De Revisor. Jaargang 30

[p. 60]

Herlinda Vekemans
Buiging

Beethovens negende vriest aan.
De vloot vaart uit met een bevroren ode.

Majakovski eist piano's:
De huizen uit! Op straat en in fabrieken!

Het conservatorium wacht:
de soep kan nu elk moment arriveren.
Toetsen verschroeien tintelende vingers.
Plafondengelen profeteren:
de jongen jaagt zich de meerstemmigheid in.

En de koude blijft maar klinken.

[p. 61]

Ontkenning

7 gedichten van Aleksander Blok, voor sopraan, viool, cello en piano, op. 127, D.D. Sjostakovitsj (1967) - Bouw niet in de bocht van rivieren je woning, Aleksander Blok (1905)

Bouw niet in de bocht van rivieren je woning,
leg niet op de drempel van woorden je oren,
zet niet in de tocht van ogen je angsten,
plak niet op de stempel van brieven je adem.

Laat huizen slapen en
zie geen licht waar het niet schijnt.
Laat mensen kijken en
voel geen blik waar het niet past.
Laat boeken liggen en
lees geen woord waar het niet hoort.

Sluimer in de holtes van gangen,
slaap onder het aambeeld van klanken,
droom geen trommels en
zoek geen gulden vliezen.

[p. 62]

Futurum praesens

Symfonie nr. 14 voor sopraan, bas, strijkers en percussie, op. 135, D.D. Sjostakovitsj (1969) - Das Buch der Bilder, Rainer Maria Rilke (1906)

Droesem van zomerse roes
kleeft vlekkerig aan nerven en
moe van beroering en voorvoelen
snoeren bomen het laatste groen de mond.

Groot is de wind.
Hij schiet verten tussen takken
en rukt broze blaren uit de kom
van armlastige twijgen en ook zij
trotseren zijn toorn niet langer
en laten los.

Zompig en zuur zet straks de winter in
en kilt en kiest
zijn eigen vergezichten.

Wie nu geen tonen hoort, zal er nooit horen.
Wie nu geen ogen heeft, krijgt er geen meer.

[p. 63]

Rechts
Pepijn provily
Restaurant, 2000