De Revisor. Jaargang 30



[pagina 79]
Evelien Chayes Gedichten Auguste Rodin, Ecclesiastes (schets teruggevonden in het atelier van de kunstenaar, rue de Varenne) Zij, de perfecte hoer, geaderde stad waar het dolen en dwalen is omdat zichzelf het hart opbergt en mens van tranen moet barsten in binnenbeelden. Web stuurt het in en uit overspelige kamers hunker struikelende handen die willen in één klinkende klap de ondergrondse ijlweg op weg suis weg. Zo zij hier ligt naar hemel gesperde benen als prediker te leven lenig onbeschreven, doet zij verlangen jou naamloos te zijn, heen en weer te gaan tussen idee van hart en domme regels te verdwijnen in blinde stad wezenloos geroerd in het open en weer toegevouwen boek.
[pagina 80]
Lossen Als vijfde moet je altijd wachten zoeken om los te kopen een gestolen geheim smachten naar iets na om hopen opnieuw te mogen. Zoals vader altijd belooft los te zijn los van zijn geheim als wij maar geloven het hele gezin de enigen te zijn. Als vijfde zul je weg zijn ieder jaar dat wij met de wijngevulde beker wachten op Elia, ieder volgend jaar.
[pagina 81]
Passover Ik ken geen heilig woord, spel alleen onze namen, kan oude wijnvlekken herkennen in ons boek. Dit is van toen wij braken en deze ontstond toen het zoek werd gemaakt die derde is de jongste en oudste tegelijk: op het rood nog een kruimel verloren matzegeur waarvan de klanken doen denken aan oude boeken die wij eens voor ons spelden land weg.