Ilja Leonard Pfeijffer
Boemibal
Het verhaal van Boemibal Veenstra, bijgenaamd De Grote, is niet één twee drie verteld. Al bij zijn eerste geboorte was er sprake van verwikkelingen, die verweven waren met de politieke situatie van die tijd en die zelfs in de kringen rond het hof het nodige tumult veroorzaakten - waarbij die duistere kwestie rond de gedaanteverwisseling van de biseksuele ezelopzichter zelfs door de meest sceptische magi van die dagen niet volledig kon worden ontzenuwd - terwijl de situatie in het geval van zijn vijf hergeboorten nog interessantere en verder reikende complicaties vertoonde, zoals die u allen nog helder voor de geest zullen staan.
Anderzijds moet gezegd dat zijn verhaal, ondanks zijn eminente, om niet te zeggen bovennatuurlijke verdiensten, waaraan ik hier noch elders op enige wijze afbreuk zou durven doen, in de kern neerkomt op alle verhalen, zoals die door zelfs de meest onaanzienlijken onder ons van dag tot dag in zich traag voortslepende zinnen zonder enige opsmuk worden voortgeleefd. Want ga maar na. Hij was een man die heeft gestreefd en verloren. Hij volgde dit pad op onnavolgbare wijze, alsof hij ons allen voor eens en altijd tot voorbeeld wilde strekken, en heeft zijn erenaam alleen al op die grond - ook al heeft hij hem om andere redenen verworven, redenen die zo diep vastgeklonken zitten in het collectieve geheugen van ons volk dat het van pedanterie zou getuigen ze op deze plaats te noemen - meer dan verdiend en waargemaakt, daarover kan geen twijfel bestaan, maar dat doet niets af aan het feit dat Boemibal Veenstra in zijn streven en falen gewoon was, al was hij gewoon op grootse wijze.
Overigens wil ik niet onvermeld laten dat Boemibal Veenstra zichzelf nooit heeft laten voorstaan op zijn erenaam. Wanneer iemand hem in zijn bijzijn zo noemde, placht hij verstoord te kijken en de omstanders in verlegenheid te brengen met een grap over een lichaamskenmerk.