De Revisor. Jaargang 29
(2002)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
Indonesisch cultureel congres‘Wij moeten trachten het vraagstuk van onze nationale cultuur zo diep mogelijkGa naar margenoot+ trachten te onderzoeken. Omdat vanwege de snelle vrijwording van ons volk in de laatste vijf jaren het gevaar is ontstaan, dat wij onze eigen kundigheid en bekwaamheid en onze eigen betekenis in de internationale wereld overschatten,’ aldus verklaarde mr Takdir Alisjahbana in de toelichting op zijn preadvies uitgebracht aan het Indonesische cultuurcongres onder auspiciën van de Lembaga Kebudajaan Indonesia. Het congres, dat Zaterdagavond officieel werd geopend, is Zondagochtend met de werkzaamheden begonnen, welke werden ingeleid door mr Wongsonegoro, waarna het preadvies van Ki Hadjar Dewantoro, die zelf niet aanwezig kon zijn werd voorgelezen. [...] Spreker besloot zijn uiteenzetting met een beschouwing over de Nederlandse culturele invloed in Indonesië. ‘Onze haat en ons wantrouwen tegen de Nederlandse cultuur is sterk beïnvloed door politieke sentimenten en niet overeenkomstig het gevoel van eigenwaarde, dat een volk behoort te bezitten.’ Spreker wees in dit verband op het voorbeeld van de overheersing van West-Europa door de Romeinen. ‘Toen de Romeinen met geweld verjaagd waren, hebben de bewoners van West-Europa zich gehaast de Romeinse cultuur over te nemen. Wij kunnen ons niet plotseling van de Nederlandse cultuur losmaken zonder ons zelf grote schade aan te doen. 99,9% van onze intellectuelen, leider, vormen een product van de moderne Nederlandse cultuur. Dit verloochenen is onszelf verloochenen. Wij zijn leerlingen van de Nederlanders. Tijdens de laatste oorlog hebben de Duitsers in Nederland terreur uitgeoefend en de Nederlanders hebben zich hiertegen bloedig verzet. Toch hebben zij na deze bezetting de culturele banden met Duitsland niet verbroken.’ ‘Velen van ons die zich verzetten tegen alles wat Nederlands is, vechten om hun huizen hier in Indonesië wanneer de Nederlanders vertrekken. Zij nemen vaak hun gehele huisraad over, toch ook producten van de Nederlandse cultuur. Nog altijd gebruiken degenen, die voorgeven anti-Nederlands te zijn, de Nederlandse taal en lezen Nederlandse boeken. Ik behoor tot een partij die de resultaten van de R.T.C.Ga naar margenoot1 heeft afgewezen, maar nu het eenmaal gebeurd is, heb ik geen bezwaren te zeggen, dat in het culturele akkoord vele voordelen voor ons kunnen liggen. Om die voordelen te bereiken moeten wij meer zelfvertrouwen hebben.’ [...] | |
[pagina 106]
| |
‘Het is jammer, dat wij alleen de slechte eigenschappen van de Nederlanders schijnen te hebben overgenomen, namelijk de onderlinge strijd, sektarisme, kleinzieligheid, enz., terwijl wij hun goede eigenschappen, namelijk hun ijver, organisatievermogen, nauwgezetheid, durf, deskundigheid, enz., tot nu toe niet overnamen, gezien de manier waarop wij momenteel nog werken. Velen van ons kiezen nog de gemakkelijkste weg zonder te werken. Zij praten veel zonder basis en zonder resultaten,’ aldus mr Takdir Alisjahbana in de toelichting op zijn preadvies. [...] Hierna gaf prof. Mr Sunario Kolopaking een toelichting op het preadvies van Ki Hadjar Dewantoro. Spreker begon met op te merken, dat hij voor alles eerlijk wilde zijn. De kern van het culturele leven, aldus prof. Sunario verder, moet bestaan in zuiverheid, oprechtheid en schoonheid. In de voor-koloniale tijd (tot ongeveer 1600) was de Indonesische cultuur een totaliteit en het eigendom van de gehele Indonesische gemeenschap. Zij kwam voort uit de maatschappij en weerspiegelde deze volkomen. Het feodalisme was een product van de daaropvolgende Hindu-beïnvloeding, ofschoon ook nog in deze tijd de maatschappij aan de cultuur deel had. De Nederlandse koloniale invloed die daarna kwam, was zeer slecht. Voortdurend heeft het Indonesische volk zich verzet tegen de koloniale overheersing, totdat de revolutie van 1945 eindelijk de vrijheid bracht. Ook de moderne imperialistische politiek van na 1870 was zeer verderfelijk, ofschoon zij niet met dwangmethoden werkte, omdat de maatschappij en de Indonesische mens geen moderne opvoeding en weerbaarheid bezat en evenmin een bescherming. Voor het Indonesische volk is het niet mogelijk om de oude cultuur te handhaven noch om de moderne westerse cultuur af te wijzen. Toch zijn in de westerse cultuur vele elementen, die ons kunnen schaden, bijvoorbeeld het individualisme dat gemakkelijk tot egoïsme wordt, terwijl in de Indonesische cultuur vele factoren zitten, die de vooruitgang belemmeren, bijvoorbeeld het magisch-animistische denken en het emotionele denken. Wij moeten trachten onze politieke vrijwording te vervolmaken met economische en culturele vrijmaking.’ [...] De heer Jef Last sprak het congres in het Engels toe (hetgeen hem later een berisping van Takdir bezorgde) en betoogde ingenomen te zijn met de bestrijding van de sentimenten door de heer Takdir: ‘Ik vrees echter, dat de sentimenten diepere wortels hebben dan Takdir meent. Die sentimenten steunen immers in de groeiende klassentegenstelling in Indonesië. Dewantoro heeft gelijk, wanneer hij zegt dat de Nederlandse censuur een zeef was, waardoor alle revolutionaire en socialistische werd tegengehouden. Ik zie niet in waarom dit in de naaste toekomst zou veranderen. De officiële burgerij in Nederland is niet geïnteresseerd bijvoorbeeld in de kunst van de Spaanse revolutie tijdens de burgeroorlog of van de Amerikaanse negers en slechts betrekkelijk weinig in de nieuwe | |
[pagina 107]
| |
[pagina 108]
| |
nationale culturen van India, de nieuwe Arabische staten en China. Wat Nederland zal trachten te exporteren is estheticisme, cynisme, dat twijfelt aan alle revolutionaire mogelijkheden en natuurlijk ons katholicisme. Ik wil geen pleidooi houden tegen de Nederlands-Indonesische culturele betrekkingen waarvan ik een groot voorstander ben. Ik wil ook geen afbreuk doen aan het betoog van Takdir, waarvan ik de moed bewonder, maar ik wil geen pleidooi houden tegen al te officiële betrekkingen en te eenzijdige belangstelling. De Nederlandse cultuur is rijker dan de officiële export. Dit gevaar is des te groter omdat een der sprekers terecht opmerkte, dat de groep in Indonesië die Nederlands spreekt, slechts 0,03% van de bevolking omvat. Het is bovendien een zeer speciale klasse. Het gevaar dreigt, dat het Nederlands hier tot een soort geheimtaal wordt van die klasse met steeds meer uitdrukkingen en termen, die de massa niet verstaat. Dit gevaar is alleen op te heffen door opheffen van de klassentegenstellingen en door algemeen volksonderwijs in een vreemde taal. Door te veel concentratie op de vreemde cultuur bestaat het gevaar, dat men blind wordt voor eigen cultuurwaarde of die cultuur te veel uitsluitend op de toppen ziet,’ aldus het betoog van Jef Last. |
|