Yasunari Kawabata
Het voorval met het dode gezicht
‘Alsjeblieft, kom haar bekijken. Dit is wat er van haar geworden is. Oh, ze had je zo graag nog één keer gezien.’ De schoonmoeder van de man sprak, terwijl ze hem haastig de kamer binnenleidde. De mensen rond het bed van zijn vrouw keken allen op hetzelfde ogenblik naar hem.
‘Alsjeblieft, bekijk haar.’ De moeder van zijn vrouw sprak opnieuw, terwijl ze het kleed dat het gezicht van zijn vrouw bedekte begon te verwijderen.
Toen sprak hij abrupt, zijns ondanks. ‘Een ogenblik. Zou ik haar alleen kunnen zien? Zou u mij met haar alleen in de kamer willen laten?’
Zijn woorden wekten sympathie bij de familie van zijn vrouw. Ze gingen zachtjes weg en sloten de tussendeur achter zich. Hij verwijderde het witte kleed.
Het gezicht van zijn vrouw was verstijfd in een pijnlijke doodsuitdrukking. Haar wangen waren hol en haar verkleurde tanden staken tussen haar lippen naar voren. Het vlees van haar oogleden was verslapt en kleefde aan haar oogballen. Een duidelijk waarneembare gespannenheid had de pijn in haar voorhoofd bevroren.
Hij zat een ogenblik stil, en tuurde omlaag naar dat lelijke dode gezicht.
Toen plaatste hij zijn trillende handen op de lippen van zijn vrouw en probeerde haar mond te sluiten. Hij duwde haar lippen dicht, maar zij vielen slap open, toen hij zijn handen losliet. Hij sloot haar mond opnieuw. Weer ging die open. Hij deed hetzelfde keer op keer, maar het enige gevolg was dat de harde groeven rond de mond van zijn vrouw zachter werden.
Toen voelde hij een passie opwellen in zijn vingertoppen. Hij wreef over haar voorhoofd om te proberen het te bevrijden van zijn angstige grijns. Zijn handpalmen werden heet.
Opnieuw zat hij stil, en keek hij neer op het nieuwe gezicht.
De moeder van zijn vrouw en haar jongere zus kwamen binnen.
‘Je bent waarschijnlijk vermoeid van de treinreis. Alsjeblieft, neem iets voor de lunch en rust wat uit... Oh!’ Tranen biggelden plotseling over de wangen van de moeder. ‘De menselijke geest is een beangstigend ding. Ze kon niet volledig sterven voor jij terug was. Het is zo gek. Het enige dat je deed was haar een keer aankijken en haar gezicht werd zo ontspannen... Zo is het goed. Nu kent zij vrede.’
De jongere zus van zijn vrouw, haar heldere ogen van een onaardse schoonheid, keek in zijn ogen, die getekend waren door de waanzin. Toen barstte ook zij in tranen uit.