De Revisor. Jaargang 29

[p. 75]

Joep Kuiper
Gedichten

Over de freule van Dionysus

Een stilte zoals ik deze wel
eens ruik bij het
binnensmonds beroeren van haar bezwete

kut - zij een psyche die ik tracht te
vormen tot een volledig verwaterde ijs-
vlakte in mijn rode klauwen

jonge freule grijpgraag
streel ik haar,

ach

zo'n stilte is nu wat me bezighoudt.

Maar de woorden die verklaren dat jij
me nu al kent, alsof we slechts in
symmetrie leven en het niet-spreken alleen

maar leiden kan tot verder converseren
jij dame van Dionysus zie
ons dan zie zie godverdomme zie dan hoe

de bomen zich buigen boven ons en het
bos waarin we staan alsmaar
kleiner wordt en kleiner zie dan dat

het voor mij niets dan troost kan zijn om
te weten dat ik sterven mag in deze
hermitage onder dit bladerdak van benen.

[p. 76]

Constructie

Man zoekt vrouw om muur
der liefde mee te stutten, handen,
geest en nagels zullen me

omver krabben als stond ik
nog in het oude huis te wachten
op het gedicht dat ze nooit voor

me schrijven zou zoals alleen een
kind dat kan. Het gedicht heb
ik inmiddels ontvangen maar heb het

toch zelf moeten schrijven en her-
schrijven uiteraard, liefste zo
begint het. Er verschijnt een vrouw, een

muur, liefste zo begon het, ja! dit
is het, alles wat ik, ja! geen
nagels, geest of handen, alleen een

vrouw, een muur der liefde om
te stutten, een vrouw om muren
mee af te breken en te stutten,

zonder nagels, geest of handen om in
te verdwalen, een vrouw om
niet in te verdwalen.

[p. 77]

Katarina Sonnewend
Zonder titel (My diary), 2000