De Revisor. Jaargang 30
(2003)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 21]
| |
Robert Cleirmaekers
| |
[pagina 22]
| |
In de gang hing het kostuum van mijn tante al klaar voor het optreden, waarvoor er in het centrum van het dorp een speciaal podium was getimmerd. De jurk had nogal wat rokken maar ze stelde me gerust, zoiets was bij volksdansjurken heel gewoon. Ze was zelfs terughoudend in het aantal geweest. Er waren vrouwen die bijna verdwenen onder hun rokken. Vervolgens liet ze me het keurslijfje zien, dat met bloempjes was volgeborduurd. Ze balde een grote mollige vuist en duwde die in de ruimte die voor een van haar borsten was bestemd, zodat ik een idee kon krijgen hoe het morgen eruit zou zien als ze het zou dragen. Mijn oom schudde glimlachend het hoofd en verklaarde dat een enkele vuist daarvoor niet genoeg was. Hij duwde de zijne naast die van zijn vrouw en keek me triomfantelijk aan. ‘Nou,’ vroeg hij, ‘dat is me toch wat, nietwaar?’ Ik beaamde dat het heel wat was en voelde me niet erg op mijn gemak. Daarna liet mijn oom me het huis zien. Hij begon in de kelder. Trots wees hij naar zesenvijftig blikken met gehaktballen, een faillissementspartij die hij voor een prikje op de kop had getikt. Hij was niet iemand die zich de kaas van het brood liet eten. ‘Vanavond zullen we er een openmaken,’ kondigde hij aan, ‘omdat we gasten hebben.’ Hij toonde me ook een door hemzelf ontworpen paraplu, maar voor de rest verschilde het huis niet veel van de huizen die ik kende. Alles hing of stond zo 'n beetje op dezelfde plek als bij ons thuis, dus voelde ik me al gauw op mijn gemak. Mijn kamer, die ook de kamer van Kitty was, bevond zich op de tweede verdieping en had een vloerkleed en een klein balkon. Het eten werd opgediend. Onverwacht bleken de gehaktballen uit blik een ongewone smaak te hebben, maar ik wilde geen spelbreker zijn en aanmerkingen maken op de aankoop van mijn oom, zeker niet nu ik zag hoe hij ervan genoot. De bruine, olieachtige jus, die met het vlees was meegeleverd, liet hij zich royaal over de aardappels uitschenken. Bij de afwas merkte ik dat de gehaktballen me toch wel zwaar op de maag begonnen te liggen. Mijn oom en tante schenen er geen last van te hebben, want ze waren in een goed humeur. Ze verheugden zich natuurlijk op de dag van morgen, dat ze op het podium zouden schitteren in de driekusman. Na het eten kleedde mijn tante zich om in een trainingspak en kwam de buurjongen langs. Hij zou morgen met mijn tante dansen, mijn oom zou hen op de accordeon begeleiden. Uit beleefdheid was hij even komen binnenwippen zodat we met ons vieren konden klaverjassen. Om niemand voor het hoofd te stoten deed ik een paar potjes mee, maar ik verloor ze allemaal, omdat de buurjongen bij het schudden de kaarten stak. Ik zei er maar niets van. Tegen tienen speelden de gehaktballen zo op dat ik me verontschuldigde. Morgen zou het een enerverende dag worden waarvan ik me veel voorstelde, zei ik. Daarom wilde ik vroeg gaan slapen. Zonder tegen te sputteren lieten ze me gaan. | |
[pagina 23]
| |
Ik kleedde me uit en ging op bed liggen in de hoop dat mijn ooms gehakt zich niet verder zou roeren. Om half elf werd ik in paniek wakker, mijn maag voelde als een steen en in mijn endeldarm was een aanval van diarree in de maak. Nog voor ik de wastafel had kunnen bereiken spoot het avondeten in drie golven naar buiten. Gelukkig hield de endeldarm zich koest, want ik kon er nu niets bij hebben. Ik voelde me meteen een stuk beter. Toen ik het licht aandeed zag ik tot mij schrik dat het kleed besmeurd was met een zure bruine derrie die voor een groot gedeelte uit gehakt bestond. Tevergeefs probeerde ik het schoon te wrijven, wat de viezigheid alleen maar erger maakte. Omdat ik met mijn gepoets de onverteerde bestanddelen platwreef, verspreidde ik het braaksel zonder het op te ruimen. Onverwacht werd er aan de deur geklopt en ik hoorde mijn tante vragen of alles in orde was. Ik antwoordde niet en hoopte dat ze weg zou gaan. De deurklink ging naar beneden, maar uit gewoonte had ik de deur op slot gedaan. Daarop werd het weer stil op de gang. Beneden speelde mijn oom populaire deuntjes op zijn accordeon, de buurjongen zong mee. Ik deed de balkondeur open om de zure lucht te verdrijven en vroeg me af hoe ik mijn braaksel uit het kleedje kreeg. In elk geval kon het daar niet blijven liggen, voor je het wist stapte je erin. Ik was net bezig het op te rollen om het onder het bed te schuiven toen ik buiten een merkwaardig gestommel hoorde. Ik verstijfde en draaide me om naar het balkon. Boven de rand verscheen het gezicht van mijn tante. Ik kon nog net het tapijt onder het bed moffelen. Ze klom langs de ladder die ze tegen het balkon had gezet verder omhoog en trad de kamer binnen. Ik groette haar vriendelijk en verontschuldigde me dat ik alleen maar een hemd en een onderbroek droeg. ‘Gek, ik dacht dat hier een kleedje lag,’ merkte ze op, terwijl ze snuivend om zich heen keek. Het zweet brak me uit. Nu zou alles uitkomen. Dat ik het gehakt van haar man op hun goede spullen had uitgespuugd. Was dat de manier waarop men de gastvrijheid van zijn verre familie beloonde? Ik bezwoer haar dat ze zich vergiste, er had hier geen kleedje gelegen. Als dat zo was geweest had ik het wel gemarkt, ik zag zulke dingen meteen, ik had er een oog voor, slaapkamerkleden vielen me altijd op. De vurigheid waarmee ik ontkende wekte haar achterdocht. Bezorgd legde ze haar handpalm op mijn voorhoofd en merkte op dat ik het warm had. Ze duwde me op bed en kwam naast me zitten. Nadenkend voelde ze me in de nek en schudde het hoofd. Daarna tilde ze mijn hemd op om ook daar mijn temperatuur te controleren. Hoewel ik protesteerde, wilde ze er niet van weten. Het was haar taak als tante om een neef in geval van ongesteldheid te helpen. Familieplicht. Bovendien had ze op grond van haar leeftijd meer ervaring met ongesteldheid dan ik. Ik moest toegeven dat ze daarin gelijk had, bovendien hoopte ik met mijn meegaandheid de aandacht van het ondergespuugde kleed af te leiden. | |
[pagina 24]
| |
Ze gebood me mijn bovenkleren uit te trekken en legde fronsend haar hand op mijn onderbuik. ‘Ik weet niet of dat wel goed is,’ zei ze zorgelijk. ‘Je bent verhit.’ Ik sputterde tegen, maar ze wilde er niets van weten. Om me te overtuigen dat ze gelijk had nodigde ze me uit om haar huid te voelen, die had precies de juiste temperatuur. Ze pakte mijn hand en bracht die onder het trainingsjasje. Ik wist niet goed wat ik ervan moest denken. Het kon geen kwaad vergelijkend onderzoek te doen, want stel je voor dat ik werkelijk wat onder de leden had. Ik had wel eens een naakte vrouw gezien, mijn broer had een schoenendoos vol schuine blaadjes, maar gevoeld had ik er nog geen. Onder haar kleren zocht mijn hand naar een bekend aanknopingspunt maar ik vond alleen maar onverwacht opbollende vormen en diepe, klamme plooien die ik niet goed kon thuisbrengen. Mijn tante merkte mijn verwarring en besloot doortastend op te treden, anders zou ik morgen het volksdansen wel eens kunnen mislopen. Ze trok haar trainingsjasje uit en toonde me een aantal keurig opeengestapelde vleesrollen. Ze verdwenen echter al gauw onder een boezem die als een dik, dubbelgevouwen vel naar beneden hing. Op de tepelhoven groeiden enkele lange zwarte haren. Ik voelde. Naar waarheid zei ik dat haar temperatuur beduidend hoger was dan de mijne. Ze schrok. Was het waar wat ik zei? Ze wilde zekerheid hebben want morgen was het volksdansen. Voor ik er erg in had begon ze in mijn onderbroek te zoeken. Ik wilde bezwaar maken, maar voor ik iets had kunnen zeggen had ze me resoluut een tepel in de mond geduwd. Lippen, meende ze, waren veel gevoeliger voor temperatuur dan handen. Als ze ooit haar juiste temperatuur wilden weten moesten ze grondig te werk gaan. Inmiddels had haar hand gevonden wat hij zocht. Voor een kwaliteitsonderzoek bleek het nodig te zijn dat ik met mijn geslachtsdeel haar innerlijk peilde. Dat was de beste methode. Ze stroopte haar trainingsbroek naar beneden en trok mij behendig op zich. Ik zag mijzelf ergens tussen de witte kwabben in iets harigs verdwijnen en hoopte dat het snel voorbij zou zijn. Terwijl ze me keer op keer in zich duwde moest ik mijn anus dichtknijpen omdat de diarree, die zich intussen in mijn endeldarm had verzameld, naar de uitgang leek te bewegen. Terwijl we zo bewogen maakte ze van onderen rare geluiden. ‘Pffurps,’ klonk het keer op keer. ‘Pffurps.’ Alsof de erwtensoep aan de kook was gekomen. Verontrust door deze ongewone geluiden wilde ik haar erop attent maken, toen mijn blik getrokken werd door de deursleutel die langzaam werd omgedraaid. Even later kwam mijn oom binnen. ‘Goedenavond,’ zei hij terwijl hij zijn accordeon neerzette. ‘Wat ruikt het hier raar.’ ‘Hij heeft overgegeven en het kleed zoek gemaakt,’ vertelde zijn vrouw, mij in zich duwend. Ontzet schudde mijn oom het hoofd. Zulk kostelijk gehakt en het kleed was ook zo goed als nieuw. | |
[pagina 25]
| |
‘Hij heeft het onder het bed geschoven,’ voegde ze er aan toe, ‘dat zag ik nog net.’ ‘In plaats dat hij het schoonmaakt,’ zuchtte mijn oom, ‘en zijn verontschuldigingen aanbiedt ligt hij hier lekker zijn hart op te halen. Van je familie moet je het maar hebben. Enfin, je zult het wel redelijk vinden dat ik ook mijn deel wil hebben, je bent per slot van rekening ook mijn gast.’ Hij opende zijn gulp. De geur van gehakt vulde het vertrek. Na enig gemorrel met mijn aftershavebalsem besteeg hij het bed en kwam van achteren bij me binnen. Ik verzette me niet omdat ik het daarmee waarschijnlijk alleen maar erger zou maken. Bovendien was het niet onredelijk wat hij wilde. Het was maar een kleinigheid en misschien kon ik zo iets goedmaken voor het bederven van het kleedje en het uitspuwen van zijn gehakt. ‘Ziezo,’ zei hij tevreden. ‘Die zit er mooi in.’ We bewogen zo enige tijd heen en weer toen ik plotseling een stem hoorde. Ik had niet gemerkt dat de buurjongen inmiddels de kamer was binnengekomen. ‘Dat gaat niet goed zo,’ zei hij deskundig. ‘Als je oom erin gaat, moet jij precies tegelijk in je tante. Zo zijn de regels. Dus een en twee... en een en twee... en een en twee.’ Hij schudde het hoofd, hij was niet tevreden met wat hij zag en stelde voor dat hij de leiding in handen zou nemen, als volksdanser was hij dat gewend. Hij liet zijn broek zakken en verzocht me de mond te openen. Als hij tegen mijn verhemelte drukte moest ik achteruit deinzen en daarbij gelegenheid gevend aan mijn oom en als ik weer terug bewoog zou ik hem en mijn tante van dienst zijn. ‘En een en twee... en een en twee... en een en twee..., zo gaat ie goed.’ Aldus deinden we op en neer en heen en weer op het bed waarop ik me had voorgenomen van Kitty te dromen. Terwijl mijn gedachten even naar haar afdwaalden en ik me erover verwonderde dat ze luchtverkeersleidster wilde worden, vergat ik heel mijn endeldarm. Plotseling kwam het. Wat ik ook probeerde, het was niet meer te stuiten. Voorafgegaan door een lange, fluitende wind (mijn oom zat in de weg) spoot alles wat zich daar had verzameld met grote kracht naar buiten. Er viel een doodse stilte. Nadat mijn oom zich van mij had losgemaakt haalde ik de buurjongen uit de mond en verliet ik mijn tante, vervolgens draaide ik me om naar mijn oom. Zijn onderbuik, zijn dijen en zijn inzakkend geslacht waren bedekt met mijn diarree. Met kille blik staarde hij me aan. ‘Was dat nou nodig?’ vroeg hij verwijtend. Ik stamelde een verontschuldiging. Mijn tante snoof. ‘Mooi is dat,’ mopperde ze. ‘Komt hierheen, spuugt ons kleed onder met gehakt, verstopt het stiekem onder het bed en poept dan zijn oom onder. Een schande is het zo onze gastvrijheid te misbruiken.’ ‘En ik ben niets eens klaargekomen,’ zei mijn oom kwaad. | |
[pagina 26]
| |
‘Ik ook niet,’ klaagde de buurjongen. ‘Ik wel,’ zei mijn tante, ‘maar het was niet om over naar huis te schrijven.’ ‘Gastvrijheid heeft grenzen en die zijn hier overschreden,’ merkte mijn oom koeltjes op. De anderen waren dat met hem eens. ‘Maak dat je wegkomt. We willen je nooit meer zien. En dan kom je er nog genadig af.’ Ik had amper gelegenheid om broek, schoenen en overhemd bijeen te rapen. Mijn stropdas moest ik achterlaten. Scheldend kwamen ze me achterna. ‘Profiteur! Klaploper! Ondankbare! Wij zullen dit melden!’ Met een klap gooiden ze de deur achter me dicht. Buiten zag ik dat ze zich voor het raam verdrongen, ook mijn oom die nog geen tijd had gehad zich toonbaar te maken. Ze balden hun vuisten en schreeuwden me allerlei verwensingen naar het hoofd die ik niet verstond.
Met mijn ziel onder de arm liep ik de dorpsstraat in. Ik besloot de eerste bus van half zeven te nemen. Het volksdansfeest had nu veel van zijn glans verloren en ik had geen zin om mijn familie en hun buren nog eens tegen het lijf te lopen. Ik ging op het bankje bij de halte zitten en was bijna ingedommeld toen ik merkte dat er iemand voor me stond. Het was een Holzhackerbube in een korte leren broek. Op zijn hoofd droeg hij een groen jagershoedje met een gemzeveer. Hij wenste mij goedenavond en deed de klep van zijn leren broek naar beneden. ‘Wilt u mijn lul zien?’ vroeg hij in accentloos Nederlands. Ik complimenteerde hem met zijn talenkennis en voegde er beleefd aan toe dat ik zijn lul niet hoefde te zien. Hij bedankte me voor het compliment, maar hij verdiende het niet. Hij was namelijk geen Duitser, maar een geboren en getogen Nederlander die voor de liefhebberij in een Holzhackerbuben-orkest speelde. Hij was hier ter gelegenheid van het volksdansfeest waar hij morgen zou optreden. Of ik werkelijk zijn lul niet wilde zien. Achter hem doken twee vrouwen in Dirndl-kleding op. ‘Ah, ben je hier.’ ‘Ja, ik wilde hem net mijn lul laten zien.’ ‘En?’ Mismoedig schudde hij het hoofd. De Dirndls keken me ontsteld aan. ‘Dat is toch wel onbeleefd. En dat op de vooravond van het volksdansen.’ ‘Laat u mij eens zien?’ vroeg de andere Dirndl. ‘O, hij is werkelijk prachtig. Heeft u hem al lang?’ Haar collega opperde dat ik misschien liever een paar rijpe billen zou willen bewonderen. Ze schortte haar rok op en draaide zich om. | |
[pagina 27]
| |
‘Nou? Wat zegt u? Zal ik dieper voor u bukken? Dan is er ook nog wat extra's te zien.’ Er verscheen ineens een vinger tussen haar dijen die gedienstig aanwees waar het de moeite waard was. In het Dirndl-fundament starend besefte ik dat er hier met wellevendheid niets te winnen viel en ik zette het op een rennen. Ik hoorde nog hoe de Holzhackerbube en de Dirndls me uitmaakten voor onbeleefde spelbreker en dat ze dit zouden melden, maar dat risico wilde ik wel lopen. Toen het geroep was weggestorven keek ik om me heen. Nu ik erop lette zag ik overal mensen zonder broek of rok. Overal deinde en bewoog het en klonken er stemmen in allerlei talen waarin men werd uitgenodigd om hier en daar eens een kijkje te nemen of binnen te komen. Een handvol leden van het Russisch Don-kozakkenkoor demonstreerde, aangemoedigd door het publiek, de synchroonmasturbatieGa naar margenoot*, een Zwitserse jodelaarster had een doedelzak tussen haar dijen gewurmd en liet zowel van boven als van onderen aan een stuk door van zich horen. Ik besloot de bus van half zeven niet af te wachten en zette er de pas in. Een kwartier later was Schageroog slechts een verzameling lichtjes in de nacht. Het was jammer, maar mijn broer had weer eens gelijk gehad: volksdansen was niets voor mij. |
|