De Revisor. Jaargang 30



[pagina 78]
Hans Hoenselaars Compagnon de la chanson Olijven waren ‘goed voor Moulin Rouge Hollywood’; drinken was daarbij zozeer taboe, dat je zaterdags als eerste op, ze nooit als aangeschoten schuitjes aan een mast van tandenstokers door een halfleeg glas champagne rond vond drijven geen lip zou op het boord van roemers, fluiten op de zoom van filters of manchetten achterblijven zachtjes met je oren aan het teder weefsel van de Telefunken had je voorbij Beromünster op de lange golf getuige ruisen en de meeuwen een Franse stem getroffen. Eenmaal groot, hoe wist jij (behalve van The Sound of Music en je dikke nicht Maria) anders af van vrouwen verlangen Piaf-