Het Roelantslied
(1981)–Anoniem Roelantslied– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 156]
| |
V De handschriftelijke overleveringInleidingHet volksboek Droefliken strijt is met zijn twee bewaard gebleven exemplaren de laatste uitloper van de traditie van het Chanson de Roland in het Nederlands. Het is gebleken dat de rijmtekst in deze zestiende-eeuwse drukken terug moet gaan op een druk van het Roelantslied uit het eind van de vijftiende eeuw. Die is helaas niet overgeleverd maar we kunnen toch de traditie in het Middelnederlands nog wel verder terug volgen, dankzij de vijf handschriftfragmenten. Zij vormen het onderwerp van dit hoofdstuk. Eerst wordt een indruk gegeven van de afzonderlijke redacties, voor zover dat op grond van de beperkte tekstfragmenten mogelijk is. Het zal blijken dat de fragmenten L een uitzonderingspositie innemen; zij worden het eerst besproken. Daarna volgen de fragmenten R, H, B en Ro, die als een groep beschouwd kunnen worden, omdat ze in codicologisch opzicht sterk met elkaar overeenkomen. In het volgende gedeelte van dit hoofdstuk komt het geheel van het Roelantslied aan de orde, dat we enigszins kunnen reconstrueren door alle overgeleverde fragmenten aaneen te voegen. De handschriftfragmenten vormen samen met de rijmtekst van het volksboek een weliswaar heterogene maar toch bijna volledige Roncevaux-episode van het Chanson de Roland. Het is opmerkelijk dat alle overgeleverde resten tot deze tweede episode behoren en dat van de andere drie episodes van het verhaal helemaal niets bewaard is gebleven. Naar aanleiding hiervan heeft Van Mierlo verondersteld dat het Middelnederlandse Roelantslied nooit meer dan die ene episode heeft bevat. Met een bespreking van die veronderstelling eindigt het hoofdstuk. |
|