Tonino Guerra
Het land van de prinsen
Het land van de prinsen bevindt zich in de Kaukasus, in een pijnbomenbos op drieduizend meter hoogte, achter de vossenfokkerijen. De prinsen hebben zich daar verzameld ten tijde van de omwentelingen als gevolg waarvan de heersende familie, die met hen allen verwant was, uiteenviel. Enigen van hen zijn zeer oud en brengen de tijd door met het bekijken van foto's die ze tijdens de vlucht in matrassen hadden verborgen en die getuigen van hun reizen per koets tot in Wenen en zelfs Italië.
Elke avond bij zonsondergang nemen de prinsen plaats op de bankjes buiten het bos en kijken ze naar de lange, rechte weg die de hoogvlakte in tweeën snijdt en in het dal verdwijnt waar de houten huizen van de Bakoeriërs liggen. De oudste onder hen wacht er nog altijd op dat aan het eind van de weg de vaandels van het oude vorstenhuis opduiken met de goudkleurige vogel op een blauw vlak. En af en toe raakt hij ontroerd en loopt hij iets tegemoet wat hij meent te zien.