Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Het Roelantslied

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,05 MB)

Scans (15,68 MB)

ebook (4,54 MB)






Editeur
Hans van Dijk



Genre
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre
proefschrift
ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Het Roelantslied

(1981)–anoniem Roelantslied

Vorige Volgende

Hoofdstukken XXII-XXIV. Het historisch kader

Na de laatste rijmtekstpassage, waarin Roelants dood beschreven is, volgt in drie hoofdstukken het naspel van de strijd: een lofdicht op Roelant en Olivier (XXII), Karels aankomst op het slagveld en de wraak op de heidenen (XXIII) en tot slot de bestraffing van Guwelloen en zijn dochter Irene (XXIV). De samensteller volgt hier betrekkelijk nauwkeurig, niet zelden woordelijk, de lezing van de Cronyke, zoals hiervoor al, bij de bespreking van deze bron in het vorige hoofdstuk, is behandeld. Toch verliest hij zijn verhaalplan niet uit het oog. Aan de bestraffing van Guwelloen wordt die van Irene toegevoegd. Haar verraderlijke plannen waren in hoofdstuk XVIII aan het licht gekomen en nu hecht de samensteller aan het eind deze verhaaldraad, die oorspronkelijk

[p. 113]

aan de Lorreinen-traditie was ontleend, af. Irene wordt levend door vier paarden uit elkaar getrokken, een straf die in de Cronyke en in het Chanson de Roland aan Ganelon gegeven wordt. Guwelloen wordt in het volksboek opgehangen.

Het naspel van de Droefliken strijt wordt evenals het voorspel in hoofdzaak bepaald door de verhaalversie van de Cronyke. Daarmee heeft de samensteller zijn verhaal van een historisch kader voorzien. Dit komt wel heel sterk naar voren in de allerlaatste passage van het boek, die handelt over de historische Karel de Grote:

Kaerle vanden groten verliese sijnre ghenoten creech een siecte van ongenuechten ende track tot Aken. Daer sterf hi als hi gheregneert hadde LXVI jaer in Vrancrijck, in Brabant ende in Lothrijck, ende XIII jaer keyser gheweest hadde. Hi sterf int jaer ons Heeren DCCC ende XIV, die vijfste kalende Februarij ende is begraven in die ronde kercke onser vrouwen tot Aken, die hi selve ghesticht hadde, daer hi hoochlijc verheven is. (P 1176-1183)

Dit slot vormt de tegenhanger van het begin van het eerste hoofdstuk, waarin Karel eveneens centraal staat:

Kaerle die Grote, des cleynen pyppijns sone, hertoghe van Brabant, van Lothrijck, ende marcgrave des heylichs rijckx, ende gheweldich coninck van Vranckrijc ende keyser van Romen ende van Almaengien ende heere van geheel kerstenrijck, altoos dat kersten gheloove versterckende. (P 80-85)


Vorige Volgende

Over het gehele werk

over Strijt van Roncevale


over anoniem Strijt van Roncevale

over anoniem Alderexcellenste cronyke van Brabant, Die