Het Roelantslied
(1981)–Anoniem Roelantslied– Auteursrechtelijk beschermdHet Roelantslied (ed. Hans van Dijk). HES Publishers, Utrecht 1981
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Het Roelantslied, in een editie van Hans van Dijk uit 1981. Het origineel dateert uit de twaalfde eeuw.
redactionele ingrepen
Aan het begin van beide delen is een kop tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 53 en p. 59: De koppen op de desbetreffende pagina's zijn om technische redenen in hun geheel naar respectievelijk pagina 52 en pagina 58 verplaatst.
p. 264-296: de eindnoten op deze pagina's zijn in de lopende tekst geplaatst. Betreffende pagina's zijn daardoor komen te vervallen.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1, p. I, II, IV, VIII, XII; deel 1, p. *1; deel 2, p. IV; deel 2, p. 304, 336, 338, 340, 342, 344, 346, 348, 350, 366, 368, 370, 382, 396, 414, 461) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, pagina III]
HET ROELANTSLIED
[Deel 1, pagina V]
HET ROELANTSLIED
Studie over de Middelnederlandse vertaling van het Chanson de Roland, gevolgd door een diplomatische uitgave van de overgeleverde teksten
Etude sur la traduction en moyen néerlandais de la Chanson de Roland, suivie d'une édition diplomatique des textes conservés (avec un résumé en français)
Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor in de letteren aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, op gezag van de Rector Magnificus Prof. Dr. M.A. Bouman, volgens besluit van het College van Decanen in het openbaar te verdedigen op vrijdag 23 januari 1981 des namiddags te 4.15 uur
door HANS VAN DIJK
geboren op 12 oktober 1939 te Deventer
Deel I Studie
HES PUBLISHERS / UTRECHT
1981
[Deel 1, pagina VI]
PROMOTOR: Prof. Dr. W.P. GERRITSEN
Deel I ISBN 90 6194 4724
Compleet werk ISBN 90 6194 4627
Copyright HES Publishers / Utrecht 1981
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
De tekstuitgave in dit boek is tot stand gekomen met toestemming van de bibliotheken waar de handschriftelijke en gedrukte bronnen zich bevinden. Voor reproductie van de illustraties is toestemming verleend door de Koninklijke Bibliotheek Albert I te Brussel en de Universitätsbibliothek te München.
[Deel 1, pagina XIII]
INHOUD
DEEL I STUDIE | ||||
---|---|---|---|---|
I. | STAND VAN HET ONDERZOEK | 1 | ||
GESCHIEDENIS VAN HET ONDERZOEK | 1 | |||
Inleiding (1-2); Van Serrure tot Bormans (2-5); Van Bormans tot Kalff (5-7); Van Kalff tot Van Mierlo (7-9); Na Van Mierlo (9-13) | ||||
DOEL EN OPZET VAN DEZE BIJDRAGE AAN HET ONDERZOEK VAN HET ROELANTSLIED | 14 | |||
DE TEKSTEN | 16 | |||
De historische gebeurtenis (16-19); Het verhaal (19-27); De overlevering van het Chanson de Roland (27-30); De bronnen van het Roelantslied (30-43) | ||||
II. | HET VOLKSBOEK DROEFLIKEN STRIJT EN ZIJN BRONNEN | 44 | ||
Inleiding (44-46) | ||||
OVERZICHT VAN DE INHOUD VAN HET VOLKSBOEK | 46 | |||
DE HERKOMST VAN DE VERHAALELEMENTEN IN HET VOLKSBOEK | 59 | |||
Inleiding (59-60); De traditie van de pseudo-Turpin (60-76); Het Roelantslied (76-80); De Lorreinen-traditie (80-85); De Ogier-traditie (85-91); Overige bronnen van de Droefliken strijt (91-95) | ||||
BESLUIT | 95 | |||
TABEL VAN DE INHOUD EN DE BRONNEN VAN HET VOLKSBOEK | 95 | |||
III. | DE WERKWIJZE VAN DE SAMENSTELLER VAN HET VOLKSBOEK | 100 | ||
Inleiding (100-102) |
[Deel 1, pagina XIV]
HOOFDSTUKKEN I-IV. DE AVANTGAERDE-CONCEPTIE | 102 | |||
HOOFDSTUKKEN V-XXI. DE ‘DROEFLIKEN STRIJT’ | 105 | |||
Inleiding (105-107); Gautier (107-110); Bisschop Tulpijn (110-112) | ||||
HOOFDSTUKKEN XXII-XXIV. HET HISTORISCH KADER | 112 | |||
BESLUIT | 113 | |||
IV. | DE RIJMTEKST IN HET VOLKSBOEK DROEFLIKEN STRIJT | 121 | ||
Inleiding (121-122) | ||||
HET VERHAAL IN DE RIJMTEKST | 122 | |||
Inleiding (122-123); Olivier ontdekt de Saracenen (123-126); De tweede hoornpassage (126-129) | ||||
CORRUPTIE IN DE RIJMTEKST | 130 | |||
Inleiding (130); De krijgsraad van de Saracenen (130-138) | ||||
OPZETTELIJKE VERANDERINGEN IN DE RIJMTEKST | 138 | |||
Inleiding (138-139); Bisschop Tulpijn (139); De avantgaerde-conceptie (139-140); Marcelijs door Roelant gedood (140-142); Inleiding van de rijmtekst (142-143); Nog slechts tweehonderd christenen in leven (143-144); Want dienen wij hier ghetrouwelijc onsen Heer / Onsen loon gheduert hier boven ymmermeer (144-147); Besluit (147-148) | ||||
DE STIJL VAN DE RIJMTEKST | 148 | |||
BESLUIT | 153 | |||
V. | DE HANDSCHRIFTELIJKE OVERLEVERING | 156 | ||
Inleiding (156) | ||||
DE FRAGMENTEN L | 157 |
[Deel 1, pagina XV]
DE FRAGMENTEN R, H, B EN Ro | 168 | |||
Inleiding (168-170); De fragmenten R (170-173); De fragmenten H (174-175); De fragmenten B (175); De fragmenten Ro (175-176) | ||||
EEN INDRUK VAN HET GEHEEL | 177 | |||
Inleiding (177-179); Is het Roelantslied slechts een episode van het Chanson de Roland? (179-186) | ||||
BESLUIT | 186 | |||
VI. | ROELANTSLIED EN CHANSON DE ROLAND | 189 | ||
Inleiding (189-192) | ||||
DE VERTALING | 193 | |||
DE PLAATS VAN HET ROELANTSLIED IN DE TRADITIE VAN HET CHANSON DE ROLAND | 199 | |||
Inleiding (199-200); Meningen van voorgangers in de neerlandistiek (200-204); Meningen van romanisten (204-214); Bezwaren tegen de plaats van h in het stemma van Segre (214-218); De plaats van h in het stemma (218-220) | ||||
BESLUIT | 220 | |||
SLOTBESCHOUWING | 223 | |||
RESUME | 229 | |||
REGISTER VAN BESPROKEN PLAATSEN | 239 | |||
REGISTER VAN PERSONEN EN ZAKEN | 243 | |||
BIBLIOGRAFIE | 249 | |||
NOTEN | 264 |
[Deel 1, pagina XVI]
DEEL II TEKSTEN | |
---|---|
VERANTWOORDING VAN DE EDITIE | 297 |
DIPLOMATISCHE UITGAVE VAN DE TEKSTEN VAN HET ROELANTSLIED | 303 |
DIPLOMATISCHE UITGAVE VAN HET PROZA IN VOLKSBOEK A | 413 |
LIJST VAN VARIANTEN UIT VOLKSBOEK B | 446 |
AANTEKENINGEN BIJ DE DIPLOMATISCHE EDITIE | 451 |
REGISTER VAN NAMEN IN DE UITGEGEVEN TEKSTEN | 454 |
[Deel 2, voorplat]
[Deel 2, pagina I]
HET ROELANTSLIED
Studie over de Middelnederlandse vertaling van het Chanson de Roland, gevolgd door een diplomatische uitgave van de overgeleverde teksten
H. VAN DIJK
Deel II Teksten
HES PUBLISHERS / UTRECHT
1981
[Deel 2, pagina II]
Deel II ISBN 90 6194 482 1
Compleet werk ISBN 90 6194 462 7
Copyright HES Publishers / Utrecht 1981
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
[Deel 2, pagina III]
INHOUD DEEL II TEKSTEN
VERANTWOORDING VAN DE EDITIE | 297 |
DIPLOMATISCHE UITGAVE VAN DE TEKSTEN VAN HET ROELANTSLIED | 303 |
DIPLOMATISCHE UITGAVE VAN HET PROZA IN VOLKSBOEK A | 413 |
LIJST VAN VARIANTEN UIT VOLKSBOEK B | 446 |
AANTEKENINGEN BIJ DE DIPLOMATISCHE EDITIE | 451 |
REGISTER VAN NAMEN IN DE UITGEGEVEN TEKSTEN | 454 |
[Deel 2, pagina *7]
Stellingen behorende bij H. van Dijk, Het Roelantslied.Datum van de promotie: 23 januari 1981
1
De compositie van de Karel ende Elegast in de overgeleverde redacties is gebaseerd op het verloop van de handeling in de ruimte.
De verbinding van sotternieën en abele spelen in het handschrift-Van Hulthem is niet representatief voor de opvoeringspraktijk van middeleeuwse kluchten.
De tegenstrijdigheid in Mariken van Nieumeghen tussen vs. 509-510 (Rethorijcke en is met crachte niet te leerene, / Tes een conste, die van selfs comen moet.) en vs. 551-553 (Princelijc wil ick tot consten keeren / Ende nae mijn macht altoos consten leeren, / Want niemant en es metter consten gheboren.) moet worden verklaard vanuit de omstandigheid dat Emmeken in vs. 524-555 een rol speelt.
(Die waerachtige ende een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen. Ed. W.H. Beuken. 3e herz. dr. Zutphen, 1972.)
Nauwe samenwerking tussen vakdocenten en vakdidactici is een voorwaarde voor een goede leraarsopleiding aan de universiteiten.
Rekenmodellen zoals die aan de universiteiten worden gehanteerd om de belasting van docenten en studenten vast te stellen, geven een vals beeld van de werkelijkheid.
[Deel 2, pagina *8]
6Uitvoering en prijs van het Groot woordenboek der Nederlandse taal (‘Van Dale’) zijn een voorbeeld van het misbruik dat gemaakt wordt van wetenschappelijke kennis als deze maatschappelijk relevant is.
Het gedrag van jongetjes van omstreeks acht jaar vertoont treffende overeenkomsten met dat van de ridders in de Karelromans.
De belangstelling voor de laatste stelling is omgekeerd evenredig aan het belang van deze stelling.