Mischa Andriessen
Woordgourmet
Over Stefanie Menzinger
De Duitse schrijfster Stefanie Menzinger debuteerde in 1994 met de bundel Schlangenbaden. Op het omslag staat Erzählungen, maar het zijn geen vertellingen in de gebruikelijke zin. Sommige teksten zijn zo kort, slechts een paar regels, dat het veeleer prozagedichten lijken. Belangrijker is dat Menzinger het vertellen voortdurend ontregelt. In ‘Das Auge der Kröte’, de lange tekst die de bundel besluit, vertelt een aantal personages een absurd verhaal in hun eigen, tegen gebruikelijke grammaticale regels zondigende taal. Een verhaal dat in de eerste plaats absurd is omdat het verteld wordt.
Bij Menzinger staat de vorm voorop. Klank en cadans van de tekst bepalen de inhoud. De plot is vaak eenvoudig: ‘Vrouw koopt een zak kiwi's’ of ‘Man ziet reclamezuil voor danseres aan’. Vanuit een dergelijk simpel verhaal komt Menzinger tot een hoogst eigenzinnig proza, waarin elk woord, iedere zin meermaals geproefd wordt, eer die is neergeschreven. Eén van de personages in ‘Das Auge der Kröte’ noemt zichzelf een ‘woordgourmet’. Die betiteling is op de schrijfster zelf van toepassing.
In ‘Erklärung’ wordt het schrijven op ironische wijze belicht: ‘Toen mij onlangs een man naar de inhoud van mijn nieuwe verhaal vroeg, zei ik hem, dat het beter was daarover te zwijgen. Het zou bij hem een gelach uitlokken, dat mij - of ik het wilde of niet - pijn zou doen. En toch weerstond ik nauwelijks en verwoordde het treffend: een vrouw, zus en zo, een gynaecologenstoel. De man lachte helder en vroeg: o, u heeft obsessies?’ Aan het eind van de tekst besluit de verteller dat teveel nadruk op persoonlijke obsessies de lezer wegjaagt: ‘Nu loopt hij weg, zeg ik tegen mezelf, en het valt me zwaar, hem zomaar weg te laten lopen.’
Menzingers proza is een neerslag van ervaringen en tegelijkertijd van de onbetrouwbaarheid van die ervaringen. De personages gaan zo op in wat zij zien of meemaken dat zij de werkelijkheid uit het oog verliezen. Maar ook dat verlies van werkelijkheidszin is een ervaring die ze met verve beschrijft. Haar teksten bewegen zich tussen sprookjesachtige droomvertellingen en verbale ontladingen van seksuele- en/of gewelddadige fantasieën. Een dergelijke diversiteit kan tot gevolg hebben dat de auteur zich in zijn fabuleerlust verliest en door de ongebreidelde mogelijkheden die de taal biedt, vergeet wat hij wilde vertellen. Menzingers proza