De Revisor. Jaargang 30(2003)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Ilja Leonard Pfeijffer Zelfportret J.H. Moesman Zelfportret 1935 ik zet wel eens een landschapje op maar het wordt altijd weer een naakt wijf ze zeggen dat het de dood is die mij met klamme knuisten witheet doet bonzen op een ezel dat ik naamziek betekenen wil alsof mijn leven klampt aan zwart op wit te heten en dat het evenzeer godverend de dood is die doodleuk met tieten strooit om mij horendol te beieren dat ik buitel en al sterft mijn trouwe hond er kwispelt vlezig in mijn achtergrond al sterft mijn trouwe vriend vulkanen rommelen rokend in mijn achtergrond met hun warm rood kirrend gekrater al sterft mijn zieke oude moeder altijd rook ik een stokroos papaverend rood uit mijn schoot schokscheutig te willen in de wind vanwege gewelk laten wij elkaar geen mietje noemen we zijn hier allemaal lesbisch zijn gierend in verval en tuiten allemaal onze lipjes en we pogen ons hopeloos levend te stoten op bloedend steen zoals wij balken om stem in graniet te krijsen maar leuk is anders met al dat geneuk want wat nou verleiding gedoe bedoel je en zeezout golvende slokken van steeds en steeds dezelfde immer voortklotsende deinende zee die zee is van stranden maanziek minnend op een zanderig lichaam het is geen gezicht en je schrijft je naam ontveld in het zand en ziet in elk geharnast stalen kozen niets dan jezelf weerspiegeld Vorige Volgende