De Revisor. Jaargang 30(2003)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Steven Graauwmans Gedichten Te oud zijn om dat nog te doen: je loopt je duim achterna. Je bent een lifter door verlaten straten. (Tot zij plots stopt, dan zeg je wat.) Je ziet de lucht en wacht - wat zal je morgen doen: het houweel in je schouder losgewrikt. Net niet merken dat je praat wanneer je slaapt - ze wendt haar ogen uit de spiegel: zo vandaag zo zo morgen vakantie zo. [pagina 78] [p. 78] Geen verhaal meer, takken verdorren aan de bomen die je ieder jaar weer snoeit - als het er maar goed uitziet: ze verft zich blond met rode messen, spiedend naar je lul. Of toch: de logica één, dan twee is doorgesneden en vervangen door verwrongen kegels - ik word een clown met griep - ik blijf in bed. Laat romans voor anderen, laat het zeggen dat je wat wil zeggen, dus zwijg je maar: herhaal in je hoofd hun duizend woorden - met pincetten verschans ik de werkelijkheid achter haar eerste geluid. [pagina 79] [p. 79] Ze noemt het de puntjes op haar arm. (Ze lacht - ze lijkt iemand van papier en neemt een duik.) Het onderwerp is van geen belang. (Het staat het kwijnt zoals zinnen.) Ze laaft zich aan de zee en gebaart van niets. (Ondanks de wereld spreekt zij nooit.) Vorige Volgende