Ernest Hemingway
Een lezer schrijft
Ze zat aan de tafel in haar slaapkamer met een opengevouwen krant voor zich en stopte alleen om uit het raam te kijken naar de sneeuw die viel en smolt op de daken terwijl zij viel. Ze schreef deze brief met vaste hand, schrijvend zonder enige noodzaak om iets door te strepen of te herschrijven.
Roanoke, Virginia 6 februari 1933
Geachte Dokter,
Mag ik U schrijven voor een erg belangrijk advies - ik moet een beslissing nemen en weet niet wie ik het beste kan vertrouwen. Ik durf het mijn ouders niet te vragen - en dus kom ik naar U - en enkel en alleen omdat ik U niet hoef te zien, kan ik U in vertrouwen nemen. Het volgende is het geval - ik trouwde met een man die dienst deed in het Amerikaanse leger in 1929 en datzelfde jaar werd hij uitgezonden naar China, Shanghai - hij bleef daar drie jaar - en kwam terug - hij werd een paar maanden geleden ontheven van zijn dienstplicht - en ging naar zijn moeders huis, in Helena, Arkansas. Hij schreef me dat ik thuis moest komen - ik ging, en kwam er achter dat hij behandeld wordt voor ik weet niet hoe ik het woord moet spellen maar het klonk als ‘sifilus’ - weet U wat ik bedoel - kunt U mij nu vertellen of het ooit weer veilig zal zijn voor mij om met hem samen te leven - ik ben niet in zijn buurt geweest op enig ogenblik sinds zijn terugkeer uit China. Hij verzekert mij dat hij oké zal zijn wanneer zijn dokter met hem klaar is - denkt U dat dat goed is - ik hoorde mijn vader vaak zeggen dat je maar beter kon wensen dat je dood was, als je ten prooi viel aan die ziekte - ik geloof mijn vader maar wil het liefste mijn echtgenoot geloven - alstublieft, alstublieft, zeg me wat ik moet doen - ik heb een dochter die geboren is toen haar vader in China was - U zeer dankend en uw advies volledig vertrouwend, verblijf ik,
En ondertekende met haar naam.
Misschien kan hij mij vertellen wat verstandig is te doen, sprak ze tot zichzelf. Misschien kan hij het mij vertellen. Op de foto in de krant ziet hij eruit als iemand die het weet. Hij ziet er best wel knap uit. Iedere dag vertelt hij iemand wat die moet doen. Hij zou het moeten weten. Ik wil doen wat verstandig is. Toch is het zo lang geleden. Het is lang geleden. En het is een lange tijd geweest. Mijn God, het is een lange tijd geweest. Hij moest gaan waar ze hem ook maar naartoe zonden, dat weet ik wel, maar ik weet niet waarom hij het moest krijgen. Oh, in Godsnaam zou ik willen dat hij het niet had. Het maakt me niet uit hoe hij het kreeg. Maar in Godsnaam zou ik willen dat hij het nooit gekregen had. Het lijkt erop dat hij het nooit had hoeven krijgen. Ik weet niet wat ik moet doen. In Godsnaam zou ik willen dat hij niet een of andere ziekte zou hebben. Ik weet niet waarom hij een ziekte moest oplopen.