Bertolt Brecht
Socrates
Na het lezen van een boek over de geschiedenis van de filosofie sprak meneer K. zijn afkeur uit over de pogingen van de filosofen de dingen als fundamenteel onkenbaar te presenteren. ‘Toen de sofisten beweerden dat ze veel wisten zonder iets gestudeerd te hebben,’ zei hij, ‘kwam de sofist Socrates naar voren met de arrogante bewering dat hij wist dat hij niets wist. Men zou hebben verwacht dat hij aan die uitspraak zou toevoegen: want ook ik heb niets gestudeerd. (Om iets te weten moeten wij studeren.) Maar hij schijnt niet verder gesproken te hebben. En misschien had ook het oorverdovende applaus dat na zijn eerste uitspraak losbrak en dat tweeduizend jaar aanhield, elke verdere uitspraak overdonderd.’