Yves Pagès
Algemene stemmen min één
Bijna middernacht, Mado verlaat Fouquet, aan de Avenue des Champs-Élysées. Ze heeft net een tiende van haar maandsalaris van onderwijzeres verbrast. En wat dan nog? Die kleine aanvallen van spilzucht smaken naar wraak. En verder, een verlaten voorstad verruilen voor het centrum, dat is in de zomerperiode de kleinst mogelijke verplaatsing. Laten we zeggen dat ze zich op een verjaardagsdiner heeft getrakteerd. Welke verjaardag? Die van het zwarte gat van de schoolvakanties. Waarin het betaalde vrijaf op twee lange maanden van ziekteverlof lijkt. Op het menu geen taart, geen kaars, alleen een kir en een paar tabletten bij wijze van aperitief. Om er even vanaf te zijn heeft haar therapeut haar aangeraden er eens uit te gaan. Vandaar. In het brandpunt van het Parijse nachtleven hoopte ze, althans met haar blik, op een vedette te stuiten. Mis dus. Niet mis was de rekening. Na het eten een film, zomaar eentje, om haar vrijgezellenstatus zoet te houden.
De bioscoop leek op een schoollokaal, maar dan zonder leerlingen. Vijfentwintig rijen lege stoelen, geen probleem.
Twee uur later loopt Mado weer naar haar auto, zonder acht te slaan op de luidruchtige menigte waardoorheen ze zich slaapwandelend een weg baant. Nu wel een probleem: voor het omdraaien van het contactsleuteltje heeft ze geen moed meer. Nog een tablet, en dan valt ze achter het stuur in slaap; haar eigen tank is leeg. Maar het zich vervelende zaterdagavondvolk is talrijker dan gewoonlijk en wordt bezield door een algemene uitgelatenheid. De vastgelopen schone slaapster werkt als een rode lap op een stier. Met z'n tienen lopen ze schijnbaar gewichtloos over het dak van haar autootje. Mado schrikt wakker in de Hel. Die jeugdige stampij herinnert haar aan het eind van sommige lessen... aan mislukkingen uit haar eigen schooltijd, die komen spoken. Met haar ogen halfdicht geeft ze gas. Niemand gaat opzij. Integendeel, de massa wordt dichter naarmate ze meer in de werkelijkheid terugkomt.
Kreten, driekleurige vlaggen en dan bloed op de voorruit.
Madame X heeft dus een misdaad gepleegd. Met of zonder voorbedachten rade? Moeilijk te beoordelen.
Die avond had de Franse voetbalploeg gewonnen van elf slaperige Brazilianen. Slaperig of sterk gemediceerd, net als Mado. Maakt weinig verschil. Had iemand het recht dat evenement te negeren? Te doen alsof het niet plaatsgevonden had? Of erger nog; egoïstisch haar ellende uit te leven terwijl er een nationaal feest in volle gang was op de belangrijkste verkeersader van de lichtstad? Alle Fransen in jubelstemming, behalve Mado, in haar paradoxale slaap. Een heel volk uitverkoren met algemene stemmen min één.
Na een slapeloze nacht heeft Mado zich aangegeven bij een politiebureau in een buitenwijk. Ze is ter observatie opgenomen in de psychiatrische kliniek van het hoofdcommissariaat van politie. En met reden. Je moet wel je sociale verstand hebben verloren om te gaan spookrijden op de informatiesnelweg.
De voorlopige score: één dode, honderdtien gewonden, van wie negen ernstig.