Die riddere metter mouwen
(1983)–Anoniem riddere metter mouwen, Die– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 188]
| |
Roman van den Riddere metter Mouwen
| |
[pagina 189]
| |
Dor haren wille dien hi begart.aant.Ga naar voetnoot3
4[regelnummer]
Met beeden nam hi tswartGa naar voetnoot4
Ende ginc slaen slach in
slach
Op dien hi vor hem sach.
Al haddi drievout wapen an,Ga naar voetnoot7
8[regelnummer]
Hen besloet hem niet nochtan,Ga naar voetnoot8
Hine hadde dar tlijf verlorenGa naar voetnoot9
Die so condich was dar
voren.aant.Ga naar voetnoot10
Hi ontfinc so menege wonde,
12[regelnummer]
Dat hem crankede sine gesonde.Ga naar voetnoot12
Het was scire met hem gedaen,Ga naar voetnoot13
Die herte besweec hem saen,
Hi viel neder al met
alle.aant.Ga naar voetnoot15
16[regelnummer]
Die erde donrede vanden valle,
So swaer was hi ende soe
groet.
Dus bleef hi verslegen
doet.aant.Ga naar voetnoot18
Dus can die minne werkenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Ende elken man
gesterkenaant.
Dien herte leget an.
E
Ga naar voetnoot21
Wat sal nu doen die edel man?
Sijn ors was gefalgiertGa naar voetnoot23
24[regelnummer]
Ende sinen helm
gefaucsiert,Ga naar voetnoot24
So dat hijs nemmermeer
begerde:Ga naar voetnoot25
Hi lach te stucken op die erde.
| |
[pagina 190]
| |
Nu ne heeft hi scilt no spere.
28[regelnummer]
Dartoe haddi eene dere:
E
Ga naar voetnoot28
Boven an sijn vorhoeft
Was hem die huut int tween gecloeft,aant.
Nalecs tote den beene.Ga naar voetnoot31
32[regelnummer]
Hine hadde wonde anders ne geene,
Danc hebbe Cepalus,
Die hem te siere zuster huus
Den goeden halsberch gaf;
E
Ga naar voetnoot35
36[regelnummer]
Hen besloet hem niet een caf,Ga naar voetnoot36
Diere met swerden op sloech:
Hen deerde hem niet diene droech.Ga naar voetnoot38
Nu ne weet die ridder wat
bestaen,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
No war trecken no war gaen.aant.
Ga naar margenoot+H e hadde wapenenaant.
Sonder swart endeaant.
Hi moeste daneaant.
44[regelnummer]
Est hem quaetaant.
Dien langen da
Ende clagede sijnaant.
Die hi daer ha
48[regelnummer]
Ende hi dane mo
Daer toe was d
Neder gelopen do
Nochtan deerde
52[regelnummer]
Ende dat sire herten
Ic mach u seggeaant.
Die ridder en hadd
Maer hine wilde s
56[regelnummer]
Waen hi was ende ho
Doere sijn moeder afaant.
Die eens conincs doc
Versenden soene ter s
60[regelnummer]
Dat was zine oude
Dat har noetsakeaant.
Anders waer soe bleaant.
TE dien tiden wasaant.
64[regelnummer]
so wat joncvrouwaant.
Anders dan soe met
Dar mense steende a
Dies ne mochte gee
68[regelnummer]
Indien dat ment moc
Om aldus gedane diaant.
Was harde menich joaant.
| |
[pagina 191]
| |
Te dien tiden geleid
72[regelnummer]
Si dogeden horen arbey
Die joncvrouwe met listaant.
Sine wilde niet dat iemeaant.
Al gesciede hem dorperheydeGa naar voetnoot75
76[regelnummer]
Dor te behoudene lijf ende lede.
Dus waest den ridder
comen,Ga naar voetnoot77
Als gi mi hir hort nomen,Ga naar voetnoot78
Ende dogede menich swaer
gepens
E
Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Op ende neder hare
ende
gens.Ga naar voetnoot80
Ga naar margenoot+n hier dasaant.
was
84[regelnummer]
heet
mintaant.
gewint
ren
88[regelnummer]
ende dach
ettel verdrach
bevaenaant.
92[regelnummer]
no wat bestaen
wach
cloester lach
ogen grijs
96[regelnummer]
in elker wijs
ongemakeaant.
sine zake
ende wideaant.
100[regelnummer]
rideaant.
comen was
nede das
scoene
104[regelnummer]
n crone
nen eenen man
hadde an
108[regelnummer]
om sine vrame
monc wortaant.
behortaant.
menne dar in
doet
112[regelnummer]
e ne geen goet
en drinken mach ende eten
dat men can weten
wonden sijn genesen.
| |
[pagina 192]
| |
116[regelnummer]
Die ridder dancte hem
van desen.
E
Hi hadde van gemake noet.
E
Ga naar voetnoot117
Hi ginc dar hem die abt geboet
E
120[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ende teersten dat hi
gevoeltGa naar voetnoot121
Ende sijn rouwe was
vercoelt,aant.Ga naar voetnoot122
Ginc hi achter in dat hof
E
Ga naar voetnoot123
124[regelnummer]
Metten monken op ende
of.Ga naar voetnoot124
Dier te sere sinen sin can
leidenaant.Ga naar voetnoot125
Dor sine groete hovesscheide.aant.Ga naar voetnoot126
Ende die abt als te
vorenaant.Ga naar voetnoot127
128[regelnummer]
Haddene int harte vercorenaant.Ga naar voetnoot128
Dor dat hi was wel geraectGa naar voetnoot129
In alre doeght ende
vulmaect,Ga naar voetnoot129-30
So salne die abt wel ontsienaant.Ga naar voetnoot131
132[regelnummer]
Ende ginc hem an met
dienaant.Ga naar voetnoot132
Ende daer toe mede dat
covent,
Die hem waren omtrent,Ga naar voetnoot134
So lange, dat sine monc makenaant.
136[regelnummer]
- Ic mach u seggen dor welke zaken -
Om te versierne hor hof.Ga naar voetnoot137
Met rechte gaven si hem
lof,
E
Die gene diene kinden.
140[regelnummer]
Men soude sijn gelike niet vinden,
| |
[pagina 193]
| |
Die ginge dese werelt dore,Ga naar voetnoot141
No soe scone creature
Ende wel geraect in sine
tale.Ga naar voetnoot143
144[regelnummer]
Aldat hi dede sat hem wale.Ga naar voetnoot144
Also hi inden cloester ginc
Ende die grise cleeder ontfinc,
Namen si sine sekerhede.Ga naar voetnoot147
148[regelnummer]
Hi swoer bi ridderscepe mede
Ende dar toe bi sinen
ordinen,Ga naar voetnoot149
Dat hise tote sine finen
E
Ga naar voetnoot150
Houden soude ende niet ne
brake,
E
152[regelnummer]
Hen ware alleene bi eere zake,Ga naar voetnoot152
Of noch geinde aventure,Ga naar voetnoot153
Dat hi die scone creature,
Clarette, mochte gewinnen.
156[regelnummer]
Dit heeft hi besproken binnen.Ga naar voetnoot156
So wildi die covele begevenGa naar voetnoot157
Ende hem wegen in den
strideGa naar voetnoot158
Ende alse hi dies die
160[regelnummer]
Heeft hi gedaen dien eet,
E
Ga naar margenoot+Dat hi die ordine niene
begeeftGa naar voetnoot161
Dor I mensche die nu left,
E
Want hi wert ter doget bekeert.Ga naar voetnoot163
164[regelnummer]
Hi was clerc ende
hadde geleertGa naar voetnoot164
menne vant,Ga naar voetnoot165
in Ingelant.
scole X jaer,
168[regelnummer]
Oec was met hem vonden dar
| |
[pagina 194]
| |
Beede grau ende bondGa naar voetnoot169
Ende in selvere C pond,Ga naar voetnoot170
Dar hi mede was geliertaant.Ga naar voetnoot171
172[regelnummer]
Ende ter doget wart
bekiert.aant.
Sider scaemdi hem das,Ga naar voetnoot173
Dat hi vondelinc was,
Ende vor wech vandaerGa naar voetnoot175
176[regelnummer]
Ut hoer lande VIII jaer,aant.Ga naar voetnoot176
Om te soekene sinen
vader.aant.
Des haddi gehort algader.aant.Ga naar voetnoot178
Te Cardeloet quam hi geraect,aant.Ga naar voetnoot179
180[regelnummer]
Dar hi ridder was
gemaect.
Nu draecht hi die covele an
Ende es een begeven man,Ga naar voetnoot182
Dat onlange sal gewaren.Ga naar voetnoot183
184[regelnummer]
Wille God sijn leven sparen,
Hi sal noch aventure bestaen,
Meerre dan hi heeft gedaen.
Nu was hi inden cloester daer
188[regelnummer]
Lettel meer dan I jaer,
Dar hi lief was ende
wartGa naar voetnoot189
Hen gaf dat hi
Bede de m
192[regelnummer]
Maer hin
Ver sco inctaant.
Hem selven
d hi ontfinct
Mijns heer Waleways nichte.Ga naar voetnoot194-95
196[regelnummer]
Dor har versuchte hi
gedichteGa naar voetnoot196
Die hem gaf die witte mouwe
Daer te grote
we
Ende harre
en
200[regelnummer]
Dat lve die conincineaant.
| |
[pagina 195]
| |
Ga naar margenoot+Alsoe hem
swartaant.
Ende ridder
d wart
Om h hi in vel
204[regelnummer]
Ende
Dar hi de ridder
af trac
Dat hem die luchter arm bracGa naar voetnoot206
Beed es et slach
208[regelnummer]
Dor haren wille was menege dach
Sijn herte
Ende dor sinen wille
Hir si waren naest so
comen,aant.Ga naar voetnoot211
212[regelnummer]
Dat Cephalus hadde genomenaant.
Die joncvrouwe teenen wive,aant.
Die hi vant in swaren liveGa naar voetnoot214
Buten den Fellen Woude, al naect,aant.
216[regelnummer]
Dar soe sere was
mesmaectGa naar voetnoot216
Biden naen, diese verrietGa naar voetnoot217
Ende die hare niet ane
liet.Ga naar voetnoot218
220[regelnummer]
Sonder hor hemde alleyne.
Ic mochtu wel seggen hoe,Ga naar voetnoot221
Dat se Cephaluse gewanGa naar voetnoot223
224[regelnummer]
Endeaant.
Dat hi doet verslegen was
Har ondadege stiefvader,aant.
228[regelnummer]
Diese ontherft hadde algader,aant.Ga naar voetnoot228
Ende dattene een ridder versloechGa naar voetnoot229
Die eene witte mouwe droech
In eenen swarten s gesaant.
232[regelnummer]
Hi hadde hem genomen tleven.
Doen wisten si alle gader wel,aant.
Dat hijt was ende niement el,aant.
Die die witte mouwe draget.
236[regelnummer]
Die coninc droevet ende claget
| |
[pagina 196]
| |
Dat hine in hem niet vaant.
Hem selven
Hi deden soeken menegen dach.
E
Ga naar voetnoot239
240[regelnummer]
Alsmen vinden niet en mach,
E
Ga naar voetnoot240
Ga naar margenoot+Doe bat hi sinen
liede,
E
Dat si hem daer toe gerieden.
E
Ga naar voetnoot242
244[regelnummer]
Ende sire niet af
vernamen,Ga naar voetnoot244
Hadde die coninc so swar gewach,
E
Ga naar voetnoot245
Dat menne verhogen niet en mach.
E
Ga naar voetnoot246
Hoe men best mochte
gewinnen,aant.Ga naar voetnoot247
248[regelnummer]
Daer ne was niemen binnen,
Dies hem mochte berechten,aant.Ga naar voetnoot249
No ridders no sciltknechte,aant.
Sonder alleene die
conincinne.aant.Ga naar voetnoot251
252[regelnummer]
Doe soene soe droeve sach van sinneaant.
Was sijs sere tongemakeGa naar voetnoot253
Ende seide: ‘Here, bi eere zakeGa naar voetnoot254
Suldine gecrigen, wetic wel,
256[regelnummer]
DOet eenen
tornoy gebieden,aant.
Ende maket cont uen lieden,
Die drie dage geduren sal,aant.Ga naar voetnoot259
260[regelnummer]
Ende dien gevet
geval,Ga naar voetnoot260
Dathi op tfelt den prijs bejaget,
Men sal hem geven die scone maget,
| |
[pagina 197]
| |
264[regelnummer]
Ende houdense te
sinen
liveGa naar voetnoot264
Ende tgoet datter toe behort.
Doet dese niemare dragen vort
In allen lande hare ende tare.aant.Ga naar voetnoot267
268[regelnummer]
Als hi gevreyschet dese niemare,aant.Ga naar voetnoot268
Hi sal ten tornoye comen,
Es levende hi ende gesont.
272[regelnummer]
Want hi hevet lange stont
E
Vele meer dan iemen el.
Hets mi dicke comen te voren,Ga naar voetnoot275
276[regelnummer]
Dat hise met herte
heft vercoren
Als hi gevreesschet die niemare,aant.
280[regelnummer]
Ga naar margenoot+Doe ne was niemen in die
zale,aant.
Sine volgeden alle diere taleGa naar voetnoot282
Die die conincinne seide.aant.
284[regelnummer]
Doe ne was dar ne
gene beide,Ga naar voetnoot284
Teerst dat die coninc verstoet,Ga naar voetnoot285
Sendi uut tors ende te voet
Boden die waren snel,
E
288[regelnummer]
Ende hi beval hem
allen wel,Ga naar voetnoot288
Dat sire nauwe omme
spienGa naar voetnoot289
Ende of sine connen versienaant.Ga naar voetnoot290
Dat si cortelike wenden.
E
Ga naar voetnoot291
292[regelnummer]
Hi salre Waleweine omme senden,
| |
[pagina 198]
| |
Diene bringhen sal bi sire bedenGa naar voetnoot293
Ende bi sire groter
hovesscheden.
E
Ga naar voetnoot294
‘Dat hopic an onsen here,Ga naar voetnoot295
296[regelnummer]
Den ridder, dien ic
begere zeere.’
Doe namen die boden orlof
Ende ruumden des conincs hof.
Si sochten den ridder menech
dach,aant.
300[regelnummer]
Alsoe verre als men
tornoys plach,aant.Ga naar voetnoot300
Ende maectent den riddren cont.
Doe quam I bode teenre
stontaant.Ga naar voetnoot302
In den cloester te herbergen,Ga naar voetnoot303
304[regelnummer]
Die sochte dese bederve,Ga naar voetnoot304
Dar die ridder was
begevenGa naar voetnoot305
Ende dogede I swar levenGa naar voetnoot306
Dor Claretten wille van Spangen,
308[regelnummer]
Ic wane hi lettel dochte,Ga naar voetnoot309
Wat niemare die bode brochte,
E
Die droech an sire zide
312[regelnummer]
Eenen zegel bosse
wide,Ga naar voetnoot312
Dar des conincs teken stont an.aant.Ga naar voetnoot313
Dat versach die edel manGa naar voetnoot314
Die dar met sire covele ginc.
316[regelnummer]
Den bode hi harde wel ontfinc,
Doe hine comen sach int
hof.Ga naar voetnoot317
| |
[pagina 199]
| |
Sijn herte verlichte dar of;Ga naar voetnoot318
Hi vragede om niemare
320[regelnummer]
Ende wane hi comen ware.Ga naar voetnoot320
|
|