De Revisor. Jaargang 29

[p. 135]

auteurs in dit nummer

Will Derks (1956) Studeerde Nederlands en literatuurwetenschap. Hij promoveerde op een dissertatie over professionele Sumatraanse verhalenvertellers en publiceerde over moderne Indonesische literatuur. Hij is op dit moment consultant bij een communicatiebedrijf in Arnhem.

Kester Freriks (1954) Publiceerde romans, verhalenbundels, poëzie en toneelstukken. In 2001 verscheen zijn omvangrijke biografie Geheim Indië. Het leven van Maria Dermoût 1888-1962. Nu werkt hij aan Madelon, een biografische roman over de schrijfster Madelon Székely-Lulofs (1899-1958).

Arnold Heumakers (1950) Is essayist en literair criticus bij nrc Handelsblad. Hij schreef onder andere De horizon van Buitenveldert. Gesprekken over cultuur en ethiek. Binnenkort verschijnt De achterkant van de beschaving.

Rudy Kousbroek (1929) Ontving in 1975 de P.C. Hooftprijs voor beschouwend proza. Van hem verscheen onder andere Het avondrood der magiërs, Einsteins poppenhuis en Het Oostindisch kampsyndroom.

Joke Moeliono (1925-1998) Studeerde medicijnen in Nederland. Van 1959-1998 woonde en werkte hij in Indonesië. Zijn Nederlandstalige gedichten verschenen in Oriëntatie, dat na de oorlog in Jakarta verscheen, en in Criterium en Libertinage.

Ida Nasution (1924-1948) Kreeg voor de oorlog in Indonesië een westerse opleiding. Na de oorlog verschenen er van haar hand recensies en artikelen in Indonesisch- en Nederlandstalige tijdschriften. Waarschijnlijk is zij in de revolutietijd, op weg van Jakarta naar Bogor, door Indonesische extremisten vermoord.

Bert Paasman (1939) Is bijzonder hoogleraar koloniale en postkoloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. In 2001 verscheen onder zijn redactie Perifeer en Efemeer, de verzamelde gedichten van G.J. Resink.

E. du Perron (1899-1940) Vertrok in 1921 met zijn familie naar Europa (Brussel) en keerde in 1936 terug naar Nederlands-Indië. Hij bleef daar drie jaar en schreef onder andere zijn Multatuliboeken. Een jaar voor zijn terugkeer verscheen Het land van herkomst.

[p. 136]

Han Resink (1911-1997) Laatste Nederlandstalige dichter en essayist in Indonesië. Werk van hem werd in Nederland gepubliceerd onder de titels Kreeft en Steenbok (1963) en Transcultureel (1981).

Soetan Sjahrir (1909-1966) Studeerde enkele jaren rechten in Leiden. Na terugkeer in Indonesië was hij actief in de nationalistische beweging. In 1934 werd hij gevangengenomen en uiteindelijk verbannen naar Boven-Dijoel en Banda Nera, tot 1941. Van 1945-1947 was Sjahrir minister-president van Indonesië. De door hem opgerichte partij Partai Sosialis Indonesia werd onder president Soekarno verboden en Sjahrirs vrijheid van meningsuiting werd beperkt.

Raden Mas Noto Soeroto (1888-1951) Kreeg een Nederlandse en een Javaanse opvoeding. Hij studeerde rechten in Leiden. In 1932 keerde hij terug naar Indië.

A. Teeuw (1921) Was hoogleraar in de Indonesische en Maleise taal- en letterkunde in Leiden. Tot zijn vele publicaties behoort het handboek Modern Indonesian Literature. In 2001 verscheen (in samenwerking met Rudy Kousbroek) Heimwee, vertaalde gedichten van Amir Hamzah.

P.J. Thung (1924) Ging naar school in Nederlands-Indië en studeerde geneeskunde in Groningen en Amsterdam. Werkte aan het Antonie van Leeuwenhoekhuis te Amsterdam en aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Is sinds zijn pensionering bezig met ‘verhalen en filosofie uit de driehoek Holland-Indië-Indonesië’.

Willem Walraven (1987-1943) Nam in 1915 dienst in het Nederlands-Indische leger. Hij werkte als boekhouder tot hij in 1931 fulltime journalist kon worden. Na zijn ontmoetting met Du Perron in 1939 schreef hij enige novellen en werd hij medewerker van Kritiek en Opbouw en De Fakkel.