verklaard door aan te nemen dat het boek voor een particuliere lezer is gemaakt. De andere vier fragmenten, R, H, B en Ro, hebben behoord tot handschriften van het gewone type voor ridderromans in de veertiende eeuw. Zij waren waarschijnlijk bestemd om voorgelezen te worden (mogelijk) door rondreizende vertellers. Vooral R stelt ons voor problemen. Het fragment zelf is al lang verdwenen, zodat we moeten afgaan op een editie van Serrure uit het midden van de vorige eeuw. Te oordelen naar deze uitgave wemelt deze tekst van de corrupte plaatsen, maar daarnaast zijn sommige veranderingen misschien het gevolg van een opzettelijke bewerking met het doel Roelants schuld aan de nederlaag bij Roncevaux uit te wissen. Samen met de rijmtekstpassages in het volksboek Droefliken strijt vormen de fragmenten een bijna volledige lezing van de tweede episode van het Chanson de Roland. Dat alle overgeleverde resten van de Middelnederlandse tekst tot die tweede, of Roncevaux-episode van het verhaal behoren, moet toeval zijn. Ik ben met Horrent van mening dat de oorspronkelijke tekst wel degelijk het volledige verhaal van het Chanson de Roland heeft bevat. Dat blijkt uit allerlei verwijzingen naar die ontbrekende gedeelten in de overgeleverde resten. Behalve deze verwijzingen bevat het proza van het volksboek ook samenvattingen, in sterk geconcentreerde en bewerkte vorm, van passages uit de eerste en derde episode van het verhaal. Met al deze argumenten lijkt het standpunt van Van Mierlo, dat het Roelantslied nooit meer zou zijn geweest dan de Roncevaux-episode, weerlegd. We kunnen tenslotte concluderen dat de vertaler zijn voorbeeld in het algemeen trouw heeft gevolgd. Tenminste voor zover het de | |
[pagina 188]
| |
grote lijn van het verhaal betreft. Wie de Nederlandse en Franse teksten woord voor woord of vers voor vers vergelijkt, komt tot enigszins andere bevindingen, maar dat bespreek ik in het volgende hoofdstuk. Op het niveau van het verhaal lopen Chanson de Roland en Roelantslied meestal gelijk op. Constateert men al verschillen dan zijn die vrijwel steeds het gevolg van tekstcorruptie. Soms kan een opzettelijke verandering worden aangewezen, maar die is meestal pas later in de traditie van de Nederlandse tekst aangebracht, bijvoorbeeld door de bewerker van het volksboek. Een heel enkele keer kan een ingreep van de vertaler oorzaak van het verschil zijn. Zo'n geval is misschien het optreden van de Saraceense bode die de Franken komt uitdagen (425-438H,L,VbA). Dat deze uitdaging in alle drie bronnen voor deze passage voorkomt, maakt het waarschijnlijk dat dit verhaalelement al in de oorspronkelijke Middelnederlandse tekst heeft gestaan. Het kan dus een toevoeging van de vertaler zijn, maar het is ook mogelijk dat deze passage al in het Franse voorbeeld van de vertaler heeft gestaan, ook al vinden we haar nergens in de andere teksten van het Chanson de Roland terugGa naar eind248). Met deze problematiek zijn we terechtgekomen bij de relatie tussen het oorspronkelijke Roelantslied en het Franse voorbeeld. Die relatie vormt het onderwerp van het volgende hoofdstuk. |
|