voert, die wij bij zijn rondgang langs koeienflaters, rettichvelden, meeldraden mogen begeleiden - zij het dat zijn gebrom, eenmaal stilgevallen, een amulet tegen ‘honger, verachting, slachting’ blijkt - maar meteen daarna, in het volgende, ultrakorte negende gedicht, zitten we midden in ronduit gelukzalige lyriek waar de natuur en het ik mystiek en genoeglijk samenvallen:
De luister van een gerstveld in maart.
In deze pastorale context is de opmerking niet misplaatst dat het Koreaanse woord voor ‘vlam’ letterlijk ‘vuurbloem’ betekent. Na die mystieke vuurbloemen blijken er zelfs erotische relaties te bestaan tussen een rijstveld en een gewoon veld, om ons dan met nog een kleine overstap te laten uitkomen bij het hierbij afgedrukte gedicht van de arme familie en haar enige koe - en niet te vergeten bij haar oogappel, de ‘vlieger’, symbool voor hoop, specifiek jongens, de enige zoon, hij die als student de sprong naar de moderniteit zal gaan maken, onder donderend geraas voorbij aan het leven met die koe.
Dat hele dansen van thema naar thema, scène naar scène, van natuur naar de mensen, van lyrische beschouwing en mystiek naar narrativiteit en soms zelfs epiek, staat steeds gedrenkt in een dansen van de taal. Lenig, luchtig, soms bijna trippelend, beweegt Ku Sang zich door het Koreaans. Dat is niet altijd even makkelijk. Er nog van afgezien dat het Koreaans niet alleen een sov-taal is, een taal dus waarin het werkwoord systematisch achteraan staat, wat bij vertaling vaak noopt tot omzettingen of andere kunstgrepen; en dat de taal bovendien met zijn vaak ratelende opeenvolging van korte lettergrepen in principe toch al over een veel dansantere taalritmiek beschikt dan het Nederlands, mag van Ku Sangs gevoel voor ritmiek worden gezegd dat een vertaler het wel eens benauwd om het hart kan krijgen, als hij er op uit is om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke klank- en gevoelswaarde te blijven. Dat lukt dus niet altijd. Zo klinkt het origineel van
die klank die mijn schrale
met zijn springerige accent op ‘-ddunnun’ meteen ook al heel wat minder tragisch, hier zo goed mogelijk naar de Nederlandse fonetiek geromaniseerd: