Robert Walser
Berta
Berta werkte als ijverige bediende in het kantoor van een fabriek. Haar chef, een in elk opzicht spijtig genoeg al wat oudere heer, zeer galant natuurlijk, speelt, zo is mij onlangs toevallig ter ore gekomen, haar minnaar, aangezien hij de hele dag met haar in aanraking komt. De ene keer doet hij net alsof hij tot over zijn oren verliefd op haar is, de andere keer doet hij zich weer voor als de strenge heer en meester en behandelt hij het beslist aardige meisje koel en berekenend. Is dat een linkmichel of iemand die niet weet wat hij wil. Vandaag is hij een aanbidder en morgen veracht hij het vrouwelijk geslacht, al naar gelang het hem schijnt uit te komen. Natuurlijk is deze man helemaal niet enig in zijn soort, er zijn er meer, die precies of ongeveer zo doen. Op dit en dat tijdstip zou hij haar uit louter verliefdheid op handen willen dragen, misschien op z'n knieën haar hand kussen; op een ander tijdstip daarentegen schijnt hij zich bedacht te hebben en vanaf dat moment komt ze hem niet anders dan als een arm druppeltje over, dat het niet waard is, al was het maar vluchtig, met enige vriendelijkheid en met enig respect bekeken te worden. O, wat een schurk, wat een baas! Nu eens is hij heer, dan weer is hij haar dienaar, dan weer snauwt en knort hij naar haar op de grove toon van een chef; dan weer bedelt hij met smekend gelaat en stem om genade, al naar gelang het hem uitkomt, in welk humeur hij wil zijn. Zou het niet als verdienste en als belangrijke opdracht moeten gelden dat iemand, die vastbesloten was dit soort werk op zich te nemen, deze wispelturige schurk een passende knal voor z'n kop geeft. Vast en zeker zijn honderden mensen het met mij eens, wanneer ik zeg dat deze boef tienduizend stompen op zijn ribbenkast verdient. Gaat op vrijersvoeten en tegelijkertijd nog op andere voeten. Is hij misschien een viervoeter? Ik weet het niet precies. Maar zoveel weet ik wel, dat ik binnenkort Berta aan zal raden alles in 't werk te stellen om deze
humeurige man eronder te krijgen. Drommels nog aan toe, zo iemand zou mij eens, als ik vrouw zou zijn, voor de voeten moeten lopen.