Een schreeuw komt altijd ergens vandaan.
Dit is misschien geen hogeschoolredenering, maar het kwam in me op. Ik had al aangenomen dat er een menselijke keel bij betrokken was. Gezien het hoge trillingsgetal moest het een vrouwenkeel zijn.
Voor schrijvers schijnen de gekste dingen aanleiding te vormen voor een boek. De aanblik van een vrouw op een schilderij die net even anders haar lange jurk optilt als ze een trapje afloopt, één regel van een uitheemse dichter (soms is inheems al genoeg), de genoeglijke manier waarop een aardappelveldje erbij ligt, eenvoudige arbeid in een staalfabriek, de wisseling der seizoenen, een griepje, Vrouw Holle, een droom, groente, vlees, vis of andere tafelgeneugten, een papaver, één dissonant in concertgebouwkunst of natuur...
Er is natuurlijk ook een andere, veel dwingender categorie. Dan kom je in de sfeer van moeders, vaders, mannen die vrouwen van je afpikken, de dood die hetzelfde met moeders, vaders én vrouwen doet, ordinaire haat tegen deze of gene, een uitgebarsten liefde voor een onbereikbaar iets of iemand, liefst nog een combinatie van één of meer factoren, allerliefst een combinatie van allemaal...
Als er één overweging van mijn kant het noemen waard is, dan is het deze: ik moest van die schreeuw af. Hoe? Ik hoopte dat ik hem kwijt zou raken door de omstandigheden te reconstrueren. Dáár heb ik misschien inderdaad wat aan, dacht ik, en besloot het erop te wagen: een reconstructie, van het hoe, het waarom en wat daar allemaal op volgde.
Mensen kunnen om de gekste redenen een schreeuw loslaten. Zelf hebben ze natuurlijk geen idee wie zo'n schreeuw zal opvangen, laat staan hoe die schreeuw aan zal komen. Je hebt immers zo weinig gegevens als toehoorder... Vreugde, verdriet, pijn, verrukking, schrik, genot, angst. Waarom schreeuwt de mens of dier? Je valt er immers bijna altijd een medemens mee lastig, en die is er dan mooi klaar mee.
Als ik nu eens zo precies mogelijk, met alle gegevens die ik verzameld heb me probeer te herinneren, misschien kom ik dan bij de medemens die die schreeuw slaakte. Ga ik hem of haar daar tóch eens op aanspreken.
Je moet tenslotte in deze overvolle wereld wél rekening houden met elkaar.