Raymond Queneau
De grote zebra
De grote zebra schreeuwde echt te hard. Hij onderscheidde zich van zijn kameraden door zijn lengte, de kwaliteit van zijn strepen en met name het volume van zijn gehinnik. Aan rennen waagde hij zich niet, want hij kende kameraden die sneller waren. Zij vreesden echter zijn achterwaartse trap, die onverhoeds op uitschakelende wijze kon worden uitgedeeld. Een aantal albino's dat zich had willen afzonderen zag zich gedwongen de menigte van hun soortgenoten weer op te zoeken, want hij had een ontwapenende verdraagzaamheid jegens hen getoond. De vlakten waar de eenhoevigen renden, zagen hem gaan: hij sprong over de groene heuvels en verbaasde de inlanders, voorzover die tot verbazing bereid waren. Vervolgens wierp hij zich op als zanger. Hij trok zich terug in verre grotten om een repertoire op te bouwen. Die afzondering duurde niet lang, want hij was overtuigd van zijn capaciteiten. Hij wilde zijn gaven beproeven op de grazers aan de overkant van de rivier. Toen hij aan hen verscheen, joegen de valse noten hen op de vlucht. De oren van de dienstdoende fabeldichter raakten erdoor verstopt.