Misschien heeft hij ook een deel van de tweede hoornpassage een eind naar achteren geplaatst in het verhaal, maar die verschuiving kan ook het gevolg zijn van corruptie.
Met corruptie moet trouwens voortdurend rekening worden gehouden. Uit het voorbeeld van de eerste rijmtekstpassage over de voorbereidingen van de Saracenen is gebleken hoe ingrijpend de tekst veranderen kan tengevolge van kopiïsten- en zettersfouten: een vergissing van een kopiïst bij het overschrijven van de passage over Cursael heeft een groot aantal andere veranderingen teweeg gebracht, waardoor de lezing van de Saraceense krijgsraad sterk verschilt van de andere redacties van het verhaal. En dit is maar een voorbeeld; ook elders in de rijmtekst kunnen ernstig verminkte plaatsen worden aangewezen. Corruptie maakt deze late bron, die kwantitatief zo belangrijk is, in kwalitatief opzicht uiterst verdacht.
Ook vertoont de rijmtekst een aantal eigenaardigheden doordat redacteurs inhoud en stijl hebben aangepast aan hun eigen bedoelingen met het verhaal. Veel van deze veranderingen kunnen worden toegeschreven aan de samensteller van het volksboek. Omdat hij de gedeelten van het Roelantslied heeft gecombineerd met het verhaal van pseudo-Turpin, moesten de tegenstrijdigheden tussen de twee verhaaltradities worden weggewerkt. Ingrepen in de rijmtekst waren in verband hiermee onvermijdelijk. De hybridische verhaalconceptie van het volksboek noodzaakte de samensteller ook tot allerlei toevoegingen, vooral op de verhaalovergangen. We hebben gezien hoe hij met behulp van deze interpolaties geprobeerd heeft de overgangen acceptabel te maken en de lezer in staat te stellen de grote lijn in het verhaal te volgen. Behalve deze veranderingen, die nauw samenhangen met de compositie van het volksboek, verschilt de volksboekredactie op het punt van de grondgedachte van het verhaal. Het betreft in dit geval een verschuiving van accent. Meer dan in de andere bronnen ligt dat accent in de rijmtekst op het christelijke karakter van de strijd en de motieven van de