Het Roelantslied
(1981)–Anoniem Roelantslied– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
II Het volksboek Droefliken strijt en zijn bronnenInleidingDen droefliken strijt die opten berch van Roncevale in Hispanien gheschiede daer Rolant ende Olivier metten fluer van Kerstenrijc verslagen waren. Zo luidt de volledige titel van het volksboek dat omstreeks 1520 bij Willem Vorsterman in Antwerpen van de persen kwam. We duiden het aan met VbA ter onderscheiding van VbB dat ruim een halve eeuw later, in 1576, bij Jan van Ghelen, eveneens in Antwerpen, is verschenen. Samen vormen deze twee boekjes de tastbare resten van de laatste etappe van de Middelnederlandse Roelant-overlevering. De tekst van de twee drukken komt sterk overeen, zodat we kunnen spreken van één versie van het volksboek Droefliken strijt, maar de verwantschap is nu ook weer niet zo nauw dat VbB eenvoudig een herdruk van VbA is. Dat blijkt uit nauwkeurige vergelijking van de beide tekstenGa naar eind81). In VbA is namelijk na vers 880 VbA een vers overgeslagen zodat een weesrijm is ontstaan. Het overgeslagen vers komt wél voor in VbB (F1V, 15) en dat kan alleen maarGa naar eind82) verklaard worden door aan te nemen dat VbA niet de eerste druk is maar dat de twee bewaard gebleven teksten onafhankelijk van elkaar teruggaan op de editio princeps. Uit de kerkelijke goedkeuring, die achterin VbB is afgedrukt en die in 1552 is gedateerd, kan bovendien worden afgeleid dat er in dat jaar of kort daarna ook nog een druk is verschenen. Op grond van deze gegevens mogen we veronderstellen dat het volksboek minstens vier keer gedrukt is. De onderlinge verhouding van die drukken is dan waarschijnlijk als volgt: | |
[pagina 45]
| |
De verschillen tussen VbA en VbB blijven tot kleinigheden beperkt. Er zijn veel spellingsverschillen (VbA spelt Rolant, VbB Roelant) en vaak is de volgorde van de woorden binnen een zin verschillend. Boekenoogen noemt deze afwijkingen het gevolg van de ‘slordigheid of de willekeur der zetters’ (p. 81). In veel gevallen kunnen onnauwkeurigheden met behulp van de andere tekst worden rechtgezet. Zo is de volgende mededeling in de proloog van VbA stellig onjuist: ende die overmoedighe Fierenbras van Alexandrien, die nu een kersten gheworden was, ende hiet tevoren Floreys. (P 62-64) Het gaat hier over de heiden Fierabras, die bij zijn doop de naam Florent (Floreys) gekregen heeft. Een betere lezing heeft VbB (A2R, 25), waar het woord tevoren ontbreekt. Verschillen van deze soort geven geen aanleiding te veronderstellen dat de verhaalconceptie in de editio princeps anders is geweest dan die van de twee bewaard gebleven boekjes. Dit betekent dat een conclusie | |
[pagina 46]
| |
gebaseerd op de overgeleverde teksten in het algemeen ook geldig is voor het oorspronkelijke volksboek. Tenzij anders vermeld, zal ik citeren naar VbA. In materieel opzicht zijn de twee bewaard gebleven boekjes doodgewoon: zo plachten vroege drukken van bewerkte ridderromans er uit te zien: klein formaat, vol gezette bladspiegel, een lettertype dat het meest gebruikte is van zijn tijd en weinig illustraties; er is aan deze volksboeken niets bijzonders te zien op het eerste gezicht. Toch zijn ze voor het moderne onderzoek van onschatbaar belang, omdat ze de enige Roelant-tekst bevatten die in het Middelnederlands volledig is overgeleverd. De lezer zij echter gewaarschuwd want het stoere epos is in deze gedaante bijna onherkenbaar. De tekst is in moten gehakt en die zijn terechtgekomen tussen lange stukken proza. Het is alsof men een paar zwart-wit foto's van een oude meester heeft opgehangen op een tentoonstelling van moderne schilderijen. Waarom doet men zoiets? Wij zullen de bedoelingen van de samensteller van het volksboek moeten kennen om zijn resultaat op de juiste wijze te kunnen schatten. Dan zullen we ook zicht krijgen op het oudere Roelantslied dat aan de Droefliken strijt ten grondslag ligt. In dit hoofdstuk worden na een overzicht van de inhoud de verschillende bronnen besproken waaruit de samensteller heeft geput. |
|